1 Herman van Wye heeft beloofd - alzo de stad Arnhem toevenger en momber is geweest der kinderen van zal. Evert van Dompzeler, die God genade, als: zusters Griete en Evert van Dompzeler, gezusters, - dat de stad van zulke momberschap voorzegd tot geen tijden enige hinder noch gebrek hebben noch lijden zal, expandare uit zijn huis en hofstede, gelegen in platea Regis, dat hij nu bewoont, et omnium suorum bonorum mobilium et immobilium;

2 Comparuit dominus Johannes de Rombach, rector van het convent b.te Katherine in Zutphen, gelegen opter Nyerstad, vanwege dat klooster als van de 2 gezusters van Dompzeler en bedankte de stad Arnhem van zulke momberschap als die stad gedaan heeft en schold de stad daarvan los, ledig en kwijt;

3 Johan van Broichusen, burgemeester indertijd der stad Arnhem, en Ott van den Gruythuyss in plaats van Gysbert ther Hoeven, ook burgemeester, sub et re dominus Johannes de Rombach, rector des Zusterenconvents b.te Katherine in Zutphen, gelegen opter Nyerstad ad usum van dat convent een schepenbrief, sprekende van 200 Rijnse gl. principaals en 14 Rijnse gl. 's jaars te rente daarvan [enz.];

4 Dominus Johannes vanwege genoemd convent heeft beloofd dat Griete en Everharda van Dompzeler, gezusters, debent facere, supportare et resignare van het versterf en nagelaten goed van hun vader, waarvoor het klooster voorzegd de 200 Rijnse gl. met de rente bekend zijn [enz.];