9 Jacob Anthonij Bouricius, wonende te dezer stede, verklaart zich te stellen tot borg als principaal voor O. De Ruuk in kwaliteit van commis collecteur der convoijen en licenten te Arnhem ten behoeve van den Lande voor de summa van 16000 gl.; [enz.];

10 Hendrik van Davelaar en Jan Verburgt, wonende binnen deze stad, verklaren voor en ten behoeve van Gradus van Davelaar, Teunis de Jong en Jan Renes, te Scherpenzeel woonachtig, zich te stellen tot borgen, zulks doende kracht en mits deze, niet alleen voor de prompte en volkomen voldoening van zodanige kooppenningen ter summa van 25750 gl. als waarvoor gemelde G. van Davelaar, T. de Jong en J. Renes van F. Felderhoff en Mevrouw de weduwe de Waaijer, geboren Felderhoff, in een vaste, stedige en altoosdurende erfkoop zouden hebben gekocht de herenhuizinge, Leeuwendaal genaamd, met de daarbij en onder gehorende boerenerven en bouwhoven met alle de hieraan gehorende huizen, hoven, bergen en schuren, benevens alle de aanhorige zo hoge als lage landerijen, gronden, water en weiden, wallen en sloten, opgaande bomen en houtgewassen, [enz.] staande en gelegen bij en aan malkander in het Departement 's Lands van Utrecht onder de jurisdictie der stad Rhenen bij de Grep, [---] maar ook voor de deugdelijke prestatie en getrouwe nakoming van zodanig koopcontract als hiervan door voorgemelde kopers en verkopes gesloten en getekend is; [enz.];

11 Cornelis Alphers en Margaretha van der Kaa e.l. verklaren verkocht te hebben en alnu te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten erfelijke behoeve van Mr Roeland Jan Bouricius en Eleonora Christina Fredrica Eijtelwein e.l. een weide in het Oude Markslag, gelegen in het Arnhemsche Broek, leenroerig aan de Leenkamer van 's Heerenberg met een pond goed gelds, groot 6 morgen, [enz.] en bekennen van de volle kooppenningen ter somme van 5700 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn; [enz.];

12 Mr Statius Reinier Schrassert en Margaretha Carolina De Vree e.l. verklaren te hebben verkocht aan J.H. Leehnkring en N. van Ginkel e.l. een obligatie, groot 1000 gl., heenkomende en staande ten name van wijlen comparanten tante vrouwe Catharina Elisabeth van der Gronden, weduwe Jacob Akkersloot, ten Comptoire Haarlem d.d. 01-11-1790; [enz.];