N.B. Schepenen, gezworens en raden van Den Bosch hadden terzake in 1735 een verzoekschrift gericht tot de Staten-Generaal en vervolgens tot de Landschap Gelre-Zutphen. De landdag besloot 18 october 1735 de zaak in handen te geven van het Hof, waarna de substituut-momber dr. Gijsbert Opten Noorth een advies opstelde. De landdag te Arnhem beschikte 29 april 1739 afwijzend op het Bossche verzoek. Het inliggende mombersadvies van 1738 draagt het agendanummer 26 van de stukken van de landdag, welke in april 1739 gehouden werd; het is kennelijk naar het Hof teruggegaan. Zie missive van het Hof aan de Landdag d.d. 1739 maart 20 (inv.nr. 39, Memorie- en resolutieboek 22, blz. 40-48).
N.B. Schepenen, gezworens en raden van Den Bosch hadden terzake in 1735 een verzoekschrift gericht tot de Staten-Generaal en vervolgens tot de Landschap Gelre-Zutphen. De landdag besloot 18 october 1735 de zaak in handen te geven van het Hof, waarna de substituut-momber dr. Gijsbert Opten Noorth een advies opstelde. De landdag te Arnhem beschikte 29 april 1739 afwijzend op het Bossche verzoek. Het inliggende mombersadvies van 1738 draagt het agendanummer 26 van de stukken van de landdag, welke in april 1739 gehouden werd; het is kennelijk naar het Hof teruggegaan. Zie missive van het Hof aan de Landdag d.d. 1739 maart 20 (inv.nr. 39, Memorie- en resolutieboek 22, blz. 40-48).