37 Mr Arnold Antoni Gaymans voor zich en de rato caverende voor zijn broeders en zusters, met name Mr Hermen Hendrik Gaijmans, Abigaël Martha Gaijmans, Mr Derk Gaijmans, Jacob Zacharias Stuten als in huwelijke hebbende Johanna Elizabeth Gaijmans, Mr Jan Gaijmans en Georg Christiaan Pauw van Vos van Sinderen als in huwelijk hebbende Josina Christina Gaymans verklaart te constintueren en machtig te maken de burger D. Hoefhamer, secretaris der stad Elburg, teneinde in naam van de comparant met en benevens de verdere naastbestaanden de boedel en nalatenschap van Mr Oswald Otters, zijnde geweest de oom van moederszijde van de comparant en deszelfs broeders en zusters, op 16-11-1799 binnen Elburg overleden, onder beneficie van invenstaris te aanvaarden [---], de inventaris van deze boedel in maniere als behoorlijk is, op te richten; [enz.];

38 Jan Bodd en Geertruyd Wolters e.l. verklaren te qualificeren en volmachtig te maken Mr H.A. Rappard, advocaat voor het Hof van Justitie in Gelderland, en Isaac Nijhoff, procureur te Arnhem, om namens constituanten te compararen voor de richter, ambtman [enz.] in Overbetuwe en aldaar te passeren een acte van navolgende inhoud: - dat zij, Jan Bodd en Geertruijd Wolters e.l., bekennen deugdelijk schuldig te zijn volgens de resp. acten van bezaat: 1e) aan L.W. de Fockert een summa van 14605 gl. en 11 stuiver; [enz.]; 2e) aan J. van IJsseldijk alzodane somme van penningen als gezegde J. IJsseldijk eventueel te kort mocht komen terzake van zodane wissel, groot 11701 gl. en 5 stuiver als door heer J. IJsseldijk met en benevens J. Bodd op 18-11-1797 ten behoeve vna het ambt Overbetuwe is afgegeven; 3e) aan Maria Anna van Wanraij, weduwe Nicolaas de Bode, en Anna Cornelia van Wanraij, mitsgaders Michiel Hendrik van den Ouweland, enige en universele erfgenamen van wijlen Mr J.J. van Wanraaij en somme van 800 gl. wegens in september l.l. geleverde schapen, voorts een somme van 6655 gl. wegens geleende penningen volgens handschrift van 27-03-1798, mitsgaders nog een somme van 19536 gl. wegens geleend geld volgens handschrift van 15-12-1797; 4e) aan L.J. Smits a) 2000 gl. wegens een wissel d.d. 18-10-1793, b) 400 gl. wegens een wissel d.d. 23-12-1793; c) 1000 gl. wegens een wissel d.d. 01-03-1794 ten behoeve van hem, L.J. Smits, afgegeven; [enz.] 5e) aan E. Kramp in kwaliteit van gemachtigde van L.J. Smits en M.M. Smits, R. Straalman, mitsgaders J.N. A. van Wassenaar, tezamen erfgenamen van wijlen vrouwe Smits, geboren Engelberts, een somma van 11750 gl. wegens 2 jaren pacht van een huis, vanouds het Zwaantje genaamd, met annexe weilanden en de goederen in Malburgen over de jaren 1797 en 1798; 6e) aan N. Blaauw en J. Troost pro se et nomine uxoris, erfgenamen van wijlen Michiel Fredrik Blaauw en Geertruida Wesselman, in leven e.l.,