1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1584
Landdag 14 - 18 mei 1584 te Wageningen.
14 mei
090 Comparanten ter Landdag:
Kwartier van Nijmegen:
Ridderschap:
Derck (Derk) van Brakell (Brakel), drost van Lede
Heijmerick van Bemmel
Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck
Oliphier van Wely
Lodowick van Brakell
Johan van Brakell
Steden:
Nijmegen:
Ott(o) Valckenborch
Wynandt van Eck
Tiel:
Roeloff (Roedolff) van Ommeren, burgemeester
Merten (Marten) van Buchel (Buchelen, Buchellen)
Goesen van Ingen, landschrijver van Nederbetuwe
Overkwartier:
Ridderschap:
Johan van Holthuyzen, drost van Kriekenbeek
Derck (Derick, Dederick, Diederick) van Westerum (Westrum, Westrom, Westeren), heer tot Langendonck, in 1581 burgemeester van Geldern, in 1581, 1582 en 1583 ook in de Staten-Generaal; van 10-06-1583 tm. 9-12-1584 raadsheer in het Hof van Gelre en Zutphen
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), ook in het College van Gedeputeerde Staten
Steden:
Geldern:
Caerl Caets (Kaets), rentmeester van Geldern
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), die tevens namens de Ridderschap en Wachtendonck compareert
Wachtendonck:
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), die tevens namens de Ridderschap en Geldern compareert
Caerl Caets (Kaets), rentmeester van Geldern, die tevens namens Geldern compareert
Kwartier van Zutphen:
Ridderschap: geen opgave
Steden:
Doesburg:
Johan Giginck (Gieginck, Gyginck), burgemeester
Roedolff Schaep
Doetinchem:
Heeft de afgevaardigden van Doesburg gemachtigd namens haar op te treden
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Wilhelm (Wilhem) van Boeckholt (Boeickholt), drost te Wageningen
Johan van Arnhem
Evert van Delen (Deelen) van Laer
Hessel van der Lauwick
Roedolff (Roedolph) van Lennep
Aernt die Cock (de Kock) van Delwynen, richter te Wageningen
Kwartier van Nijmegen:
Ridderschap:
Derck (Derk) van Brakell (Brakel), drost van Lede
Heijmerick van Bemmel
Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck
Oliphier van Wely
Lodowick van Brakell
Johan van Brakell
Steden:
Nijmegen:
Ott(o) Valckenborch
Wynandt van Eck
Tiel:
Roeloff (Roedolff) van Ommeren, burgemeester
Merten (Marten) van Buchel (Buchelen, Buchellen)
Goesen van Ingen, landschrijver van Nederbetuwe
Overkwartier:
Ridderschap:
Johan van Holthuyzen, drost van Kriekenbeek
Derck (Derick, Dederick, Diederick) van Westerum (Westrum, Westrom, Westeren), heer tot Langendonck, in 1581 burgemeester van Geldern, in 1581, 1582 en 1583 ook in de Staten-Generaal; van 10-06-1583 tm. 9-12-1584 raadsheer in het Hof van Gelre en Zutphen
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), ook in het College van Gedeputeerde Staten
Steden:
Geldern:
Caerl Caets (Kaets), rentmeester van Geldern
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), die tevens namens de Ridderschap en Wachtendonck compareert
Wachtendonck:
David van Wissum (Wishem, Udesum, Wdesum), die tevens namens de Ridderschap en Geldern compareert
Caerl Caets (Kaets), rentmeester van Geldern, die tevens namens Geldern compareert
Kwartier van Zutphen:
Ridderschap: geen opgave
Steden:
Doesburg:
Johan Giginck (Gieginck, Gyginck), burgemeester
Roedolff Schaep
Doetinchem:
Heeft de afgevaardigden van Doesburg gemachtigd namens haar op te treden
Kwartier van Veluwe:
Ridderschap:
Wilhelm (Wilhem) van Boeckholt (Boeickholt), drost te Wageningen
Johan van Arnhem
Evert van Delen (Deelen) van Laer
Hessel van der Lauwick
Roedolff (Roedolph) van Lennep
Aernt die Cock (de Kock) van Delwynen, richter te Wageningen
Datering:
1584 mei 14
Notabene:
a. Derck van Brakell, drost van Lede, stond in dienst van de graaf van Culemborg. Culemborg behoorde, als zelfstandige heerlijkheid, destijds niet tot Gelderland, maar de graaf van Culemborg was in deze periode tevens heer van Lijnden (Lienden), Lede en Oudewaard, en liet zich als zodanig op verscheidene Landdagen vertegenwoordigen door Derck van Brakell. In 1720 zou het graafschap Culemborg door de Gelderse Staten worden aangekocht, en in 1748 ten geschenke gegeven aan stadhouder Willem IV. Vgl. onder meer de regesten 133 (1591), 001 (1592) en 005 (1592).
b. Bij de stedelijke afgevaardigden die geen burgemeester zijn, is steeds de omschrijving "Raedtzfrundt" (raadslid) of "Raedtzfrunden" toegevoegd, uitgezonderd bij Caerl Caetz.
c. Bij Merten van Buchel staat als bijzonderheid opgemerkt: "Raedtzfrundt en[de] mede als Riddermatich".
d. De lastgevingen van zowel Geldern als Wachtendonck aan David van Wissum (Wishem) en Carl Caetz als afgevaardigden van deze twee steden blijkt niet uit de comparantenlijst, maar pas bij het voorlezen van de geloofsbrieven, zie regest 104 (1584) en 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 86 v.
e. Het afvaardigen van Jacob van Ommeren door de stad Arnhem blijkt niet uit de comparantenlijst, maar pas bij het voorlezen van de geloofsbrieven, zie regest 104 (1584) en 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 87 r.
b. Bij de stedelijke afgevaardigden die geen burgemeester zijn, is steeds de omschrijving "Raedtzfrundt" (raadslid) of "Raedtzfrunden" toegevoegd, uitgezonderd bij Caerl Caetz.
c. Bij Merten van Buchel staat als bijzonderheid opgemerkt: "Raedtzfrundt en[de] mede als Riddermatich".
d. De lastgevingen van zowel Geldern als Wachtendonck aan David van Wissum (Wishem) en Carl Caetz als afgevaardigden van deze twee steden blijkt niet uit de comparantenlijst, maar pas bij het voorlezen van de geloofsbrieven, zie regest 104 (1584) en 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 86 v.
e. Het afvaardigen van Jacob van Ommeren door de stad Arnhem blijkt niet uit de comparantenlijst, maar pas bij het voorlezen van de geloofsbrieven, zie regest 104 (1584) en 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 87 r.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4695
Folionummer:
82 v. - 83 r.
laatste wijziging 20-09-2019