101 Mathijs Leeuwen en Beatrix van Heumen e.l. verklaren oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan en ten behoeve van vrouwe Anna Maria Theresia van Hackfort, douariere en erfgenaam van wijlen haar eheman Mr Wessel van Eijl, een kapitale somma van 400 Caroli gl., herkomende wegens schuld van wijlen Johan Engelen volgens obligatie, op 07-01-1751 aan voorzegde heer en Mr Wessel van Eijl schuldig bekend, en daarvoor beloofd jaarlijks aan rente te betalen 4 percent [enz.] en welke schuld bij de verdeling en scheiding des boedels van gemelde Johan Engelen door Peter van Heumen en Willemina Engelen, in leven e.l., weder is overgenomen en te hunnen laste gehouden volgens acte en obligatie d.d. 29-06-1753 en waarvoor bij die acte zich tot borg en principaal heeft gesteld hunlieder moeder Hendrina, weduwe van Harmen van Heumen, en na derzelver overlijden bij de scheiding van die hare boedel zij, comparanten, die schuld weder hebben over- en tot last hebben genomen met de resterende interesse volgens een nader handschrift en obligatie d.d. 14-12-1765 en waarbij zij, comparanten, beloofd hebben te allen tijde nader en gerichtelijk verband te zullen stellen, hetwelk thans van comparanten gerequireerd zijnde, comparanten alnog verklaren het voorzegde kapitaal van 400 gl. oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan de voorzegde vrouwe Anna Maria Theresia van Hackfort, douariere van de heer van Eyl, [enz.], tot securiteit van welk kapitaal met de daarop te lopen renten en aan te wenden kosten comparanten mits dezen verbinden hun personen, erfgenamen en goederen, gerede en ongerede, en bovendien tot een speciaal hypotheek en onderpand stellen hun, comparanten, behuizingen en erven, staande en gelegen het ene alhier op de Beek schuins tegenover het Gasthuis, herkomstig van wijlen Johan Engelen, en het andere huis en annexe stal, alhier in de Verkenstraat, door comparanten bewoond en gebruikt wordende [enz.];

102 De procurator Gillis van de Wall en Helena Roelofs e.l. verklaren te hebben verkocht aan de heer en Mr Gerhard Pronck, burgemeester dezer stad, en vrouwe Petronella Christina van de Graaff e.l. een stuk bouwland, gelegen in deze schependom te Alteveer, groot ongeveer 2 schepel gezaai, noord-, zuid- en westwaarts de kopers en oostwaarts de uitweg, en zulks voor een somma van 600 gl. vrij geld, van welke kooppenningen zij, verkopers, bekennen voldaan te zijn [enz.] en derhalve te cederen, te transporteren en over te geven mits dezen het bovengemeld stuk lands aan de heer en Mr Gerhard Pronck, burgemeester dezer stad, en vrouwe P.C. van de Graaf e.l. [enz.];