1 Hendrik Sweeren en Margareta van de Camp e.l. verklaren wegens een door hen uit handen van de heer Johan Conrad Copes van Hasselt, momboir des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, en zijn ehevrouwe vrouwe Jacoba Grothe ontvangen summa van 155 gl. en 5 stuiver op de krachtigste wijze te hunnen behoeve te renuntieren en af te zien van zodanig recht van redemptie als dezelve bij het transport van hun huis, schuur en hof, hier buiten de Velperpoort aan de Steenstraat gelegen en thans door comparanten bewoond en gebruikt wordende, aan Jacobus Westenenk en zijn vrouw Gerriken Braakmans op 10-02-1749 hebben verkregen, [---] en compareren wijders gemelde Jacobus Westenenk en zijn vrouw Gerritje Braakmans, die verklaren voor een summa van 850 gl., op heden door hen ontvangen, in een vast erfkoop aan en ten behoeve van gemelde heer en vrouwe van Hasselt te cederen, te transporteren en over te dragen hunlieder huis en hof met annexe schuur, zijnde de hof groot 1 schepel gezaai, alles in voege door eerste comparanten bewoond en gebruikt wordt [enz.];

2 Adriana van Dortmond, weduwe van wijlen Jan Spanhaak, verklaart wegens ontvangen penningen wel en deugdelijk schuldig te zijn een somma van 400 Caroli gl. aan Derk Maassen en Anna Christina Willink e.l., welke vnd. somme de comparante belooft heden over een jaar in zilveren klinkende gelden wederom te zullen restitueren met en nevens de interest van 5 gl. van ieder honderd gl. [enz.], tot securiteit van welke hoofdsomme, de te verschulden interesse en aan te wenden kosten de comparante is verbindende haar persoon, gerede en ongerede goederen, speciaal haar huis, staande in de Weverstraat, thans door Gerrit Ampsink in huur gebruikt wordende, waar aan de ene zijde het huis en erf van comparantes zuster Naleke van Dortmond en aan de andere zijde het huis van de heer ontvangen van Olden naast geerfd is [enz.];

3 Theodorus ter Hoeven, tegenwoordige boekhouder, en Cornelis van Enschut, scriba van de Nederduitse gereformeerde gemeente alhier, verklaren in naam van de Diaconie te cederen en op te dragen aan de heer Evert Wilbrennink, deurwaarder 's Hoves van Gelderland, en deszelfs ehevrouwe M. Timmer een zeker streepken lands van het plaatsje dat achter het huis van de Diaconie, buiten de Rijnpoort staande, aan des deurwaarders hof schiet [enz.], verklarende de comparanten q.q. de kooppenningen ad 7 ducaten te hebben ontvangen [enz.];

4 Dor Otto Rudolph van Hemessen verklaart in een vaste stedige erfkoop verkocht, gecedeerd en getransporteerd te hebben, doende zulks kracht dezes, aan en ten erfelijke behoeve van Dor Willem Hendrik Toewater, landschrijver van Veluwe, een hof, aan comparant bij magescheid d.d. 14-08-1739 toegedeeld, liggende voor de Rijnpoort aan de oude Utrechtse weg, palende oost aan comparants hof, nu verkocht aan de heer rekenmeester baron Torck [enz.], en zulks voor een summa van 475 gl., die comparant bekent de eerste met de laatste penning ontvangen te hebben [enz.];