N.B. Vergelijk het aangeteekende aan het hoofd van E.I. in de 3de Afdeeling. In overeenstemming met het feit, dat de domeinen van Middelaar aanvankelijk alleen het bedoelde rentambt vormden en er vóór 1600 geheel van zijn losgeraakt, zijn de weinige daarvan bewaarde stukken afzonderlijk gehouden. Over de domeinen onder dit rentambt raadplege men ook de rapporten onder nos. 272 en 273.
N.B. Deze stukken zijn meerendeels door RENOY uit de hertogelijke archieven gelicht. Overwogen is, of het wenschelijk zou zijn, ze, althans ten deele, daarheen terug te brengen. Hiertoe is echter niet overgegaan omdat ze, in verband met hun laatste bestemming bijeengevoegd, het beste tot hun recht schenen te komen. Opmerking verdient echter, dat sommige stukken van wijdere strekking zijn dan de omschrijving van dit dossier doet vermoeden; men raadplege de regesten. Het beheer der bedoelde domeinen behoorde destijds nog tot het landrentambt-generaal, doch daar ze sinds 1560 onder den rentmeester van Nijmegen ressorteerden, zijn de stukken hier niet misplaatst.
N.B. Vergelijk het aangeteekende aan het hoofd van E.I. in de 3de Afdeeling. In overeenstemming met het feit, dat de domeinen van Middelaar aanvankelijk alleen het bedoelde rentambt vormden en er vóór 1600 geheel van zijn losgeraakt, zijn de weinige daarvan bewaarde stukken afzonderlijk gehouden. Over de domeinen onder dit rentambt raadplege men ook de rapporten onder nos. 272 en 273.
N.B. Deze stukken zijn meerendeels door RENOY uit de hertogelijke archieven gelicht. Overwogen is, of het wenschelijk zou zijn, ze, althans ten deele, daarheen terug te brengen. Hiertoe is echter niet overgegaan omdat ze, in verband met hun laatste bestemming bijeengevoegd, het beste tot hun recht schenen te komen. Opmerking verdient echter, dat sommige stukken van wijdere strekking zijn dan de omschrijving van dit dossier doet vermoeden; men raadplege de regesten. Het beheer der bedoelde domeinen behoorde destijds nog tot het landrentambt-generaal, doch daar ze sinds 1560 onder den rentmeester van Nijmegen ressorteerden, zijn de stukken hier niet misplaatst.