1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
27 maart
138 De Landdag is bereid het eerste verzoek van de vrouwe van Anholt in te willigen, en daarmee krijgt zij haar door de Landdag in beslag genomen goederen terug, maar slechts op enkele belangrijke voorwaarden, zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 27
Notabene:
a."...vrouwe van Anholt...": Hier is bedoeld Geertruid (Gertrud) van Myllendonk (von Milendonck) (kasteel Myllendonk bij Keulen, 1552 - Anholt, 23 nov. 1612), vrouwe van Drachenfels en Königswinter, pandvrouwe van Bredevoort en banner- en vrijvrouwe van Bahr en Latum. Zij was in 1576 gehuwd met Jacob van Bronkhorst-Batenburg-Anholt, officier in Spaanse dienst, die in 1582 omkwam bij het ontzet van Lochem, waarna Geertruid het bestuur over hun goederen overnam. Bahr en Latum kwamen in haar bezit doordat Lamoraal van Egmond, bezitter van de bannerheerlijkheid sinds 1557, deze in 1562 verkocht aan Geertruids echtgenoot.
b. Deze voorwaarden:
1. Zij mag geen wijzigingen ongedaan maken die door het Hof in het lokale bestuur zijn doorgevoerd, bijvoorbeeld aangaande de collatie van enkele vicarieën.
2.Zij moet ophouden met het heffen van tol op de Rijn bij Rheinberg ("Berck").
3. Zij, noch iemand anders behalve de Landdag, zal tol mogen heffen op de vaart van Doesburg naar Bocholt, die liep over de Oude IJssel.
c. De waarschuwing geen tol te mogen heffen op de scheepvaart Doesburg - Bocholt houdt verband met het op 26 maart verleende octrooi voor die scheepvaart aan Doesburg, en met klachten van beide steden over belemmering van de scheepvaart uit 1592; zie regest 119 (1593) en zie 0124 Archief van het Hof, inv. nr. 1115, nr. 28.
d. De strategische zeer belangrijke vestingstad Rheinberg (Rijnberk), vóór 1590 door Staatse troepen bezet, wisselde van 1590 tot en met 1633 zesmaal van bezetter. Van 1590 tot in 1597 was de stad in Spaanse handen.
e. "...handtlichtungh...": voor 'handlichting', zie Verklarende woordenlijst; ook voor 'collatie' en 'vicarie'.
f. Zie de regesten 078 (1593), 083 (1593) en 115 (1593).
b. Deze voorwaarden:
1. Zij mag geen wijzigingen ongedaan maken die door het Hof in het lokale bestuur zijn doorgevoerd, bijvoorbeeld aangaande de collatie van enkele vicarieën.
2.Zij moet ophouden met het heffen van tol op de Rijn bij Rheinberg ("Berck").
3. Zij, noch iemand anders behalve de Landdag, zal tol mogen heffen op de vaart van Doesburg naar Bocholt, die liep over de Oude IJssel.
c. De waarschuwing geen tol te mogen heffen op de scheepvaart Doesburg - Bocholt houdt verband met het op 26 maart verleende octrooi voor die scheepvaart aan Doesburg, en met klachten van beide steden over belemmering van de scheepvaart uit 1592; zie regest 119 (1593) en zie 0124 Archief van het Hof, inv. nr. 1115, nr. 28.
d. De strategische zeer belangrijke vestingstad Rheinberg (Rijnberk), vóór 1590 door Staatse troepen bezet, wisselde van 1590 tot en met 1633 zesmaal van bezetter. Van 1590 tot in 1597 was de stad in Spaanse handen.
e. "...handtlichtungh...": voor 'handlichting', zie Verklarende woordenlijst; ook voor 'collatie' en 'vicarie'.
f. Zie de regesten 078 (1593), 083 (1593) en 115 (1593).
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
366 v. - 367 r. (scan 712-713)
laatste wijziging 13-01-2023
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
29 maart
154 Op het verzoek van Seyno van Dort aangaande de proosdij van St. Walburg te Zutphen geeft de Landdag opdracht aan het Hof tot afwikkeling van deze zaak, aangezien die ook al eens eerder voor het Hof gediend heeft. Voor details, zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 29
Notabene:
a. "...die heer van Dort...": Seyno van Dort, landdrost van Zutphen en schout van Lochem, comparant in de landdag voor de Ridderschap van Zutphen; zie o.a. regest 001 (1593).
b. Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van Zutphen, een prebende (inkomsten uit geestelijke landgoederen) behorend tot de voormalig katholieke, door de Landdag geconfiskeerde goederen van het kapittel van de St. Walburgkerk. Hij was hierover al in 1582 verwikkeld geraakt in een rechtszaak voor het Hof, tegen hem aangespannen door Bernt Mockinck, rentmeester van de geconfiskeerde geestelijke goederen in het Kwartier van Zutphen. Zie 0124 Archief van het Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4995, procesdossier15 uit het jaar 1582; en zie de regesten 148 (1593) en 159 (1593).
c. Voor kapittel, proost, prebende en proosdij, zie Verklarende woordenlijst.
b. Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van Zutphen, een prebende (inkomsten uit geestelijke landgoederen) behorend tot de voormalig katholieke, door de Landdag geconfiskeerde goederen van het kapittel van de St. Walburgkerk. Hij was hierover al in 1582 verwikkeld geraakt in een rechtszaak voor het Hof, tegen hem aangespannen door Bernt Mockinck, rentmeester van de geconfiskeerde geestelijke goederen in het Kwartier van Zutphen. Zie 0124 Archief van het Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4995, procesdossier15 uit het jaar 1582; en zie de regesten 148 (1593) en 159 (1593).
c. Voor kapittel, proost, prebende en proosdij, zie Verklarende woordenlijst.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
370 v. (scan 720)
laatste wijziging 30-12-2022
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
29 maart
159 De Landdag besluit het Hof op de hoogte te stellen van het verzoek van Seyno van Dort, opdat het Hof, indien de landdag inmiddels uiteengegaan mocht zijn, dit verzoek met goedkeuring door kan zenden aan de afgevaardigden ter Staten-Generaal, zodat laatstgenoemden het bij de Generaliteit kunnen aanbevelen. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 29
Notabene:
a. "...die heer van Dort...": Seyno van Dort, landdrost van Zutphen en schout van Lochem, comparant in de landdag voor de Ridderschap van Zutphen; zie o.a. regest 001 (1593).
b. Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van Zutphen, een prebende (inkomsten uit geestelijke landgoederen) behorend tot de voormalig katholieke, door de Landdag geconfiskeerde goederen van het kapittel van de Zutphense St. Walburgkerk. Hij was hierover al in 1582 verwikkeld geraakt in een rechtszaak voor het Hof, tegen hem aangespannen door Bernt Mockinck, rentmeester van de geconfiskeerde geestelijke goederen in het Kwartier van Zutphen. Zie 0124 Archief van het Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4995, procesdossier15 uit het jaar 1582; en zie ook de regesten 148 (1593) en 154 (1593).
c. Voor kapittel, proost, prebende en proosdij, zie Verklarende woordenlijst.
b. Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van Zutphen, een prebende (inkomsten uit geestelijke landgoederen) behorend tot de voormalig katholieke, door de Landdag geconfiskeerde goederen van het kapittel van de Zutphense St. Walburgkerk. Hij was hierover al in 1582 verwikkeld geraakt in een rechtszaak voor het Hof, tegen hem aangespannen door Bernt Mockinck, rentmeester van de geconfiskeerde geestelijke goederen in het Kwartier van Zutphen. Zie 0124 Archief van het Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4995, procesdossier15 uit het jaar 1582; en zie ook de regesten 148 (1593) en 154 (1593).
c. Voor kapittel, proost, prebende en proosdij, zie Verklarende woordenlijst.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
371 v. (scan 722)
laatste wijziging 30-12-2022
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
28 maart
148 Seyno van Dort verzoekt de Landdag ondersteuning bij zijn pogingen zeker vonnis, te zijner voordeel gewezen ten tijde van bisschop Johan von Hoya, uitgevoerd te krijgen. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 28
Notabene:
a. "...des Z[a]l[iger] Bisschops Graven van der Hoeij...": dit is Johann VIII graaf von Hoya zu Stolzenau (Viborg 1529 - kasteel Ahaus 1574), vanaf 1553 als Johan IV prins-bisschop van Osnabrück, vanaf 1566 als Johan III prins-bisschop van Münster en administrator van Osnabrück, en vanaf 1568 administrator van het hoge stift Paderborn. Von Hoya voerde, na de invoering van de kerkelijke hervormingen van het Concilie van Trente (1545-1563), vooral bestuurlijke en juridische verbeteringen door in zijn ambtsgebieden, maar stond in katholieke kring bekend als een tamelijk lauw bestrijder van het protestantisme, die conflicten met zijn veelal protestantse buurstaten zoveel mogelijk vermeed en soms zelfs neigde naar ondersteuning van het protestantisme. Een commissie met de bekende Nijmeegse jezuïet Petrus Canisius en meerdere kardinalen bezochten hem in 1565 om zich van zijn loyaliteit aan de katholieke kerk te verzekeren, overigens met succes.
b. "...die heer van Dort...": Seyno van Dort, landdrost van Zutphen en schout van Lochem, comparant in de landdag voor de Ridderschap van Zutphen; zie o.a. regest 001 (1593).
c. De inhoud van deze zaak vermeldt het reces pas de volgende dag: Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van de St. Walburgkerk te Zutphen, en zijn verzoek had betrekking op een rechtszaak inzake deze prebende (inkomsten uit geestelijke goederen); zie de regesten 154 ( 1593) en 159 (1593). Het reces van 28 maart verwijst voor de inhoud wel naar een rekest van Van Dort, maar dit bevindt zich niet onder de bewaard gebleven landdagsstukken.
b. "...die heer van Dort...": Seyno van Dort, landdrost van Zutphen en schout van Lochem, comparant in de landdag voor de Ridderschap van Zutphen; zie o.a. regest 001 (1593).
c. De inhoud van deze zaak vermeldt het reces pas de volgende dag: Seyno van Dort genoot de inkomsten uit de proosdij van de St. Walburgkerk te Zutphen, en zijn verzoek had betrekking op een rechtszaak inzake deze prebende (inkomsten uit geestelijke goederen); zie de regesten 154 ( 1593) en 159 (1593). Het reces van 28 maart verwijst voor de inhoud wel naar een rekest van Van Dort, maar dit bevindt zich niet onder de bewaard gebleven landdagsstukken.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4696
Folionummer:
369 v. (scan 718)
laatste wijziging 30-12-2022