3 Rudolph Buchij en Justina van Driessel e.l. verklaren deugdelijk, wel en oprecht schuldig te zijn aan de heer Willem Jan van Dedem, heer van Maurik, Hoevelaken en Oudenaller, de somma van 3500 gl., herkomende wegens geleende en door hen, debiteuren, op heden ontvangen en genoten penningen, zijnde hiermee geannulleerd zodane handschriften en obligaties als crediteur tot last van debiteuren is hebbende als één ad 1000 gl. d.d. 28-05-1709 en dan 3 handschriften als één van 02-09-1710, 28-09-1710 en 13-10-1710, samen ad 1900 gl., belovende die gezegde som te restitueren heden over een jaar met de interesse van dien ad 4 gl. 10 stuiver van ieder honderd vrij geld [enz.] en stellen tot meerder securiteit van het gezegde kapitaal en daarop te verlopen interesse tot een speciaal onderpand boven hun persoon en goederen nog hunlieder huis, staande alhier in de Turfstraat, beneffens hun erf en goed, genaamd den Catherinen doelen, gelegen aan St. Janspoort alhier [enz.];