N.B. Bij de datering van de regesten is, in de gevallen dat het probleem zich had kunnen voordoen, geen rekening gehouden met een mogelijk gebruik van de in Arnhem wel toegepaste Kerststijl (reg.nos. 29, 41, 88, 108, 109, 129, 273, 305). Aanwijzingen dat deze stijl door de Broederschap zou zijn gebezigd, zijn overigens ook niet voorhanden.
1. 14 schellingen, gaande uit het erf van Gadert Snoye, gelegen tussen het erf van Woude van Rokel en de openbare weg;
2. 3½ groot, gaande uit het erf van Aleyt Berssen Rutgersdochter, gelegen tussen het erf van Franck Rademaker en dat van Gheryt van Zoens;
3. 10 schellingen, gaande uit het erf van Deryck Melyssoen en diens vrouw Lysbet, gelegen buiten de Rijnpoort tussen het erf van Gheryt van der Heyden en "der schomaker loecupen"
N.B. Bij de datering van de regesten is, in de gevallen dat het probleem zich had kunnen voordoen, geen rekening gehouden met een mogelijk gebruik van de in Arnhem wel toegepaste Kerststijl (reg.nos. 29, 41, 88, 108, 109, 129, 273, 305). Aanwijzingen dat deze stijl door de Broederschap zou zijn gebezigd, zijn overigens ook niet voorhanden.
1. 14 schellingen, gaande uit het erf van Gadert Snoye, gelegen tussen het erf van Woude van Rokel en de openbare weg;
2. 3½ groot, gaande uit het erf van Aleyt Berssen Rutgersdochter, gelegen tussen het erf van Franck Rademaker en dat van Gheryt van Zoens;
3. 10 schellingen, gaande uit het erf van Deryck Melyssoen en diens vrouw Lysbet, gelegen buiten de Rijnpoort tussen het erf van Gheryt van der Heyden en "der schomaker loecupen"
b. Afschrift in inv.no. 102, folio 31 verso.
c. Afschrift in inv.no. 104, folio 5 verso.
Erboven: "14 schillingen cleyn denarii uyt Geertruyt Snoeyen hoff nu Herman van Wamell" en: "is geloest". In margine: "is onbekent".