1 Gerhard van Beest als gemachtigde van Johan Walburgh en Willemina van Barnevelt [e.l.] ingevolge volmacht, op 02-11-1742 voor Tileman Bon, scholtus des ambts Ermelo, en gerichtslieden gepasseerd, verklaart in zijn vnd. kwaliteit te cederen en te transporteren aan Derk van Olden en Naleken Roelofs e.l. een stuk zaai- of tabaksland, groot 2 mudden gezaais, gelegen in deze schependom van Arnhem in den Buijdelthiend, schietende aan de Rosorumse weg, staande ten protocolle dezer stad op de naam van comparants tweede principalinne in 2 percelen, één van 6 schepel en dan nog 2 schepel gezaai, en dat voor een somma van 1150 gl., waarvan comparant bekent volkomen voldaan en betaald te zijn [enz.];

2 Johannes Knoop, in huwelijk hebbende Barbara Pluijmmaker, en Gerrit Evers als gemachtigde van Barbara Pluijmmaker ingevolge volmacht, op 12-05-1742 voor burgemeesters, schepenen en raad dezer stad [gepasseerd], alsmede Arent Pluijmmaaker, enige erfgenamen van Belia Loijen en vervolgens mede enige erfgenamen van wijle hun grootouders Looij Florissen en Gerriken Jacobs, gewezen e.l., en eigenaren van nagenoemd huis, verklaren te hebben verkocht en alnu kracht en mits dezen te cederen, te transporteren en over te geven aan en ten behoeve van de heer Fredrik Willem Tork, raad en rekenmeester in Gelderland etc., en vrouwe Jacoba Maria van Wassenaar tot Duijvenvoorde [e.l.] zeker huis, staande en gelegen alhier in de Trompetsteeg tussen de erven van kopers en Joseph Erik Minjon, verklarende de comparanten van de volle kooppenningen ad 700 gl. vrij geld ten volle voldaan en betaald te wezen [enz.];

3 Derk Wolters en Berendina Albers e.l. verklaren wel en deugdelijk schuldig te zijn aan Henr. Cannegieter en Rachel Muijs e.l. een summa van 600 gl. wegens geleende en te dank ontvangen penningen en beloven die summe jaarlijks te zullen verrenten met 4 gl. per cento [enz.], tot securiteit van welk kapitaal en daarop te verlopen interesse zij, comparanten, verbinden hunlieder persoon en goederen, specialijk hun huis, staande in de Kerstraat alhier en laatstelijk door comparanten van de erfgenamen van Jan Dings aangekocht en thans door beide comparanten bewoond wordende [enz.];

4 Geertruid Heijmerix, weduwe van Jan Melchior Rolbach, in kwaliteit van moeder en wettige voogdesse van haar onmundige zoon Melchert Rolbach, en dan nog comparante voorzover haar het vruchtgebruik van het genoemd huis is competerende mede voor haar zelf, geassisteerd met de proc.r Steph. Tapper als haar gekozen momber, verklaart oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan en ten behoeve van Laurentius van Thuijl en Hendrina Maria Tapper e.l. een kapitale som van 150 Caroli gl., herkomende wegens op heden in klinkende gelde wel aangetelde en verstrekte penningen, belovende de comparante het gemelde kaptiaal jaarlijks te zullen verinteresen tegen 4 gl. van het honderd vrij geld [enz.], tot securiteit van welk kapitaal met de daarop te verlopen interessen, ook daarop te lopen kosten, de comarante zo q.q. als pro se boven en behalve het generaal verband van personen en goederen tot een sepciaal hypotheek en onderpand is stellende zeker huis en erf, staande alhier achter de Velperpoortsmuur nevens de Beerepoort, zijnde 2 woningen [enz.];