1 Abigael Jacoba van Nuys, weduwe en boedelhouderse en tuchtenaarse van Simon Antony Hoevenaar, verklaart de tucht, haar, comparante, aan de nagelaten boedel van gezegde hare man uit kracht der huwelijkse voorwaarden, op 19-06-1761 opgericht, competerende, te verburgen en daarvoor te verbinden boven het generaal verband van haar persoon en goederen: 1e) de helft van een huis, in de Turfstraat staande, door haar zelf bewoond wordende; 2e) de helft van een huis, in de Oeverstraat staande, door comparantes broeder wordende bewoond; 3e) de helft van een obligatie ten laste van het kwartier van Veluwe, groot in het geheel 1200 gl., d.d. 20-04-1671; 4e) een dito ten laste als voren, groot in het geheel 1000 gl., d.d. 15-04-1751; 5e) de helft van een obligatie ten laste van Marinus, groot in het geheel 700 gl., gevestigd in het huis, in de Weverstraat staande; [enz.];

2 Harmanus Beeckhuijsen in kwaliteit van gemachtigde van Willem Hendrik van Bijlevelt en Aleijda Odilia van Rietvelt e.l. en die als enige en universele erfgename van haar moeder Gerharda Beeckhuijsen, in leven weduwe van Johan van Rietvelt, ingevolge volmacht, op 09-07-1782 voor Jan van Leersum, schepen, vervangende Cornelis Hoogeveen, schout, Paulus van Roojen en Anthonij van Goor, medeschepen van Vleuten en de Meeren, gepasseerd, [---] verklaart uit kracht van voor lange gemaakte en gesloten koop met wijlen Coenraad Slothouber alnu bij dezen te cederen, te transporteren en op te dragen aan Jan Evert Reijghart en Eilsabeth Slothouber e.l., Johanna, Catharina en Jacobus Slothouber en die tezamen mede als erfgenamen van hun broeder Fredrik Slothouber, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Coenraed Slothouber en Elisabeth Ricksen, in leven e.l., een huis en erve, staande alhier in de Kortestraat, laatst door wijlen der getransporteerdens moeder bewoond geweest zijnde, en zulks voor een summa van 1400 gl. vrij geld, waarop door wijlen der getransporteerdens vader reeds in mindering betaald is de summa van 400 gl.: [enz.];

3 Hermannus van Weel en Cornelia van Deijck e.l. verklaren oprecht en deugdelijk wegens een restant der kooppenningen, tot de aankoop van het hier na te melden huis gesuppleerd, oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan en ten erfelijke behoeve van Willem Hendrick van Beijlevelt en Aleijda Odilia van Rietvelt e.l. een kapitale summa van 1000 gl. Hollands, belovende het evengezegde kapitaal dankbaarlijk af te lossen heden over een jaar met de interessen van dien ad 3 gl. van ieder honderd; [enz.], tot securiteit van welk kapitaal, daarop te verlopen interessen en aan te wenden kosten comparanten e.l. in het generaal verbinden hun personen en goederen en bovendien tot een speciaal onderpand stellen hunlieder huis en erve, staande alhier in de Kortestraat, op heden aan hun getransporteerd; [enz.];

4 Peter Hellewich en Christina Geesing e.l. verklaren wel en deugdelijk schuldig te zijn aan de meester timmerman Roelof Roelofs Viervant en Bartha Elisabeth Viervant e.l. per resto wegens gedane leverantie en arbeidsloon een summa van 1000 gl., van welk kapitaal comparanten beloven jaarlijks te betalen interest tegen 3½ percent [enz.], voor welk kapitaal, interessen en aan te wenden kosten comparanten verklaren te verbinden hun personen en goederen en daarvoor bovendien te stellen tot speciaal hypotheek en onderpand: 1e) een huis en erve met 2 woningen daarachter, staande en gelegen in de Rijnstraat op de hoek van de Kortestraat [enz.]; 2e) een huis en erve, staande in de Ketelstraat dezer stad; [enz.]; 3e) een huis en erve in de Vlakkesteeg; [enz.];