N.B. Het keurambt is in 1550 gelost van de erven van MAURITIUS MAURITH (zie no. 476) en vervolgens tot 1557 vereenigd geweest met het rentambt Veluwe, In 1795 is het opgeheven. Zie verder de aanteekening aan het hoofd van E XVIII in de 3de Afdeeling.
N.B. Heerengoed was de naam van een hoorig goed van den hertog op de Veluwe. De uit die goederen verschuldigde heerenguldens en andere tynsen werden geïnd door den rentmeester van Veluwe. Hier vindt men alleen stukken betreffende de z.g. misbruiken. Zie ook de aanteekening aan het hoofd van E.XVIII. in de 3de Afdeeling.
N.B. Dit deel, gemerkt E, is formeel een vervolg op zekere deelen A-D, die tot de hertogelijke archieven behooren en lijsten van hoorige lieden en goederen op de Veluwe bevatten, terwijl het protokol, beschreven onder no. 1519, beginnende met een deel F, er evenmin, wat den inhoud betreft, bij aansluit. Het bevat afschriften, die (meerendeels door BELL en DIBBETS) gecollationneerd zijn naar de oorspr. uitgegeven brieven. Enkele afschriften hebben betrekking op abts-en vrouwengoederen. De sententie op fol. LXXIX is eerst in 1602 ingeschreven; ook de inhoudsopgave voorin moet omstreeks dien tijd zijn gemaakt. i
N.B. Het keurambt is in 1550 gelost van de erven van MAURITIUS MAURITH (zie no. 476) en vervolgens tot 1557 vereenigd geweest met het rentambt Veluwe, In 1795 is het opgeheven. Zie verder de aanteekening aan het hoofd van E XVIII in de 3de Afdeeling.
N.B. Heerengoed was de naam van een hoorig goed van den hertog op de Veluwe. De uit die goederen verschuldigde heerenguldens en andere tynsen werden geïnd door den rentmeester van Veluwe. Hier vindt men alleen stukken betreffende de z.g. misbruiken. Zie ook de aanteekening aan het hoofd van E.XVIII. in de 3de Afdeeling.
N.B. Dit deel, gemerkt E, is formeel een vervolg op zekere deelen A-D, die tot de hertogelijke archieven behooren en lijsten van hoorige lieden en goederen op de Veluwe bevatten, terwijl het protokol, beschreven onder no. 1519, beginnende met een deel F, er evenmin, wat den inhoud betreft, bij aansluit. Het bevat afschriften, die (meerendeels door BELL en DIBBETS) gecollationneerd zijn naar de oorspr. uitgegeven brieven. Enkele afschriften hebben betrekking op abts-en vrouwengoederen. De sententie op fol. LXXIX is eerst in 1602 ingeschreven; ook de inhoudsopgave voorin moet omstreeks dien tijd zijn gemaakt.