265 De Heren Mr. Philip Carel Schomaeker, raad in den Hove des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, Mr. Bernard Hend. Cremer, St. momber des gemelde vorstendoms en graafschaps, en Mr. Rudolph Otto Hemessen, richter de heerlijkheid Westervoort, in kwaliteit van executeuren-testamentair van de boedel en nalatenschap van wijlen Juffrouw Gerharda van Baijen, weduwe van wijlen Dominus Wilhelmus Themmen, in leven predikant alhier, verklaren q.q. te hebben verkocht en kracht dezes te cederen, te transporteren en in een volle eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van de Hr. en Mr. Johan Jongbloed: 1e) een huis en erve, staande alhier in de Bakkerstraat naast het huis van Mejuffrouw de weduwe van wijlen Dominus de Roos, en [---] 2e) het huis, naast het eerstgemelde staande, en bekennen van de gehele kooppenningen ad 8205 gl. vrij geld voldaan en betaald te wezen [enz.];

266 Geesken Brantius, weduwe en erfgename ex testamentair van wijlen haar overleden man Johan Michiel Bloemroder, geassisteerd met de proc.r J. Stricker als haar gekozen momber, verklaart verkocht te hebben en mitsdien bij dezen in een vaste, stedige en onverbrekelijke eigendom te cederen, te transporteren en op te dragen aan en ten erfelijke behoeve van Willem Christoffel Heij en Everdina ten Haeg e.l. comparantes huis en erf, staande alhier in de Vijzelstraat, door haar zelf thans bewoond wordende [enz.] en zulks voor een summa van 4000 gl. Hollands, van welke kooppenningen de comparante bij dezen verklaart ten genoegen voldaan en betaald te zijn [enz.];