17 Mr J.L. de Haes in kwaliteit van gemachtigde van zijn vorstelijke Doorluchtigheid Constantin Alexander Joseph des H.R. Rijksvorst van Salm Salm, Rijngraaf tot Stein, Wildgraaf tot Dhaun en Kijrburg, hertog tot Hoogstraten, souverein heer tot Anholt, des keurpaltzischen St. Huberts ordens Ridder, en hoogstdeszelfs ehegemalinnne vrouwe Maria princesse van Salm Salm, geboren gravin van Sternberg kracht volmacht, onder Hoogstderzelver handen en zegels op het vorstelijk huis Anholt op 28-12-1793 op comparant gepasseerd, verklaart in naam van zijn principalen tot meerder securiteit van zondane 10000 gl. als comparant q.q. bij 2 onderscheiden actens van schuldbekentenis, ieder van 5000 gl., voor de gerichte der heerlijkheden Gendringen en Etten, op 14 en 15 januari 1794 gepasseerd, aan de heer F.G. baron van Reede tot de Parkeler schuldig heeft bekend, [enz.] behalve het voor welgemelde gerichte der heerlijkheden Gendringen en Etten gedane verband speciaal mede ten profijte van vnd. heer F.G. baron van Reede tot den Parkeler te verhypothekeren de aan zijn principalen toebehorende tweederde parten in de Anholtse- of Egmondse tol, op de Rijn en IJssel te IJsseloort geheven wordende mitsgaders alle deszelfs opkomsten en revenuen; [enz.];

18 De heer Willem Hendrik de Vries, luitenant-kolonel ten dienste dezer Landen, en vrouwe Henrietta Jacoba Tulleken e.l. verklaren wegens opgenomen en ontvangen penningen deugdelijk schuldig te zijn aan Mejuffrouw Sibilla Lenting, weduwe A.D. Belder, een kapitale somma, groot 3000 gl. Hollands, belovende daarvan jaarlijks voor interesse te zullen betalen 4 gl. 10 stuiver van ieder honderd gl. [enz.], tot securiteit van welk kapitaal, de daarop te verlopen interesse en aan te wenden kosten comparanten verklaren in het generaal te verbinden hun personen, gerede en ongerede goederen en bovendien tot speciale hypotheek te stellen hun huis en erve, staande binnen deze stad in de St. Wolburgensteeg, thans door comparanten zelf in eigendom bewoond wordende, mitsgaders derzelver tuin, buiten deze stads Velperpoort gelegen; [enz.];

19 Hendrik Zegers en Catharina van Goor e.l. verklaren deugdelijk schuldig te wezen aan vrouwe F.W. van Watteville, geboren baronesse van Lynden, een kapitale summa van 1000 gl. Hollands met belofte om daarvan jaarlijks te zullen betalen een interesse van 4 percent [enz.], tot securiteit van welk kapitaal, de daarop te verlopen interesse en aan te wenden kosten comparanten verklaren niet alleeen in het generaal te verbinden hun personen, erfgenamen, gerede en ongerede goederen, maar bovendien tot een speicaaal hypotheek en onderpand te stellen hunlieder huis en erve, staande binnen deze stad op 't Land van de Markt, de Binne Moolen genaamd, [enz.]

20 De heer Lammert van Ruyven en vrouwe Ewouda Harteveld e.l., voorts Mr W.H. Klinkenberg van Echten verklaren tegen ontvangen voldoening ener contante somma van 2400 gl. van de heer Alexander van Suchtelen en vrouwe Bartholda Aleida Reeminck e.l., woonachtig te Deventer, aan gemelde heer en vrouwe te cederen en over te geven hun recht van hypotheek en preferentie, dat zij voor de aan hun tot hiertoe pro rato verschuld gebleven somma van 2500 gl. uit hoofde van gedane verkoop en transport en wijders daarop gevolgd verband en vestenisse d.d. 06-05-1791 gehad en bekomen hebben aan het erve en goed Laarberg, dat Jan Nieuland, scholte op Laarberg, voor zich zelf en als vader en legitime voogd zijner minderjarige kinderen bij wijlen L. ten Broekhuijs op Laarberg verwekt, daaraan zo door erfenis als koop en vnd. transport verkregen heeft, onder de heerlijkheid Borculo in de voogdije Geesteren en Gelselaar gelegen, [enz.] [enz.];