De tekst beslaat de periode 17 september 1944 tot en met 26 april 1945. De auteur beschrijft de landing per parachute, gevechten bij de Klingelbeekseweg, het gewond raken door een Duitse sluipschutter, zijn verblijf in het noodhospitaal De Tafelberg en de Willem III kazerne in Apeldoorn, zijn ontsnapping uit een krijgsgevangenentrein bij Zwolle, en het opgevangen worden door de ondergrondse