I. Rekeningen en andere stukken, in hoofdzaak de fortificatie van steden betreffende

2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.

6945.21 Tekening van het huis Driesberg, kerspel Kessel aan de Niers. Gekleurd, (midden 16de eeuw) 1 blad
N.B. Driesberg te Kessel was een leengoed van het huis Baer aan de Gelderse IJssel. Zie: Register op de Leenen der Bannerheerlijkheid Baer en der Heerlijkheid Lathum, uitg. vereniging "Gelre", 1926, blz. 24 nr. 50, alsook: Register op de Leenaktenboeken van Gelre en Zutphen, Leenen buiten Gelderland (Uitheemsche leenen), blz. 105.

1.2.2. De afzonderlijke bezittingen

1.2.2. De afzonderlijke bezittingen