9 Baltus van Schepping en Maryke Janssen e.l. verklaren aan Henr. Cannegieter en Rachel Muijs e.l. wegens geleende en te dank ontvangen penningen schuldig te zijn de summe van 600 Caroli gl., welke kapitale summe de e.l. debiteuren beloven te verinteressen met 4 percent jaarlijks vrij geld [enz.], tot securiteit van welk kapitaal en daarop te verlopen renten de e.l. comparanten verbinden hunlieder personen en goederen, specialijk een huis met een schuur daaraan vast zijnde, gelegen tussen de St. Jans- en Velperpoort omtrent de glacie en St. Jans Beeck dichtbij de Korenmolen van St. Jan in den schependom van Arnhem, [---] nog verbindende een stuk nieuw aangemaakt land van 3 schepel gezaai, doch nu bepoot met akkermaal en gelegen omtrent Alteveer, nog een stuk land van Alexander Veltman, door debiteuren aangekocht en insgelijks gelegen bij Alteveer, groot ongeveer een half mouwer [enz.];

10 Frederick Ten Have en Jantje Pelgrums e.l. verklaren te cederen, te transporteren en over te geven aan Adriaen de Ronde en Henrica van Klinckenberg e.l. hunlieder huizen en erven, buiten de St. Janspoort aan Emaus bij 't Claphecken gelegen, waar de Leeuw uithangt, het ene tegenwoordig in huur bewoond wordende door Gerrit Haegen en het andere door Willem Beernts in huur gebruikt zijnde geweest, neffens de schuur [enz.] en zulks voor een somma van 1175 gl. vrij geld, van welke kooppenningen transportanten bekennen voldaan en betaald te zijn [enz.];

11 Hermannus Leppinck, Antonij Leppinck en Hendrica Leppinck, tezamen de rato caverende voor hun absente broeder Johan Leppinck, cederen, transporteren en dragen op en geven over in volle eigendom aan Gerhard Reijnders en Geertruyd Reyers e.l. voor 2/3 en aan Alphert Alpherts en Johanna Reijers e.l. het overige 1/3 part van een huisje, staande alhier achter St. Janspoortsmuur [enz.], bekennende van de kooppenningen ad 60 gl. voldaan en betaald te zijn [enz.];

12 Hermannus Francois van Linden en deszelfs ehevrouw Johanna Catharina Willeborts, voormaals weduwe van Derk van der Wolden, verklaren te cederen, te transporteren en op te dragen aan en ten behoeve van Gideon de Gast en Anna des Millevilles e.l. een hof, achter de muur tussen de Sabels- en Rijnpoort alhier in de stad gelegen, waar naast en voor ten westen en noorden ligt de hof van de heer contrarolleur [Lubbert] Umbgrove en ten oosten de hof van de procurator van Olden, en zulks voor een summa van 1000 gl. Hollands in conformité van de koopcedul, deswegen op 22-02-1734 opgericht tussen Gideon de Gast en Anna des Millevilles e.l. en tweede comparante, doenmaals nog weduwe zijnde van haar eerste man Derk van der Wolden en van wie zij het recht door mutuele dispositie, op 19-10-1730 voor schepenen gepasseerd, bekomen had, dat de voorzegde hof door de langstlevende zoude mogen tot voordeel van de boedel verkocht worden, welke kooppenningen ook aan tweede comparante volgens opgestelde inventaris en daarop gevolgd magescheid tussen haar en haar kinderen, op 15-03-1734 voor het ingaan van haar tweede huwelijk opgericht, zijn toegedeeld, bekennende comparanten alnu van die kooppenningen ad 1000 gl. voldaan en betaald te zijn [enz.];