21 De heer F.S.C. baron van Randwijk, heer van Beek, Rossum en Heesel, Lt. generaal en kolonel van een Regiment infanterie ten dienste van de Staat der Verenigde Nederlanden, der Duitschen Order Ridder en landcommandeur, (etc.) en vrouwe Ursela Philipota baronesse van Reede e.l., mitsgaders de heer G. baron Bentinck, heer van den Brieler, Aller en Berencamp, Lt. opperjagermeester en burgemeester dezer stad, (etc.) en vrouwe Willemina Jane baronesse van Reede e.l. verklaren te hebben verkocht en alnu kracht en mits dezen te cederen, te transporteren en in een volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten erfelijke behoeve van de heer Mr. Johan Grothe, secretaris dezer stad, en vrouwe Brigitta Margareta van Dam e.l. een huis en erve, staande en gelegen binnen deze stad in de Koningstraat met zijn stallingen, achter in de Kromme Elleboogsteeg uitkomende, in voege hetzelve door wijlen der comparanten moeder vrouwe Maria van Nassau, douariere van wijlen de heer baron van Reede, heer van Herrevelt, op 24-01-1743 alhier ter Raadkamer uit de boedel van wijlen Mr. Willem van Baijen is aangekocht en op 24-12-1743 door de magistraat dezer stad is opgedragen geworden, bekennende comparanten van de volle kooppenningen ter somma van 11500 gl. vrij geld ten volle voldaan en betaald te wezen [enz.];