0452
Familie Brantsen
Inleiding
laatste wijziging 05-03-2024
2.286 beschreven archiefstukken
1.691 gedigitaliseerd
totaal 41.118 bestanden
Inventaris
2. Zakelijk gedeelte
2.02. Rheden
2.02.2. Rhederoord
N.B. Door Willem Everwijn en zijn vrouw Johanna Kelffken werden in het einde der zeventiende eeuw zeer veel stukken grond aangekocht, die vererfden op Nalida Everwijn, hun dochter, die gehuwd was met Hendrik Brantsen. Na dode van Hendrik Brantsen kwam bij magescheid tussen zijn kinderen een gedeelte der Rhedense bezittingen aan Willem Reinier Brantsen (1701-1789). Hij was het, die omstreeks 1745 op zijn bezittingen een huis liet bouwen (op Stickhuysen, op de Stickenberg, aan de de Middachter Steeg) dat de naam Rhederoord ontving. Toen hij in 1789 ongehuwd overleed, vererfde het op Derk Willem Abraham Brantsen en diens vrouw Gerharda Abigael Agatha Brantsen, kinderen van twee broeders van de erflater. In 1819 kwam het huis aan hun dochter Wilhelmina Nalida Reiniera Brantsen (overleden 1829) die het huis naliet aan haar neefje Jacob Pieter Johan Theodoor Brantsen. Na zijn dood in 1881 kwam het aan zijn neef Jhr. Theodoor Leopold Brantsen. Deze verkocht het goed Rhederoord in 1911 aan N.J.H. van Hasselt, die het archief Rhederoord schonk aan het Rijksarchief in Gelderland. Voor de herkomst van andere stukken betreffende dit en andere goederen onder Rheden zie men de inleiding.
N.B. Door Willem Everwijn en zijn vrouw Johanna Kelffken werden in het einde der zeventiende eeuw zeer veel stukken grond aangekocht, die vererfden op Nalida Everwijn, hun dochter, die gehuwd was met Hendrik Brantsen. Na dode van Hendrik Brantsen kwam bij magescheid tussen zijn kinderen een gedeelte der Rhedense bezittingen aan Willem Reinier Brantsen (1701-1789). Hij was het, die omstreeks 1745 op zijn bezittingen een huis liet bouwen (op Stickhuysen, op de Stickenberg, aan de de Middachter Steeg) dat de naam Rhederoord ontving. Toen hij in 1789 ongehuwd overleed, vererfde het op Derk Willem Abraham Brantsen en diens vrouw Gerharda Abigael Agatha Brantsen, kinderen van twee broeders van de erflater. In 1819 kwam het huis aan hun dochter Wilhelmina Nalida Reiniera Brantsen (overleden 1829) die het huis naliet aan haar neefje Jacob Pieter Johan Theodoor Brantsen. Na zijn dood in 1881 kwam het aan zijn neef Jhr. Theodoor Leopold Brantsen. Deze verkocht het goed Rhederoord in 1911 aan N.J.H. van Hasselt, die het archief Rhederoord schonk aan het Rijksarchief in Gelderland. Voor de herkomst van andere stukken betreffende dit en andere goederen onder Rheden zie men de inleiding.
Stukken betreffende tynsen uit De Steeg en Beekbergen, 1618-1865.
466 "Register van den thins op de Steeg", 1679-1745. Met verdere stukken betreffende deze tynsen, 1618, 1637, 1651, 1825-1865 1 omslag
0452 Familie Brantsen
Inventaris
2. Zakelijk gedeelte
2.02. Rheden
2.02.2. Rhederoord
N.B. Door Willem Everwijn en zijn vrouw Johanna Kelffken werden in het einde der zeventiende eeuw zeer veel stukken grond aangekocht, die vererfden op Nalida Everwijn, hun dochter, die gehuwd was met Hendrik Brantsen. Na dode van Hendrik Brantsen kwam bij magescheid tussen zijn kinderen een gedeelte der Rhedense bezittingen aan Willem Reinier Brantsen (1701-1789). Hij was het, die omstreeks 1745 op zijn bezittingen een huis liet bouwen (op Stickhuysen, op de Stickenberg, aan de de Middachter Steeg) dat de naam Rhederoord ontving. Toen hij in 1789 ongehuwd overleed, vererfde het op Derk Willem Abraham Brantsen en diens vrouw Gerharda Abigael Agatha Brantsen, kinderen van twee broeders van de erflater. In 1819 kwam het huis aan hun dochter Wilhelmina Nalida Reiniera Brantsen (overleden 1829) die het huis naliet aan haar neefje Jacob Pieter Johan Theodoor Brantsen. Na zijn dood in 1881 kwam het aan zijn neef Jhr. Theodoor Leopold Brantsen. Deze verkocht het goed Rhederoord in 1911 aan N.J.H. van Hasselt, die het archief Rhederoord schonk aan het Rijksarchief in Gelderland. Voor de herkomst van andere stukken betreffende dit en andere goederen onder Rheden zie men de inleiding.
Stukken betreffende tynsen uit De Steeg en Beekbergen, 1618-1865.
N.B. Door Willem Everwijn en zijn vrouw Johanna Kelffken werden in het einde der zeventiende eeuw zeer veel stukken grond aangekocht, die vererfden op Nalida Everwijn, hun dochter, die gehuwd was met Hendrik Brantsen. Na dode van Hendrik Brantsen kwam bij magescheid tussen zijn kinderen een gedeelte der Rhedense bezittingen aan Willem Reinier Brantsen (1701-1789). Hij was het, die omstreeks 1745 op zijn bezittingen een huis liet bouwen (op Stickhuysen, op de Stickenberg, aan de de Middachter Steeg) dat de naam Rhederoord ontving. Toen hij in 1789 ongehuwd overleed, vererfde het op Derk Willem Abraham Brantsen en diens vrouw Gerharda Abigael Agatha Brantsen, kinderen van twee broeders van de erflater. In 1819 kwam het huis aan hun dochter Wilhelmina Nalida Reiniera Brantsen (overleden 1829) die het huis naliet aan haar neefje Jacob Pieter Johan Theodoor Brantsen. Na zijn dood in 1881 kwam het aan zijn neef Jhr. Theodoor Leopold Brantsen. Deze verkocht het goed Rhederoord in 1911 aan N.J.H. van Hasselt, die het archief Rhederoord schonk aan het Rijksarchief in Gelderland. Voor de herkomst van andere stukken betreffende dit en andere goederen onder Rheden zie men de inleiding.
Stukken betreffende tynsen uit De Steeg en Beekbergen, 1618-1865.
466
"Register van den thins op de Steeg", 1679-1745. Met verdere stukken betreffende deze tynsen, 1618, 1637, 1651, 1825-1865 1 omslag
Omvang:
omslag
laatste wijziging 24-08-2010
laatste wijziging 05-03-2024
2.286 beschreven archiefstukken
1.691 gedigitaliseerd
totaal 41.118 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 05-03-2024
2.286 beschreven archiefstukken
1.691 gedigitaliseerd
totaal 41.118 bestanden