0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1651-1700
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1651-1700
5491 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1667
5491 H. F. de Loos contra Alithea van Scherpenseel, wed. Van Westerholt tot Hackfort., Inlevering van processtukken met betrekking tot een vicarie te Scherpenzeel.
Datering:
1667 8 Mrt
Procesdossiernummer:
1667/14
Eiser:
H. F. de Loos
Gedaagde:
Alithea van Scherpenseel, wed. Van Westerholt tot Hackfort.
Feit:
Inlevering van processtukken met betrekking tot een vicarie te Scherpenzeel.
laatste wijziging 07-02-2024
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1651-1700
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1651-1700
5444 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1662
5444 Alithea van Scherpenzeel, wed. Van Westerholt contra B. W. van Westerholt., Heerlijkheid Scherpenzeel.
Datering:
1662 18 Juli
Procesdossiernummer:
1662/47
Eiser:
Alithea van Scherpenzeel, wed. Van Westerholt
Gedaagde:
B. W. van Westerholt.
Feit:
Heerlijkheid Scherpenzeel.
laatste wijziging 11-09-2023
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1751-1811
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1751-1811
5828 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1752
5828 Sophia Charlotta van Wartensleben, vrouwe van Scherpenseel contra de schout aldaar., Excessen in zijn bediening van het schoutambt.
Datering:
1752 15 Dec
Procesdossiernummer:
1752/13
Eiser:
Sophia Charlotta van Wartensleben, vrouwe van Scherpenseel
Gedaagde:
de schout aldaar.
Feit:
Excessen in zijn bediening van het schoutambt.
Notabene:
Accoord.
laatste wijziging 23-03-2023
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1751-1811
Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1543-1811. 1071 pakken en 725 charters
N.B. Volgens P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 420, begon de reeks met 1547, terwijl over de jaren 1547-1599 veel ontbrak. De 16de-eeuwse dossiers waren reeds in 1839, toen het oude Hofgebouw gesloopt werd, bij de provinciale archieven geplaatst. Het overige was, grotendeels, in 1880 tegelijk met het door P. Nijhoff geordende Hofarchief naar het rijksarchief in Gelderland overgebracht. De rijksarchivaris mr. J.F. Bijleveld liet in 1889/90 de civiele procesdossiers uit de pakken nemen en opnieuw in chronologische volgorde rangschikken naar de data der sententiën in de desbetreffende zaken. Van de 1950 nummers, door W, A. baron van Spaen in zijn inventaris (zie inv.nr. 6980) beschreven, waaronder vele procesdossiers, ontbraken er toen 298. Enkele dossiers treft men aan in de hierna beschreven tweede reeks (inv.nrs. 5978-5985). Mr. Bijleveld heeft uit de hoofdreeks afgescheiden
1° de appèl-procesdossiers (inv.nrs. 6317-6800, waarschijnlijk met inbegrip van de dossiers van revisiezaken, inv.nrs. 6843-6862),
2° dossiers van zaken, welke met een accoord geëindigd waren (zie inv. Nos. 5986-6005).
In de hoofdreeks, zoals zij thans is samengesteld, treft men echter naast de dossiers van zaken waarin een sententie uitgesproken is, een aantal dossiers aan van zaken welke met een acoord of op een andere wijze geëindigd zijn zonder einduitspraak. Zie inv. Nos. 6040-6066.
1751-1811
5864 Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1764
5864 Gijsberta de Vries q.q. contra Maria van Coot, wed. van A. van der Hoef., Legaat van Hendrikje van Balkeschoten, vrouw van Aalt van der Hoef.
Datering:
1764 27 Mrt
Procesdossiernummer:
1764/4
Eiser:
Gijsberta de Vries q.q.
Gedaagde:
Maria van Coot, wed. van A. van der Hoef.
Feit:
Legaat van Hendrikje van Balkeschoten, vrouw van Aalt van der Hoef.
laatste wijziging 26-08-2022