5 Abraham Willem Constantinus Keijser, gemachtigde van Hester Josina de Jong, weduwe van Rutger Reinier Keyser en volgens mutueel testament, op 30-07-1792 voor de notaris Pieter de Maret en getuigen te Middelburg in Zeeland gepasseerd, alleen geconstitueerde executrice in de boedel en nalatenschap van wijlen haar voorgemelde man, mitsgaders voogdesse over de bij haar geprocreeerde en met deszelfs dood achtergelaten 3 zonen en 2 dochters, met name: Hendrik, Carel Rutger Jacob, Jan Justinus, Theodora Cornelia Hendrika en Johanna Elisabeth Keijser, luid volmacht, op 20-02-1796 voor Huijbert Ketelaar, notaris bij de Hoge Regering van Nederlandsch India geadmitteerd, buiten de stad Batavia residerende, en getuigen gepasseerd en door de President en Raden van Justitie des Kasteels Batavia, gelegen op het eiland Groot Java, op 18-03-1796 gevidimeerd, [---] verklaart in zijn aangetogen kwaliteit ten behoeve van zijn principale en pupillen te hebben opgenomen en ter leen ontvangen van en alzo oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan Cornelis Mos een kapitale somme van 12000 gl. Hollands geld van welk kapitaal comparant belooft te betalen jaarlijks interesse tegen 5½ percent in het jaar gerekend, [enz.], voor welk kapitaal en interessen comparant verklaart te verbinden de personen, gerede en ongerede goederen van zijn principalinne en pupillen en daarvoor bovendien tot speciaal hypotheek en onderpand te stellen het goed Klarenbeek zoals hetzelve op 30-04-1788 aan wijlen Rutger Reinier Keijser en zijn nagebleven weduwe, comparants principalinne, is getransporteerd, mitsgaders het goed Praesikhaaf aan dezelve op 12-01-1791 getransporteerd; [enz.];

6 LG. Dusautoij en J.W. Brink e.l. verklaren wel en deugdelijk schuldig te zijn aan M. Gavanon, weduwe, erfuiterse en boedelhouderse van wijlen J.H. van Hemessen, een somma van 770 gl., heenkomende wegens geleverde wijnen volgens afgegeven acceptatien, welke somma comparanten beloven promptelijk te betalen over een jaar met de interest van dien ad 4 percent, [enz.] en verklaren voorts voor hetzelve kapitaal en renten te verbinden hun personen, gerede en ongerede goederen, speciaal mede hunlieder huis, koetshuis, stal en erve, den Vergulden Adelaar, staande in de Rijnstraat dezer stad en in de Weverstraat uitkomende; [enz.]

7 Coenraad Schaap en Meggelt Roelofs e.l. verklaren verkocht te hebben en uit hoofde van dien te transporteren en in volle en privative eigendom over te dragen aan en ten erfelijke behoeve van Gerret Jan van Soomeren en Johanna Megliena van Good e.l. een huis en erve met een tabaksschuur, hof en land, tezamen groot 1 schepel gezaai, alhier buiten dezer stads Velperpoort aan het St. Martenskerkhof gelegen en door de comparanten van Jonas Loos en Maria vvan der Kolk in de jare 1784 aangekocht, en bekennen van de volle kooppenningen ad 1250 gl. vrij geld ten volle betaald en voldaan te zijn;

8 Otto van Olden en Sebilla Belder e.l. verklaren te transporteren aan en ten behoeve van de burger R.J. Bouricius en vrouwe Eleonora Cristina Frederica Eytelwein e.l. een streep grond met de daarop staande iepebomen, gelegen ten einde van de Oude Craan voor het hof van de weduwe A.Troost en de kopers, en zulks voor een summa van 100 gl. [enz.];