a. Van de zeven exemplaren Landdagsrecessen, afkomstig van bestuurlijke instellingen en berustend in het Gelders Archief, bevat er slechts één deze vergadering (dus privé-exemplaren uit particuliere archieven niet meegerekend): het exemplaar van de stad Arnhem, 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 60 r. - 68 v. Een later afschrift van het reces van deze vergadering is te vinden in 0508 Handschriften Rijksarchief in Gelderland, inv. nr. 54 E, fol. 226 v. - 229 r.

b. 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 60 r. - 68 v. is het enige tot nog toe bekende reces van een vergadering van het zestiende-eeuwse College van Gedeputeerde Staten van Gelderland, dat slechts één jaar heeft bestaan; zie Inleiding, paragraaf 2.4.3.

c. 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, bevat volgens de inhoudsopgave vanaf fol. 56 tot fol. 71 de Landdag van april 1584. Dit is onjuist, aangezien fol. 60 r. - 68 v. de vergadering van Gedeputeerde Staten bevatten. Deze vergadering diende tot voorbereiding van een vervolg op de Landdag die op 14 april was begonnen maar nog diezelfde dag afgebroken. Deze werd van 18 tot en met 21 april met beperkt resultaat hervat (zie fol. 68 v. - 70 v.) en uiteindelijk op 14 mei te Wageningen voortgezet. Wegens het nauwe verband met de Landdag van 14 / 18 tm. 21 april heeft men in de inhoudsopgave de vergadering opgenomen onder het april-reces; vgl. regest 037 (1584).

d. Onmisbaar voor een goed begrip van deze vergadering is de instructie voor de nieuwe stadhouder Adolf graaf van Nieuwenaar en Meurs, formeel aanvaard en ingevoerd op de Landdag van mei 1584, aan de recessen toegevoegd op 26 juni 1584, maar besproken en voorbereid in het College van Gedeputeerde Staten. Deze instructie is te vinden in 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, fol. 110 r. - 113 v., en als later afschrift in 0508 Handschriften Rijksarchief in Gelderland, inv. nr. 54 E, fol. 249 v. - 250 v.

e. Voor de auteurs van de afschriften van staatsstukken en correspondentie in 0508 Handschriften Rijksarchief in Gelderland, inv. nr. 54 tot en met 54 E, zie Inleiding, lijst van bronnen.