Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Kabinet van de burgemeester van Arnhem

2138 Kabinet van de burgemeester van Arnhem

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2138   Kabinet van de burgemeester van Arnhem
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Het archief
3. Correspondentie van gemeentesecretaris J.L.C. van Essen, 1899-1930
4. Koninklijk Huis
5. Lijst van burgemeesters
laatste wijziging 19-04-2024
2.163 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 1.134 bestanden
Inventaris
01. 1886-1899
02. 1899-1906
03. 1906-1911
04. 1912-1916
05. 1916-1918
06. 1918-1922
07. 1923-1925
08. 1926-1929
09. 1930-1933
10. 1934-1941
11. 1939-1944
Bemoeienis met de verlening van onderscheidingen, 1939-1940.
Inlichtingen, naar aanleiding van sollicitaties, over niet tot de politie behorende leden of oud-leden van het Gemeentepersoneel, 1940.
Inlichtingen over ingezetenen of oud-ingezetenen, 1939-1944.
1286 Circulaire van de commissaris der Koningin met verzoek om vóór 10 januari 1939 te worden ingelicht over het hier en daar voorkomende en door de minister van Binnenlandse Zaken minder wenselijk geachte optreden van burgemeesters als verzekeringsagent, 1938.
1287 Pleidooi van de burgemeester om M.S. Lingbeek, ridder in de Orde van Oranje-Nassau, bij het bereiken van de 75-jarige leeftijd en het beëindigen van zijn praktijk als arts te bevorderen tot officier wegens zijn verdiensten als voorzitter van de Afdeelingsraad voor medische tuchtuitoefening en oud-voorzitter en erelid van de Kring Arnhem en Omstreken van de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst, 1939.
1288 Aanvaarding van een uitnodiging van de minister van Defensie aan de burgemeester om de eerste steen te leggen van de kazerne voor het Tweede Bataljon van het 8e Regiment Infanterie, de Saksen-Weimarkazerne, 1939.
1289 Verklaring van geen bezwaar tegen de herbenoeming van mr. K.Th. Koch als kantonrechter-plaatsvervanger, 1939.
1290 Mededeling aan de commissaris der Koningin dat de burgemeester zich moet onthouden van een oordeel over twee elders woonachtige personen, maar dat hem geen bezwaren bekend zijn tegen het voordragen van mr. E.R. Rinkel voor een benoeming tot rechter in de Arrondissementsrechtbank, 1939.
1292 Verklaring van geen bezwaar tegen de benoeming van mr. E. de Visser en mr. J.P. Bervoets tot kantonrechter-plaatsvervanger, 1939.
1293 Bijzondere verdiensten van mevrouw E. Hartogs-Hijman voor het Dekencomité, het Kolencomité, het Fonds voor Bijzondere Nooden en de verenigingen Kleuterzorg en Tehuis voor schoolgaande kinderen, door de burgemeester vermeld in zijn pleidooi voor haar benoeming tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau naar aanleiding van het 40-jarig bestaan van de door haar gepresideerde vereniging Kinderbewaarplaats, 1939.
1293 Opvatting van de burgemeester dat financiële steun aan maatschappelijk nuttige doelen als motief voor een onderscheiding minder zwaar weegt dan persoonlijke toewijding, 1939.
1295 Gunstige mening van de burgemeester over politieke betrouwbaarheid, organisatievermogen, tact en stuwkracht van kolonel b.d. A.P. Seyffardt, sinds 01-05-1937 hoofd van de plaatselijke Luchtbeschermingsdienst en sollicitant naar de functie van adjunct-inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, 1939.
1297 Verzoek van de Directie van Handel en Nijverheid van het Departement van Economische Zaken om in verband met de internationale spanning en de daarmee gepaard gaande militaire voorzieningen te worden ingelicht over inkoop van levensmiddelen die verder gaat dan wordt gepropageerd door de Vereeniging voor Nationale Veiligheid, en mededeling van de burgemeester dat in Arnhem nog geen aanleiding bestaat tot maatregelen tegen hamsteren van levensmiddelen, 1939.
1298 Steun van de burgemeester aan een initiatief van de directeuren van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden en van het Zoölogisch Museum te Amsterdam, respectievelijk voorzitter van de Nederlandsche Dierkundige en de Ornithologische Vereeniging, om A.A. van Pelt Lechner een Koninklijke onderscheiding te bezorgen wegens zijn verdiensten voor de ornithologie en in het bijzonder voor de kennis en collectievorming betreffende vogeleieren, 1938-1939.
2138 Kabinet van de burgemeester van Arnhem
Inventaris
11. 1939-1944
1298
Steun van de burgemeester aan een initiatief van de directeuren van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden en van het Zoölogisch Museum te Amsterdam, respectievelijk voorzitter van de Nederlandsche Dierkundige en de Ornithologische Vereeniging, om A.A. van Pelt Lechner een Koninklijke onderscheiding te bezorgen wegens zijn verdiensten voor de ornithologie en in het bijzonder voor de kennis en collectievorming betreffende vogeleieren, 1938-1939.
Openbaar:
1940
Datering:
1938-1939
laatste wijziging 11-05-2023
1299 Machtiging van de minister van Justitie aan de hoofden van plaatselijke politie om bij mobilisatie of oorlogstoestand alle vuurwapens van de bevolking in te nemen om represailles te voorkomen zoals die in 1914 in België zijn genomen wegens het optreden van franc-tireurs, 1939.
1301 Request aan Burgemeester en Wethouders van I. Vogelzang, kamerbewaarder ter Secretarie, om gedurende het kalenderjaar 1940 nog te mogen blijven werken na het bereiken van de 65-jarige leeftijd, 1939.
1302 Toezending aan de commissaris der Koningin van gegevens over J.A. Prins, echter met de mededeling dat de burgemeester geen aanleiding vindt tot steun aan het verzoek om een Koninklijke onderscheiding voor betrokkene, directeur van de N.V. Arnhemsche Stoomsleephelling-Maatschappij, 1939.
1303 Advies van de commissaris der Koningin om de decoratie van zr. R. Modderkolk in 1941 opnieuw ter sprake te brengen, omdat deze wegens haar leeftijd van minder dan 60 jaren nog geen aanspraak kan maken op een onderscheiding bij haar 40-jarig jubileum als diacones, 1939.
1305 Maatregelen, getroffen naar aanleiding van een klacht van het hoofd van School 3, om bepaalde werkzaamheden slechts op te dragen aan vertrouwd personeel van Gemeentewerken, 1939.
1307 Mededeling aan de commissaris der Koningin dat de tuinbaas op De Menthenberg nog niet de vereiste leeftijd heeft voor een Koninklijke onderscheiding, dat hij, toen het huis nog werd bewoond, drie man vast personeel onder zich had en dat hij sinds twee jaren de enig overgeblevene is van het tuinpersoneel, 1939. i
1308 Mededeling aan de commissaris der Koningin dat de administrateur van het Sint-Elisabethsgasthuis zijn functie nog maar 13 jaren heeft uitgeoefend en haar waarschijnlijk nog vele jaren zal vervullen, zodat hij, ofschoon 60 jaar oud, weinig kans maakt op een decoratie, daar hij niet kan wijzen op een dienstverband, vereist voor onderscheiding, 1939.
1310 Verzoek van de territoriaal bevelhebber te Apeldoorn om opgave van naam, directie, redactie, adres, frequentie, oplage en aard van alle in de Gemeente verschijnende periodieke bladen, 1939.
1311 Opgave aan de commissaris der Koningin van hotels in Maastricht, Asch (Belgisch Limburg) en Aarschot, waar van 7 tot 14 juli 1939 zal worden verbleven tijdens de uitstedigheid van de burgemeester, 1939.
1312 Mededeling aan de minister van Koloniën dat de burgemeester niets bekend is dat de voorgenomen onderscheiding in de weg zou staan van majoor-titulair b.d. der Infanterie van het KNIL F. Ruinen, officier-administrateur bij het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronbeek, 1939.
1313 Mededeling aan de minister van Justitie dat de burgemeester niets bekend is dat de voorgenomen onderscheiding in de weg zou staan van C.D.H. den Hartog, districtscommandant van de Rijksveldwacht, 1939.
1315 Opgave van de namen van van H.E.K. Ezerman, mr. J. Huges, C.H.F. Thieme en C.F. Tromp Meesters in antwoord op een telegrafische vraag van de commissaris der Koningin naar personen die als regeringscommissaris zouden kunnen worden belast met de leiding van eventueel in te richten vluchtoorden na afvoer van de burgerbevolking, 1939.
1316 Verzoek van de commissaris der Koningin aan de burgemeester om overeenkomstig de wens van de minister van Binnenlandse Zaken met nog groter aandacht dan onder normale omstandigheden te letten op en eventueel te rapporteren over opvattingen, stromingen, reacties en verschijnselen onder de bevolking, 1939.
1317 Kennisgeving door de commissaris der Koningin namens de minister van Binnenlandse Zaken van namen, adressen en ambtsgebieden van de 13 aangewezen commissarissen voor de afvoer van de burgerbevolking, 1939.
1318 Bevel van de opperbevelhebber, aan Burgemeester en Wethouders telegrafisch overgebracht door de directeur-generaal van de PTT, om onverwijld de microfoons te verwijderen uit radio-distributiecentrales, 1939.
1319 Instemming van de burgemeester met het voornemen om ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie een Koninklijke onderscheiding uit te reiken aan M.W. Bos, inspecteur van de PTT, 1939.
1320 Door de commissaris der Koningin vastgestelde noodzaak om na het verstrijken van de datum van een jubileum te wachten tot de eerstvolgende Koninginnedag als tijdstip voor onderscheidingen, 1939-1940.
1321 Verzoek van de commissaris der Koningin aan de burgemeesters om zich overeenkomstig de wens van de minister van Binnenlandse Zaken ter vermijding van onnodige onrust en verwarring te onthouden van voorbereidingen voor het huisvesten van evacués, zolang hun gemeente niet is aangewezen als vluchtoord of tijdelijke uitwijkplaats bij afvoer van de burgerbevolking, 1939.
1322 Soliditeit van de kunsthandelaar Th. Brouwer, die kan worden aanbevolen voor de betrekking van collecteur van de Staatsloterij, 1939.
1324 Pleidooi van de burgemeester om J. Weber naar aanleiding van zijn pensionering te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, onder meer wegens zijn verdiensten als hoofd van de gecombineerde afdelingen Belastingen en Financiën ter Secretarie en, vanaf 1930, als directeur van het Gemeentelijk Bureau voor Sociale Zaken, 1940.
1325 Aankondiging dat het Duitse consulaat-generaal te Amsterdam tot nader bericht de taken zal waarnemen van het consulaat in Arnhem en het viceconsulaat in Zevenaar, die tijdelijk zijn gesloten wegens vertrek van de Duitse consul in Arnhem, 1939.
1326 Onvoldoende beveiliging van het Gemeentehuis, op grond van een politierapport van zondag 07-01-1940 door de commissaris geconstateerd ten aanzien van die zaterdagen en zondagen waarop de achterdeur van het voorgebouw zonder toezicht tot half tien 's avonds open blijft voor inzage van te behandelen stukken door raadsleden, 1940.
1327 Benoeming tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, die volgens de burgemeester ondanks het ontbreken van mondelinge inlichtingen gerechtvaardigd zou zijn op grond van de representatieve positie die mevrouw P.H.C.C. Mansfeldt-de Witt Huberts in het verenigingsleven inneemt, in het bijzonder met betrekking tot de Vrouwenbeweging in Nederland, 1939-1940.
1328 Correspondentie met burgerlijke en militaire autoriteiten en met gemeentelijke instellingen over de wijze waarop burgemeesters, met name die in de grensgebieden, eventueel met hulp van de Nederlandsche Bank of van militairen, en desnoods door vernietiging, overheidsgelden en archiefstukken betreffende de landsverdediging en gezagsuitoefening uit handen van een invaller kunnen houden, alsmede over een voorstel van burgemeester Bloemers om het verbergen van gelden en bescheiden uit de desbetreffende instructie te halen om gemeentepersoneel niet bloot te stellen aan de te verwachten pressie bij bezetting door een vijand, 1939-1940.
1329 Beklag van de voorzitter van de Commissie inzake de Onderhoudsplicht over de commies ter Secretarie J.F. Hengeveld, met verzoek aan de burgemeester om Hengeveld te dwingen tot het terugnemen van de geuite kritiek en om hem te straffen met disciplinaire maatregelen, 1939-1940.
1331 Verdiensten van dr. J.J. de Waal Malefijt, voorzitter van de Raad van Beroep voor de Sociale Verzekering, het Ambtenarengerecht en het College van Regenten over de Strafgevangenis, tevens voorzitter van de vereniging Het Christelijk Lyceum te Arnhem, wiens benoeming tot officier in de Orde van Oranje-Nassau de burgemeester bepleit naar aanleiding van het 75-jarig jubileum van de onderwijsinstelling die door ds. F.P.L.C. van Lingen te Zetten is gesticht als eerste Christelijk Gymnasium, vanaf 1908 in Arnhem achtereenvolgens was gevestigd aan de Kastanjelaan, de Parkstraat en de Utrechtseweg en op 22 oktober 1919 is omgezet in een Christelijk Lyceum, 1940.
1332 Noodzaak, door de burgemeester uitgesproken tegenover de commissaris der Koningin, om de Burgerwacht met het oog op dringend nodige oefeningen weer te laten beschikken over althans een gedeelte van de ingenomen geweren en zo een eind te maken aan haar machteloosheid, nu een onderzoek naar leden met de rang van burgerwachter 1e klasse en hoger de indruk heeft bevestigd van haar politieke betrouwbaarheid, 1940. i
1333 Onderhoud van de hypotheekbewaarder met de burgemeester over de maatregelen die bij oorlogsgevaar nodig zijn voor opzending naar 's-Gravenhage van de kadastrale plans, 1940.
1334 Mededeling aan de commissaris der Koningin dat er, nu het 60-jarig jubileum van de desbetreffende vereniging tot het verleden behoort, geen aanleiding meer is voor het onderscheiden van E.J. de Bruin, sinds enige jaren voorzitter van het Nederlandsch Werklieden-Verbond Patrimonium, 1940.
1335 Pleidooi van de burgemeester voor een benoeming tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau naar aanleiding van het 40-jarig jubileum in gemeentedienst van J.W. Put, Gemeente-Ontvanger, 1940.
1336 Status en betekenis - met het oog op zitting nemen in een aanbevelingscomité door de commissaris der Koningin - van de op 23 tot 25 oktober 1940 te organiseren tentoonstelling van de Afdeeling Arnhem van de Vereeniging tot bevordering der belangen van Slechthoorenden, 1940.
1337 Goede reputatie van P.W. Terwindt, lid van de charitatieve Sint-Vincentiusvereeniging, betrokken bij padvinderij, bosbouw en natuurbehoud, voorzitter van de Afdeeling Arnhem van de Natuurhistorische Vereeniging, 1940.
1338 Mededeling door de inspecteur Kunstbescherming dat het carillon van de Eusebiustoren te Arnhem wegens zijn cultuurhistorisch belang zal worden gevrijwaard voor vordering en omsmelting ten behoeve van Nederlandse militaire doeleinden, met toezending van een desbetreffende kennisgeving, die ook in het Frans, Duits en Engels is gesteld, om te bereiken dat ook een eventuele bezetter het carillon ontziet bij een onverhoopte klokkenvordering, 1940.
1339 Weigering van medewerking aan een decoratie naar aanleiding van het 25-jarig jubileum van een banketbakker, omdat een onafgebroken diensttijd van 50 jaren bij eenzelfde patroon of, voor personen van 60 jaar en ouder, van ten minste 40 jaren vereist is voor onderscheiding van werklieden, 1940.
1340 Pleidooi van de burgemeester om W.A.J. de Winkel naar aanleiding van het 40-jarig bestaan van de Stichting tot hulp aan onverzorgden "Welkom" te benoemen tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau wegens zijn verdiensten als bestuurslid van de Centrale Woningstichting en van de Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, als penningmeester van de Stichting Wolfheze en als secretaris-penningmeester van de Stichting Welkom, 1940.
1342 Regeling, medegedeeld door de territoriaal bevelhebber, om gemeentebesturen in dringende gevallen zonder inbreuk op de geheimhouding van militaire telefoonnummers in staat te stellen tot telefoonverbinding met militaire commandanten, 1940.
1344 Geleidebrief bij een lijst met in de gemeente gevestigde instellingen zoals gevraagd door het Rijksbureau Voedselvoorziening in oorlogstijd, 1940.
N.B. De lijst ontbreekt.
1343 Negatief advies van de burgemeester op een verzoekschrift van mevrouw A. Haaring-de Groot te Holten, die naar aanleiding van het 60-jarig huwelijksfeest van haar grootouders, het echtpaar Venneman-Geurts, had gevraagd om het zenden van een gelukwens vanwege Prinses Juliana, 1940.
1345 Toezending aan de Gelderse burgemeesters van de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken aan de commissarissen der Koningin van 28 februari 1940, nr. 381, Kabinet, opgesteld na besprekingen met provinciale burgerlijke en militaire autoriteiten, doch in Gelderland pas bij navraag bekend geworden, met strengere maatstaven voor de aanwezigheid van burgerlijke autoriteiten en ambtenaren bij intrekking van de militaire verloven en de aankondiging dat, ter voorkoming van een paniek als omstreeks 11 november 1939, schriftelijke aanwijzingen naar Zwitsers voorbeeld zullen volgen over de houding die de bevolking heeft in te nemen bij een vijandelijke inval, 1940.
1346 Mededeling door de commissaris der Koningin over een schrijven van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken, waarnemend departementshoofd in bezettingstijd, dat de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 20 februari 1940 betreffende de organisatie van de Gemeentepolitie is vervallen wegens voorgenomen versterking van politiekorpsen met oud-militairen, 1940.
1346 Uitblijven van reacties op voorstellen om personeels- en materieeltekorten bij de Gemeentepolitie te verhelpen, door de commissaris van Politie geconstateerd naar aanleiding van suggesties van de minister van Binnenlandse Zaken om politieambtenaren van militaire dienst vrij te stellen en in de buitengewesten van het land door vroegtijdige aanvulling van personeel, vorming van een hulppolitie, herbewapening van Burgerwachten, wapenaankopen en vorming van overvalcommando's de organisatie te verbeteren van de Gemeentepolitie, 1940.
1347 Kennisgeving door de commissaris der Koningin van het standpunt van de Regering en van de opperbevelhebber van Land- en Zeemacht dat, indien geen oproer heerst of dreigt, burgerlijke autoriteiten in beginsel belast dienen te blijven met de handhaving van de openbare orde onder de Staat van Oorlog of Beleg, 1940.
1348 Aanbod van de commissaris der Koningin tot toezending van de Aanwijzingen van 1937 betreffende de houding van bestuursorganen en overheidspersoneel in geval van een vijandelijke inval of bezetting, beschikbaar gesteld door de secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Binnenlandse Zaken, ter vervanging van exemplaren die mochten zijn verloren gegaan in de oorlogshandelingen in mei 1940, 1938.
1349 Mededeling van de commissaris dat de Politie niet bij machte is tot de mate van toezicht op de openbare orde die de burgemeester verlangt en dat hij daarom Burgemeester en Wethouders heeft geadviseerd door een zeer ruime interpretatie van de Drankwet in overleg met hogerhand en ondanks formele bezwaren verlof A te weigeren aan G.W. Meijer in de Zwanenstraat, omdat diens café ligt naast dat van de Rijksduitser A. Tiedtke, die gezien het publiek in beide cafés tegen de vergunning bezwaar maakt wegens de kans op botsingen tussen Duitse en Nederlandse militairen, 1940.
1351 Navraag bij de commissaris der Provincie naar de inkrimping van de bevoegdheden van burgemeesters op politie-gebied, die de secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Justitie tegenover de hoofdcommissarissen of commissarissen van Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht, Groningen, Haarlem en Arnhem zou hebben aangekondigd, waardoor de Gemeentepolitie bij het handhaven van de orde tijdens optochten van de N.S.B. en soortgelijke gebeurtenissen ondergeschikt wordt aan de Marechaussee, 1940.
1352 Negatief advies van de burgemeester aan de commissaris der Provincie over een ontwerp van de inspecteur-generaal van de Nederlandsche Politie tot gelijktrekking van rangen en titulatuur bij Marechaussee, Gemeentepolitie en Rijksveldwacht, omdat de Gemeentepolitie in haar contact met de bevolking gebaat is bij een burgerlijke signatuur en de voorstellen, die aan rang meer gewicht toekennen dan aan geschiktheid, wel eens de inleiding zouden kunnen vormen op plannen tot verdere, door de burgemeester op verhulde wijze aangeduide gelijkschakeling van de Gemeentepolitie, 1940.
1353 Inlichtingen over de op non-activiteit gestelde eerste luitenant der Infanterie J. de Vries, volontair op de secretarieën van Arnhem en Westervoort, naar eigen zeggen buiten de politiek staand en partijloos, op wie de aandacht van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken is gevestigd door een Duitse aanbeveling voor een burgemeestersbenoeming, 1940-1941.
1354 Verzoek van de burgemeester om opheldering over het herhaaldelijk uitblijven van de dagrapporten van de Gemeentepolitie, beantwoord met de mededeling dat de commissaris, indien mogelijk, voor toezending zal zorgen, maar dat de Politie door drukke werkzaamheden niet altijd toekomt aan het overtypen van het dagelijks politierapport voor de burgemeester, 1940.
1355 Verweer van de directeur van de HBS-A tegen beschuldingen van nationaal-socialistische zijde dat de opvoering van een toneelstuk door leerlingen van zijn school in het buurthuis in Oost-Arnhem zou zijn aangegrepen voor anti-nationaal-socialistische en anti-Duitse propaganda, 1941.
1356 Melding van de commissaris van Politie aan de burgemeester van een arrestatiebevel tegen de rechercheur J.B. Onnekink, met advies om zich desgewenst voor nadere bijzonderheden te wenden tot de Sicherheitspolizei, 1940.
1357 Twijfel, tegenover de commissaris der Provincie geuit, aan de geschiktheid van jhr. mr. J.D. Quintus, volontair bij de Kamer van Koophandel en de secretarie van Rheden, als burgemeester van Borculo, wegens het mentaliteitsverschil tussen de in meerderheid vrijzinnige Achterhoekse bevolking en een NSB-burgemeester, 1941.
1358 Verzoek van de burgemeester aan de commissaris van Politie om nauwgezette uitvoering van de aanwijzingen van de secretarissen-generaal van Binnenlandse Zaken en Justitie betreffende melding bij de Sicherheitspolizei van anti-Duitse propaganda, onwettig wapenbezit, het bestaan van verzetsorganisaties, sabotage en aanslagen tegen de bezettende macht, wegens de zeer ernstige gevolgen die de bevolking zal ondervinden van illegale activiteiten, 1941.
1359 Controverse tussen de burgemeester en de leider van district 16 van de NSB over de aanwijzing van een adviseur bij paardenkeuringen voor de Duitse Wehrmacht, die bij navraag niet blijkt uit te gaan van de gemachtigde van de rijkscommissaris voor de Provincie Gelderland en moet worden beschouwd als onbevoegde NSB-inmenging in het plaatselijk bestuur, 1941.
1360 Aanschrijving van de commissaris der Koningin dat voortaan in het algemeen niet hijzelf, maar de waarnemend inspecteur van de Luchtbeschermingsdienst te 's-Gravenhage en een majoor van de Ordnungspolizei op Angerenstein telegrafisch moeten worden ingelicht over bombardementen, 1940.
1360 Bijzonderheden, op grond van gegevens van de Politie aan de commissaris der Provincie verstrekt, over getroffen percelen en aantallen slachtoffers bij het bombardement op zaterdag 15 februari 1941, 1941.
1361 Toezending aan de commissaris van Politie ten behoeve van de Justitie van een rapport van de verificateur der Gemeentefinanciën aan Burgemeester en Wethouders over fraude met effecten, als onderpand voor verstrekte leningen gedeponeerd bij de Gemeentelijke Voorschotbank, 1941.
1362 Opgave aan de inspecteur-generaal van Politie ter voldoening aan een telegrafisch verzoek, door de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken in opdracht van de Befehlshaber van de Ordnungspolizei gedaan, van het aantal personen bij het Arnhemse Politiecorps dat lid is van respectievelijk NSB en Rechtsfront van de NSB, 1941.
1363 Controverse tussen de burgemeester en de kringleider van de NSB over de taken van de plaatselijke overheid naar aanleiding van een verwijt aan de Gemeente over het uitblijven van anti-semitische maatregelen ter "handhaving van de openbare orde" in Arnhem en een dreigement dat de NSB desnoods zelf zal overgaan tot verwijdering van Joden uit het openbaar leven, 1941.
1364 Inlichtingen, door de burgemeester naar aanleiding van sollicitaties verstrekt over ambtenaren van de Arnhemse Politie (M. Zoll), 1937-1941.
1364 Inlichtingen, ingewonnen en verstrekt over M. Zoll en J.A.J. Keesom, sollicitanten naar de vacante betrekking van Commissaris van Politie in Arnhem, 1937-1941.
1365 Inlichtingen ten behoeve van de commissaris der Provincie Noord-Brabant ingewonnen over J.F. van der Linden, leider van het bijkantoor De Steeg van het Gewestelijk Arbeidsbureau, 1941.
1367 Mededelingen van de directeur van de HBS-A over het onderzoek naar de vermeende molestatie van een leerlinge van Duitse afkomst op zijn school, en de toezegging dat hij de burgemeester onmiddellijk zal inlichten indien hij voor deze zaak opnieuw mocht worden ontboden bij de Sicherheitspolizei, 1941.
1368 Bericht aan de commissaris der Provincie dat M. Tuiten, van Duitse zijde aangezocht voor een burgemeesterschap in Zuid-Holland, zijn voorkeur heeft uitgesproken voor Zeeland, doch nu zonder te hebben gesolliciteerd in eerstgenoemde provincie blijkt te zijn naar voren geschoven als NSB-burgemeester, 1941.
N.B. Zie ook inventarisnummer 1372.
1369 Aanbeveling door de directeur van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid te Utrecht van P.H.M. de Roo, officier van gezondheid op non-activiteit, voor de vacante functie van geneesheer-directeur van het Gemeenteziekenhuis, 1941.
1369 Memorandum van de burgemeester voor de Beauftragte van de Rijkscommissaris voor Gelderland over de onwenselijke cumulatie van functies die dreigt te blijven bestaan door vereniging van diverse medische taken, het directoraat van een ziekenhuis en dat van de Geneeskundige Dienst in de persoon van dr. H.W. Scalogne, de door de Duitsers gewenste opvolger van dr. J.L.C. Overbosch als geneesheer-directeur van het Gemeenteziekenhuis, 1941.
1370 Bemoeienis van de burgemeester met de selectie van sollicitanten naar de betrekking van chirurg aan het Gemeenteziekenhuis, 1941.
1371 Afschriften van twee brieven van het stichtingsbestuur van het sanatorium Koningsheide aan de Beauftragte van de Rijkscommissaris voor Gelderland, door geneesheer-directeur dr. L.F.C. van Erp Taalman Kip aan de burgemeester toegezonden met een overzicht van de intimidaties waarmee de Rijkscommissaris de afgifte van waardepapieren heeft bewerkt en het bestuur probeert te pressen tot liquidatie van de stichting in haar bestaande vorm, tot naamsverandering, tot het afzien van een onteigenings- of vorderingsprocedure, waardoor ook de Wehrmacht buiten spel blijft, en tot het "aanbieden" van terrein en gebouwen van het sanatorium voor zenuw- en geesteszieken in Schaarsbergen, dat reeds wordt verbouwd tot de eerste nationaal-socialistische School in Nederland, de Nederlandsche Inrichting voor Volksche Opvoeding ofwel NIVO, 1941.
1373 Twijfel, tegenover de commissaris der Provincie geuit, aan de geschiktheid als burgemeester van Angerlo van A. Pinkster, afkomstig uit de steenkolenhandel, volontair bij de secretarie van Ede en gedurende drie maanden deelnemer aan de burgemeesterscursus van de NSB, 1941.
1374 Inlichtingen aan de directeur van het Openbaar Slachthuis te Leiden over dr. K. Reitsma, inspecteur van de Volksgezondheid, voorheen directeur van de Keuringsdienst en oprichter-directeur van het Openbaar Slachthuis in de Gemeente Rheden, 1941.
1375 Brief, waarin de Haagse advocaat mr. E. van Haersma Buma op verzoek van de gedetineerde Arnhemse adjunct-inspecteur van Politie P.J. de Vries ter informatie van de gemeentelijke autoriteiten uiteenzet dat De Vries ondanks zijn contacten met A.T.C. Schiebergen, aangesloten bij de verzetsgroep Oranjewacht van P. Hoefsloot, en met J.B. Onnekink, leider van de organisatie PPP, niet is veroordeeld wegens "Beihilfe zur Feindbegünstigung" of "Begünstigung im Amt", maar wegens het verzaken van een plicht die de normale burger niet heeft, maar de Politie wel, namelijk de plicht(!) tot het verraden van landgenoten aan de bezetter, 1941.
1376 Mededeling aan de commissaris der Provincie dat er in Arnhem geen Eliestraat voorkomt en dat een daar wonende W.H. Schuddeboom, die in de provincie Limburg zou hebben gesolliciteerd, niet wordt aangetroffen in het Bevolkingsregister, 1942.
1377 Inlichtingen, waaronder rapporten over schooltandverzorging uit 1937, 1939 en 1940, ingewonnen of verstrekt naar aanleiding van de in 1942 ontstane vacature van tandarts aan het Gemeenteziekenhuis, 1937-1942.
1378 Brief van rouwbeklag van de burgemeester aan mevrouw T. Bakker-Schoondorp naar aanleiding van het plotseling overlijden van oud-wethouder B. Bakker, 1942.
1379 Advies van de waarnemend directeur van het Gemeenteziekenhuis en de Geneeskundige Dienst, onderschreven door de andere specialisten, om thans liever niet over te gaan tot aanstelling van een bacterioloog, omdat bekend is dat de burgemeester deze functie, waarvoor P.H.M. de Roo al is aanbevolen door de directeur van het Centraal Laboratorium, wil combineren met die van directeur, hetgeen voor "een andere (lees: Duitse) zijde" aanleiding zou kunnen opleveren om zich te mengen in de benoemingsprocedure voor de bacterioloog aan het Gemeenteziekenhuis, 1942.
1380 Gratieverzoek aan de Oberbefehlshaber der Wehrmacht in den Niederlanden voor majoor b.d. G.H. van der Ploeg, en schriftelijke getuigenissen ten gunste van P.F.A. Hoefsloot, waarmee de burgemeester de uitvoering van hun door het Feldgericht im Luftgau Holland gevelde doodvonnissen wil voorkomen, aanvoerend dat Van der Ploegs militaire commando van de Oranjewacht, illegale opvolgster van de Arnhemse Burgerwacht, een binnenlandse (!) aangelegenheid was, bedoeld om ná de aftocht van de Wehrmacht een bloedbad onder pro-Duitse elementen te voorkomen, en dat Hoefsloot met zijn Rode Kruis-colonne in mei 1940 op de Grebbeberg vooral Duitse gewonden zou hebben geholpen, indien hij daartoe van de Duitsers maar toestemming had gekregen, en ook overigens door zijn Duitse zaken- en familierelaties niet kan gelden als anti-Duits, ondanks zijn leidende rol in de bovengenoemde Oranjewacht, 1941-1942.
1380 Mededelingen van de burgemeester van Harderwijk over de stand van het proces tegen de ter dood veroordeelde P.J. Schuil en echtgenote, over gratieverzoeken en over tussenkomst door de Rijkscommissaris en diens Beauftragter in Gelderland, met een vraag naar eventuele adviezen, blijkbaar aan de burgemeester van Arnhem gesteld vanwege diens ervaringen in het proces tegen leden van de verzetsgroep Oranjewacht, 1941.
1381 Melding van de hoofdcommissaris van Politie dat bij een onderzoek naar fraude van een distributie-ambtenaar aan het licht is gekomen dat de Afdeling Brandstoffen er enerzijds een buffervoorraad van stamkaarten, de "Doos van Pandora", op nahoudt voor "zielige gevallen" en anderzijds fictieve nummers gebruikt om de dagelijkse balans van kaarten kloppend te maken, met mededeling dat hij ook het Centraal Distributiekantoor en de Rijksrecherche heeft ingelicht over deze misstanden bij de Arnhemse Distributiedienst, 1942.
1382 Mededeling aan de commissaris der Provincie dat dr. N.W. Bruijnis, actief in de Winterhulp en de Nederlandsche Volksdienst, als Indisch bestuursambtenaar uitstekend overweg kon met de R.K. missie op Flores en daarom verwacht in het overwegend R.K. Elst ondanks zijn hervormde godsdienst goed te kunnen functioneren als NSB-burgemeester, 1942.
1384 Kennisgeving aan de commissaris der Provincie dat, anders dan is beweerd, de waarnemer in de notariële vacature J.C.D. Roscam Abbing, candidaat-notaris B.H. ten Kate, voldoende vermogend is om een notariskantoor te beginnnen en dat de burgemeester hem graag alsnog zou zien geplaatst op de aanbeveling van de Kamer van Toezicht voor de benoeming van de nieuwe notaris, 1943.
1385 Overzicht van de stakingsbewegingen in Arnhem op 30 april 1943, en van de maatregelen die de burgemeester na een Duitse dreiging met het fusilleren van burgers heeft genomen om eerst het gemeentepersoneel en vervolgens dat van de Algemeene Kunstzijde-Unie, de Hollandsche Metallurgische Bedrijven, de Arnhemsche Stoomsleephelling Maatschappij en de Arnhemsche Bandfabriek te laten ophouden met de April-Meistakingen, 1943.
1386 Bericht aan de commissaris der Provincie dat de burgemeester van Arnhem geen betaalde nevenwerkzaamheden heeft, zoals bedoeld in de circulaire van de Generalkommissar für Verwaltung und Justiz betreffende nevenwerkzaamheden van burgemeesters, 1943.
1387 Bericht aan de commissaris der Provincie dat Arnhem geen deel uitmaakt van een informeel overleglichaam van burgemeesters, waarnaar bij de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken door de Generalkommissar für Verwaltung und Justiz was geïnformeerd in zijn brief over de zogenaamde burgemeesterskringen, 1943.
1388 Scepsis, door de burgemeester tegenover de commissaris der Provincie geuit, over W.H. van den Brink als eventueel burgemeester van Wageningen, omdat noch diens lidmaatschap van de Germaansche S.S. in de Nederlanden noch zijn werkkring bij Sicherheitspolizei en Sicherheitsdienst wijst op ambitie of voorbereiding op het gebied van het gemeentelijk bestuur, 1944.
1389 Inlichtingen aan de commissaris der Provincie over P.J. Drewes, sinds 1914 ambtenaar bij het Kadaster, sollicitant naar het burgemeesterschap van Holten, die een maand van zijn vacanties heeft doorgebracht als volontair bij de secretarie van Angerlo en gedurende een jaar heeft deelgenomen aan de burgemeesterscursus van de NSB, 1944.
1390 Medewerking van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en de Generalkommissar für Verwaltung und Justiz bij het aanblijven als secretaris van de 65-jarige dr. J.B.A. Kipp na 01-08-1944, omdat diens bekwaamheid, toewijding en grote tact in de delicate betrekkingen met Duitse instanties slecht kunnen worden gemist, wisseling van functionarissen "onder de huidige omstandigheden" ongewenst is en er problemen dreigen bij het benoemen van een nieuwe gemeentesecretaris, 1944.
1391 Inlichtingen, verzameld over het NSB-lid H. Klamer, die een overeenkomst met de Gemeente Arnhem betreffende het ophalen en verwerken van schillen en ander organisch afval niet heeft kunnen nakomen en als sollicitant naar het burgemeesterschap van Westerbork door de burgemeester in een bericht aan de commissaris der Provincie negatief wordt beoordeeld wegens zijn leeftijd van 64 jaren, zijn administratieve onervarenheid en zijn reputatie inzake zwarte handel, 1944.
12. Verspreid aangetroffen stukken, afkomstig van de Burgemeester of het College van Burgemeester en Wethouders
13. "Diverse stukken", 1884-1914
14. Documentatie S.J.R. de Monchy, 1921-1936
15. Correspondentie van gemeentesecretaris J.L.C. van Essen, 1899-1930
16. Koninklijk Huis
17. Verificatiebureau
18. Overige
laatste wijziging 19-04-2024
2.163 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 1.134 bestanden

Kenmerken

Datering:
(1820) 1884-1949 (1958)
Auteur:
J.P. Vredenberg, K.J.W. Peeneman, G. Maassen
Categorie:
laatste wijziging 19-04-2024
2.163 beschreven archiefstukken
64 gedigitaliseerd
totaal 1.134 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)