Oorlog. Eind ‘44 werd het huis door de Duitsers geconfisqueerd en moest het gezin het huis verlaten. De Duitsers hebben geprobeerd het huis in brand te steken; het huis bleef bespaard maar verder was alles verkoold.
Het bezit. In 1951 kon moeder het huis kopen en het is nog steeds in de familie. Toen moeder ouder werd trokken de heer O. en zijn vrouw bij moeder in en werd het huis in tweeën gesplitst. De heer O. is oprichter van een stichting en daarvan kwam iemand over de tuin adviseren. Later is de (moes)tuin weiland geworden en kwamen er schapen, kippen en ganzen.
Personeel. De heer A. was een factotem in de familie die vooral in de grote (moes)tuin werkte. Hij was in Lochem al in dienst en verhuisde mee naar Eefde, waar hij in het koetshuis kwam te wonen. Behalve een paar kippen waren er geen dieren. Voor in huis was er een dienstbode die op zolder sliep.
Het water. Om het huis heen was water. Bij hoge waterstand van de IJssel liep die bij Baak over en stond het huis midden in het water. Met een bootje en via planken ging je dan naar de spoorbaan en dan kon je verder lopen naar school in Zutphen.
De eigenaren hadden van oudsher recht op water uit de Eefse Beek. Nadat het Twentekanaal gegraven was, kwam de Eefse Beek niet meer naar huis Den Dam en daalde het grondwaterpeil waardoor alle oude bomen kapot gingen. Vader regelde met Rijkswaterstaat dat er via een sloot alsnog water kwam. Nog weer later kreeg men water uit de Berkel.