9 Mr Statius Reinier Schrassert en Margaretha Carolina De Vree e.l. verklaren te hebben verkocht en bij dezen te cederen en te transporteren een obligatie, groot 1000 gl., tot laste van Westfriesland en 't Noorderkwartier, ten comptoire van Alkmaar, d.d. 15-06-1708 ten name van Albertus Ahuijs en Nicolaas Poelenburg als voogden van Maria Theresia Ahuijs, aan comparanten bij magescheid van 03-04-1799 in volle eigendom toegedeeld, aan Daniel Willem Abram Patyn, wonende te Amsterdam; [enz.];

10 Mr Oswald Otters verklaar verkocht te hebben en alnu te cederen en in volle eigendom over te geven aan en ten behoeve van Mr Arnold Antoni Gaijmans en Antonia Asuera van Reede e.l. een obligatie ten laste van 't gemene Land van Holland en Westfriesland ten comptiore Enkhuizen, groot in kapitaal 800 gl., ten name van Wibrich Cornelisz, weduwe van Marten Proos, d.d. 08-10-1656 zo en als dezelve obligatie aan comparant bij het maaggescheid over de nalatenschap van zijn ouders wijlen Mr H.H. Otters en A.M. Tulleken e.l. op 31-03-1780 is toegedeeld; [enz.];

11 De procureur Isaac Nijhoff in kwaliteit van gemachtigde van Willem Anne Schimmelpenninck van der Oije luid volmacht, op 19-03-1799 voor de leden, uitmakende het gemeentebestuur dezer stad, gepasseerd, verklaart voor zijn principaal op 23-10-1798 publiek te hebben verkocht en alnu ingevolge de koopcondities te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten erfelijke behoeve van Mr Jacob Anthonij Bouricius en deszelfs ehevrouwe Geertruida Johanna Visscher een huis, tuin met tuinhuis, koetshuis en stalling, staande en gelegen binnen deze stad aan de Kerkstraat bij de Groote kerk met een tuin, uitkomende in de Pastoorstraat; [enz.] en bekent van de volle kooppenningen ter summe van 16800 gl. vrij geld ten volle voldaan en betaald te zijn;

12 Charles Gideon Ferlus en Reiniera Aletta van der Heyden e.l. verklaren te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten erfelijke behoeve van de 3 kinderen van comparante, met name: Hendrik Hermen Reijers, Jan Reijers en Anna Jacoba Geertruida Reijers, alle hunlieder gerede en ongerede goederen zo zij thans hebbende en bezittende zijn, geen daarvan uitgezonderd als alleen comparantes klederen en lijfstoebehoren, en daaronder bij name mede alle zodane gerede en ongerede goederen, actien en crediten als aan Reiniera Aletta van der Heijden vnd. bij magescheiding tussen haar en haar kinderen, opgericht op 07-03-1798 in eigendom zijn toe- en aangedeeld, mitsgaders het aandeel der comparante en haar kinderen provisioneel gemeen gehouden zijn; [enz.] verklarende comparante verder ten behoeve van de 3 voorgemelde haar kinderen te renuncieren en afstand te doen van het recht van tucht, haar, comparante, uit kracht van huwelijksvoorwaarden gecompeteerd hebbende aan de nalatenschap van haar overleden man Zeger Reijers, [enz.] en zulks alles om daardoor te betalen de boedelschulden van de comparanten zoverre die in een contract d.d. heden tussen comparanten en dezelve 3 kinderen nominatim zijn vermeld; [enz.]; "insertuur": 17-05-1794 Nademaal op verzoek van Charles Gideon Louis Ferlus en Reiniera Aletta van der Heyden e.l. door verscheidene crediteuren peinding onder de roeidragers dezer stad zijn geseponeerd en dezelve voornemens die te doen exploiteren, terwijl in zodanig geval een werkelijke executie der boedelseffecten onvermijdelijk zou zijn en zich H.H. Reyers, A.J.G. Reyers en Jan Reyers, meederjarige kinderen van haar, Reiniera Aletta van der Heyden, bij wijlen Zeger Reyers in echt verwekt, met de betaling van eventueel tekort van die schulden hebben gechargeerd en gedeeltelijk werkelijk hebben betaald, zo is ter vermijding van het schadelijk en kostbare van zodanige executie