N.B. Bij de datering van de regesten is, in de gevallen dat het probleem zich had kunnen voordoen, geen rekening gehouden met een mogelijk gebruik van de in Arnhem wel toegepaste Kerststijl (reg.nos. 29, 41, 88, 108, 109, 129, 273, 305). Aanwijzingen dat deze stijl door de Broederschap zou zijn gebezigd, zijn overigens ook niet voorhanden.
N.B. Bij de datering van de regesten is, in de gevallen dat het probleem zich had kunnen voordoen, geen rekening gehouden met een mogelijk gebruik van de in Arnhem wel toegepaste Kerststijl (reg.nos. 29, 41, 88, 108, 109, 129, 273, 305). Aanwijzingen dat deze stijl door de Broederschap zou zijn gebezigd, zijn overigens ook niet voorhanden.
Erboven: "Daer nu Jan Daneltsoen in woent achter de Roedenborch by der Statsmuyr"; in margine: "Heer Jan van Elden Culart".
b. Afschrift in inv.no. 102, folio 29.
In margine: "Her Jan van Helden"; eronder: "... [onleesbaar] ... modo Sceel Eckbert modo Steven Scut achter Rodenborch".
c. Afschrift in inv.no. 104, folio 4 verso.
In margine: "Is onbekent"; erboven: "XVIII schellingen clein denarii achter Rodenburg gelegen modo Steven Scut Vos magister und Sceel Eckberts wijff, is nu 2 huys placht ... [onleesbaar] ... to wesen, na vermogen des bryffs nabeschreven. Hyer aff is die hilff gelaest durch Henrick van Doerninck anno 58 als men in Evert Gaemis reekeninge winden sal".