Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Dit gebeurde naast de dijk bij de Blauwe Kamer te Rhenen op 29 juni 1945. Er wordt van uitgegaan dat de korporaal verdronk in de Rijn in de avond/nacht van 25 op 26 september 1944, toen de geallieerden zich terugtrokken uit Oosterbeek. Zijn lijk werd door de Duitsers begraven nabij de plek waar hij werd gevonden.

Bijbehorende gegevens uit de Roll of Honour van de Slag om Arnhem (uitgave 2011). The graves of L/Sgt Kenneth Metcalfe, T/Sgt William Buckley, 2/Lt Russell Stephens Jr and T/Sgt Richard Eastman in the Rhenen General Cemetery, June 1945. It is presumed that ’20 9 44’ on the first grave refers to the date of burial. 18.9.1944. METCALFE, Kenneth J.; L/Sgt; 152637; age 28. L/Sgt Metcalfe (11th Battalion, The Parachute Regiment) was the last man of his stick in C-47 (Dakota) 42-93001, which crashed in a field in De Meent at Rhenen (see T/Sgt William Buckley and others). Afterwards his charred body was found inside the aircraft. Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg), 27.B.11. - USAAF 314 TCG - 61 TCS, C 47 42 93001, Base Saltby. The aircraft was hit by Flak, and crashed in De Meent at Rhenen, at about 1505 h. Three crew members perished, and were first buried in the Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg): BUCKLEY, William G.; T/Sgt (RO); 36349137; age? US Military Cemetery Lorraine, plot K-14-14; EASTMAN, Richard W.; T/Sgt (CC); 15382968; age 21. Repatriated to the Forest Rose Cemetery, Lancaster, State of Ohio, USA; STEPHENS Jr, Russell C.; 2/Lt (nav.); 0-887160; age? US Military Cemetery Lorraine, plot E-38-31. Eastman was killed by the Dutch SS soldier Geert Kamies while a POW. Kamies was sentenced to life imprisonment for this crime after the war. Capt. George D. Merz (pilot) and 2/Lt Ernest W. Haagenson (co-pilot) were wounded, but returned safely to Allied lines sometime later.

Bijbehorende gegevens uit de Roll of Honour van de Slag om Arnhem (uitgave 2011). The graves of L/Sgt Kenneth Metcalfe, T/Sgt William Buckley, 2/Lt Russell Stephens Jr and T/Sgt Richard Eastman in the Rhenen General Cemetery, June 1945. It is presumed that ’20 9 44’ on the first grave refers to the date of burial. 18.9.1944. METCALFE, Kenneth J.; L/Sgt; 152637; age 28. L/Sgt Metcalfe (11th Battalion, The Parachute Regiment) was the last man of his stick in C-47 (Dakota) 42-93001, which crashed in a field in De Meent at Rhenen (see T/Sgt William Buckley and others). Afterwards his charred body was found inside the aircraft. Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg), 27.B.11. - USAAF 314 TCG - 61 TCS, C 47 42 93001, Base Saltby. The aircraft was hit by Flak, and crashed in De Meent at Rhenen, at about 1505 h. Three crew members perished, and were first buried in the Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg): BUCKLEY, William G.; T/Sgt (RO); 36349137; age? US Military Cemetery Lorraine, plot K-14-14; EASTMAN, Richard W.; T/Sgt (CC); 15382968; age 21. Repatriated to the Forest Rose Cemetery, Lancaster, State of Ohio, USA; STEPHENS Jr, Russell C.; 2/Lt (nav.); 0-887160; age? US Military Cemetery Lorraine, plot E-38-31. Eastman was killed by the Dutch SS soldier Geert Kamies while a POW. Kamies was sentenced to life imprisonment for this crime after the war. Capt. George D. Merz (pilot) and 2/Lt Ernest W. Haagenson (co-pilot) were wounded, but returned safely to Allied lines sometime later.

Bijbehorende gegevens uit de Roll of Honour van de Slag om Arnhem (uitgave 2011). The graves of L/Sgt Kenneth Metcalfe, T/Sgt William Buckley, 2/Lt Russell Stephens Jr and T/Sgt Richard Eastman in the Rhenen General Cemetery, June 1945. It is presumed that ’20 9 44’ on the first grave refers to the date of burial. 18.9.1944. METCALFE, Kenneth J.; L/Sgt; 152637; age 28. L/Sgt Metcalfe (11th Battalion, The Parachute Regiment) was the last man of his stick in C-47 (Dakota) 42-93001, which crashed in a field in De Meent at Rhenen (see T/Sgt William Buckley and others). Afterwards his charred body was found inside the aircraft. Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg), 27.B.11. - USAAF 314 TCG - 61 TCS, C 47 42 93001, Base Saltby. The aircraft was hit by Flak, and crashed in De Meent at Rhenen, at about 1505 h. Three crew members perished, and were first buried in the Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg): BUCKLEY, William G.; T/Sgt (RO); 36349137; age? US Military Cemetery Lorraine, plot K-14-14; EASTMAN, Richard W.; T/Sgt (CC); 15382968; age 21. Repatriated to the Forest Rose Cemetery, Lancaster, State of Ohio, USA; STEPHENS Jr, Russell C.; 2/Lt (nav.); 0-887160; age? US Military Cemetery Lorraine, plot E-38-31. Eastman was killed by the Dutch SS soldier Geert Kamies while a POW. Kamies was sentenced to life imprisonment for this crime after the war. Capt. George D. Merz (pilot) and 2/Lt Ernest W. Haagenson (co-pilot) were wounded, but returned safely to Allied lines sometime later.

Bijbehorende gegevens uit de Roll of Honour van de Slag om Arnhem (uitgave 2011). The graves of L/Sgt Kenneth Metcalfe, T/Sgt William Buckley, 2/Lt Russell Stephens Jr and T/Sgt Richard Eastman in the Rhenen General Cemetery, June 1945. It is presumed that ’20 9 44’ on the first grave refers to the date of burial. 18.9.1944. METCALFE, Kenneth J.; L/Sgt; 152637; age 28. L/Sgt Metcalfe (11th Battalion, The Parachute Regiment) was the last man of his stick in C-47 (Dakota) 42-93001, which crashed in a field in De Meent at Rhenen (see T/Sgt William Buckley and others). Afterwards his charred body was found inside the aircraft. Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg), 27.B.11. - USAAF 314 TCG - 61 TCS, C 47 42 93001, Base Saltby. The aircraft was hit by Flak, and crashed in De Meent at Rhenen, at about 1505 h. Three crew members perished, and were first buried in the Rhenen General Cemetery (Achterbergsestraatweg): BUCKLEY, William G.; T/Sgt (RO); 36349137; age? US Military Cemetery Lorraine, plot K-14-14; EASTMAN, Richard W.; T/Sgt (CC); 15382968; age 21. Repatriated to the Forest Rose Cemetery, Lancaster, State of Ohio, USA; STEPHENS Jr, Russell C.; 2/Lt (nav.); 0-887160; age? US Military Cemetery Lorraine, plot E-38-31. Eastman was killed by the Dutch SS soldier Geert Kamies while a POW. Kamies was sentenced to life imprisonment for this crime after the war. Capt. George D. Merz (pilot) and 2/Lt Ernest W. Haagenson (co-pilot) were wounded, but returned safely to Allied lines sometime later.