21 Willem Hendrik de Vries en Henrietta Jacoba Tulleken e.l. verklaren oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan Willem Poel & zoon, kooplieden te Amsterdam, een somme van 5000 gl. Hollands courant, welk kapitaal afgelost is zodra bovengemelde kooplieden het recief hebben ontvangen van zekere partij koffiebonen, door hen voor de comparanten verkocht en die in de kolonie van Suriname ingevolge een daarvan gemaakt contract geleverd moet worden, tot securiteit van welk kapitaal comparanten verbinden alle hun goederen en tot een speicaal hypotheek en onderpand stellen hun huis en erve, staande in de St. Walburgstraat, en een tuin buiten de Velperpoort aan de Steenstraat gelegen; [enz.];

22 Mr Hendrik Willem van Meurs en Beatrix van Meurs e.l. verklaren op heden 01-07-1799 van Derk Visser ter leen te hebben ontvangen een kapitale summa van 3000 gl. Caroli gl. Hollands met belofte dit kapitaal jaarlijks te zullen verinteressen met 4½ gl. van iedere honderd [enz.] en verklaren tot securiteit van welk kapitaal van 3000 gl. en alle daarvan verschulde interesse in het generaal te verbinden hun personen, erfgenamen en gerede en ongerede goederen en bovendien tot een speciaal hypotheek en onderpand te stellen en te verbinden hun, comparanten, eigendommelijk huis en erve, staande alhier binnen deze stad tussen de erve van Mr J.A. Bouricius en het erve van de Societeit in de Menthensteeg; [enz.];

23 Dor H.A. Rappard in kwaliteit van gemachtigde van Alexander Jan Grothe en Louise Elisabeth Rosmaale e.l. vermogens acte van volmacht, op 16-07-1799 voor de algemene Aanklager en Raden van Rechtspleging der stad Utrecht op comparant gepasseerd, verklaart vermits gedane verkoop door zijn principalen te cederen en te transporteren aan en ten erfelijke behoeve van George Fredrick Smedecken en Helena Catharina Hodson e.l. zijner principalen huis en erve, tuin, stalling en koetshuis, binnen deze stad in de Koningstraat op de Beek tegenover het St. Catharinagasthuis gelegen, benevens 2 huisjes in de Kromme Elleboogsteeg; [enz.], alles met verdere verklaring dat zijn principalen van de kooppenningen ter somme van 21000 gl. ten volle zijn voldaan; [enz.];

24 Isaac Nijhoff Is.z. en Johanna Jacoba de Vrij e.l., te kennen gevende dat Bernardus de Vrij en Anmus de Vrij bij notariele acte, op 09-07-1799 voor de notaris Wynand van der Wehl en getuigen te Utrecht gepasseerd, hebben bekend wel en deugdelijk schuldig te zijn aan en ten erfelijke behoeve van Bernardus Specht, insgelijks woonachtig te Utrecht, een kapitale summa van 963 gl. 16 stuiver en 10 penningen, spruitend uit zake van penningen als beschadigde borgen voor Bernardus de Vrij van Laar en aangetelde penningen [enz.], verklaren zich voor dit kapitaal en interesse tezamen en voor het geheel te stellen tot borgen en principalen [enz.] en verbinden te dien einde hun personen en gerede en ongerede goederen; [enz.];