N.B. Met welk doel deze verzameling werd aangelegd is niet bekend. De band bestaat uit een aantal, met verschillende handen beschreven katernen, dubbel-katernen en bladen uit de 15de en 16de eeuw. i
N.B. Met welk doel deze verzameling werd aangelegd is niet bekend. De band bestaat uit een aantal, met verschillende handen beschreven katernen, dubbel-katernen en bladen uit de 15de en 16de eeuw.
- fol. 26-39, statuten en rechten van de ridderschap van Berg en Blankenberg, 1511 october 8. Enige onbeschreven bladzijden.
- fol. 45-48, privilegie, aan de ridderschap van Kleef en Mark verleend door Johan, vader, hertog van Kleef, graaf van Mark en Katzenellnbogen, en Johan, zoon, jonge hertog en graaf, 1511 maart 24.
- fol. 86, 17 recto, aanspraak in het geschil over de goederen van de Feltz en het huis Wolffstein tussen Arnolt von der Veltz (Feltz), mede namens zijn "magh" Bernhart, (eiser) en heer Jorge (von der Veltz), verweerder, zoals de verweerder onderstelt, dat deze zal luiden, (c. 1530). "Diss hienach hain ich (heer Jorge) uf verbesserungh gedacht, wie ich mein Arnolt von der Veltz sein forderungh und ainspraich thuen werde und meinn antwort daruff etc., unnd gedenckes du iet bessers, setz herbey".
- fol. 88-91, wijsdom, opgesteld door ridderschap en edelen van het hertogdom Luxemburg en het graafschap Chini, betreffende de wijze, waarop de ridder-richter zijn taak moet vervullen en de manier van procederen in het leengerecht, 1462 februari 22.
-fol. 91 vso-92 recto, wijsdom alsvoren omtrent de toepassing in de practijk van het in het landrecht vastgelegde erfrecht voor leden van de adel, luidende: das dat negste bluet erbet in vetterlichen und mutterlichen erfeltnisse in rechter linien und desselben gleichen in allen beyfalhe", 1466 februari 26.
- fol. 92 vso-93, "Ordnungh" of reglement, vastgesteld door de ridderschap, omtrent de emolumenten voor de gezworen schrijver van het ridderlijke gericht, 1462 october 18.
- fol. 94, aantekening betreffende het optreden van de "Underprobst" van Luxemburg als gezworen deurwaarder van het ridderlijke gericht naar oude gewoonte, (c. 1460 ?).