Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Heren en graven van Culemborg

0370 Heren en graven van Culemborg

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0370   Heren en graven van Culemborg
Inleiding
01. Auteursrechten en andere rechten
02. Openbaarheid en citeren
03. De Heeren en Graven van Culemborg
04. Verwante geslachten
05. Het goederenbezit in het algemeen
06. De vorming en organisatie van het graafschap Culemborg
07. De leenkamer
08. De geestelijke stichtingen in het graafschap Culemborg
09. De andere bezittingen in Gelderland
10. Bezittingen elders
11. Het archief
12. Aanpassingen in de oorspronkelijke versie van de inventaris
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.031 gedigitaliseerd
totaal 574.828 bestanden
Inventaris
1. Het archief van de Heeren en Graven van Culemborg
2. De archieven van geestelijke stichtingen in het Graafschap Culemborg
3. Varia
4. Regesten
4.2.01. 1-100
4.2.02. 101-200
4.2.03. 201-300
4.2.04. 301-400
4.2.05. 401-500
4.2.06. 501-600
4.2.07. 601-700
4.2.08. 701-800
701 Notaris Wilhelmus Knoep Otto'sz. instrumenteert, dat heer Johannes, burggraef van Montfoerd, afstand doet van al zijn rechten op het personaat van Scalcwiic.
702 Hubertus, "Dei gratia" heer van Culenborch etc., geeft het personaat van de kerk van Scalcwiic, vacant door den afstand van Johannes de Montfoerde, aan zijn broeder Arnoldus de Culenborch, en verzoekt den choorbisschop van Traiectum om bekrachtiging.
703 Werner, zoon van heer Werner van Palant, heer zu Breidenbent, maakt huwelijksvoorwaarden met Irmgart van Bachem, dochter van wijlen Arnoilt Toyntzen van Bachem en diens vrouw Metze.
704 Gerardus Boerboem, priester, officiaal van den choorbisschop van Traiectum, gelast de proclamatie en inductie van Arnoldus de Culenborch als "persoon" te Scalcwiic.
705 Everwiin van Goterswick en zijn vrouw Mechtilt van Steynvorden erkennen verkocht te hebben aan heer Johan van Kulenborgh en diens vrouw Aleyd, hun zuster, den hof te Hezehusen in het land van Murse en in het gericht van Barle.
706 Beselis en Greta, kinderen van wijlen heer Herman van Hoitdorp, ridder, erkennen gegeven te hebben aan heer Werner van Palant, heer zoe Breidenbent, het slot Kintzwilre, afkomstig van hun overleden oom heer Johan van Kintzwilre, ridder.
706a Adolph, hertog van Cleve etc., verklaart een brief gezien te hebben van een aartsbisschop van Coilne, waarin deze een heer van der Lecke, heer ten Weerde, beleent met WerderbruEcke, geeft daarvan een uittreksel en verklaart heer Johan van Culenborch, heer ten Weerde, dit goed rustig te zullen laten gebruiken.
707 Johannes Albertusz. van Oetmersem, pastoor te Scalcwiick, bericht aan Gherardus de Borboem, officiaal van den choorbisschop van Traiectum, dat hij Arnoldus de Culenborch geïnstalleerd heeft.
708 Johan, paltsgraaf, hertog in Beyeren, zoon van Henegouwen etc., beleent heer Hubrecht, heer tot Culenborch etc., met het land en de heerlijkheid van de Leck.
709 Jan, hertog van Brabant etc., bevestigt de brieven, die zijn vrouw en haar voorouders, alsmede zijn oom van Beyeren, aan zijn raad, heer Hubrecht, heer te Culenborch, gegeven hebben.
710 Jan, hertog van Brabant etc., erkent schuldig te zijn aan zijn raad heer Hubrecht, heer te Culenborch en ter Lecke, uit verschillende oorzaken een aantal sommen geld.
711 Korsten van Riiswiick, richter te Tricht, oorkondt, dat Balthasar van Boeren en zijn vrouw Clemens, en zijn dochter Katheryne en Dirck van Bueren overdragen aan Elyaes die Vlieger Remboutsz. 7½ morgen onder Tricht.
712 Everwiin van Guterswick belooft heer Johan van Kulenborch schadeloos te zullen houden wegens een borgtocht voor Johan van Besten alias de Pape.
713 Fredericus de Blanckenhem, bisschop van Traiectum, verheft, op het verzoek van heer Wilhelmus, heer van Bueren en Boesinchem, de kapel van St. Johannes apostel en evangelist te Zelmonde tot een parochiale kerk, stelt de schadevergoeding volgens de hier geïnseerde brieven, die aan den pastoor van Boesinchem toekomt, vast, en institueert Nycolaus Hack Laurentius' zoon als pastoor. Reg. no. 674 en 675
713a Henricus Zwarte, abt van St. Marie van de Praemonstratenser orde in het bisdom Trajectum, geeft vidimus van den brief van 1321 Augustus 18, reg. no. 51b.
Afschrift in Inv. no. 1787, fol. 8.
714 Willem Zuermont Eernstsz., richter te Buesinchem, oorkondt, dat Eernst van Ewiick Gerytsz. en zijn vrouw BELY overdragen aan Dirc Borre den ouden een "voorkoop" land te Buesinchem in de Viif Voircopen.
715 Poilgyn van Kintzwylre, kloosterjuffer te Wenauwe, verklaart afgestaan te hebben aan haar neef Wynant van Kintzwylre alle eigendomsbewijzen, afkomstig van haar vader Thiis Goislar, burger te Colne, en haar moeder Alverhard van Kintzwylre, betreffende het huis Kintzwylre, alsmede al haar rechten op dit huis, die zij na doode van Lyse, weduwe van heer Johan van Kintzwylre, krijgen mocht.
716 Jan van Wiick Aerntsz. en zijn broeder Aernt van Wiick erkennen verkocht te hebben aan Hubrecht, heer to Culenborch etc., een akker land onder Riiswiick.
717 Willem van der Lochte, richter te Culenborg, en Jacob Coppier, Goesen die Keymp, Willem Zuermont en Alairt van Yngen, schepenen aldaar, oorkonden, dat Aernt van der Muelen, zijn vrouw Trude en zijn zoons Heinric en Peter overdragen aan Jan van Seps een huis c.a.
718 Willem van der Lochte, richter te Culenborch, en Jacob Coppier, Goesen die Keymp, Goesen van Tyel en Dirc Coppier Jacobsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Liisbet, weduwe van Gheryt Scaep, overdraagt aan Melis Melisz. de helft van 4 morgen land op de Rolle in de Abtsgeeren, waarvan de abdij van Mariënweerd het losrecht bezit.
719 Lucia van Kerpen, abdis van Elten, beleent Johan, heer to Huekellem en to Millingen, met de leenen, vermeld in den brief van 1408 December 22 (reg. no. 502), waarmede zijn overleden moeder Elysabet van Lienden, vrouwe to Huekellem en van Millingen, beleend is geweest.
720 Ghiisbert van Vyanen van Beverwerde beleent, na opdracht door zijn oom Ghiisbert van Vyanen van Rysenborch, diens dochter Zweder van Vyanen en van Hoeklem met de Grevenweerd boven Culenborch aan de Leck, met de visscherij, haar als huwelijksmedegave toegezegd, en vanouds behoorende tot de heerlijkheid van den Goye.
721 Johan van Randenroide en zijn vrouw Liisgin erkennen verkocht te hebben aan Claisgin van Smedheim en diens vrouw Lise een huis c.a. te Bachem.
722 Johan, hertog in Beyeren etc., staat aan zijn raad heer Hubert, heer tho Culenborch, toe, diens vorderingen op hem te verhalen, indien de daarvoor op zijn rentmeesters gegeven wissels niet voldaan worden.
723 Wouter van Ghent, knaap, verklaart, dat heer Hubrecht, heer tot Culenborch, etc. als tresorier van Hollant hem nog schuldig is 3000 rijnsche guldens, en dat deze hem daarvoor een wissel van 2500 rijnsche guldens op heer Henric Noethaft, rentmeester in Beyeren, gegeven heeft, die, indien deze voldaan wordt, als betaling zal gelden.
723a Wouter Koevoet van Boenendael en zijn zoon Wouter Koevet van Poelgeest, knapen, verklaren, dat heer Hubrecht, heer tot Culenborch, ther Lecke en tAckoye, hem een wissel op heer Henrick Noothaft, rentmeester in Neder Beyeren, heeft gegeven, groot 2000 rijnsche guldens, waarvoor zij hem Kwijtschelding geven.
724 Wilhelm van Loyn, graaf van Blanckenheym, en zijn vrouw Lisa erkennen schuldig te zijn aan Frederick van Brandenberch, heer zo Clerve, een rente van 10 rijnsche guldens 's jaars uit de hoven te Montzhusen en te Boichoultz.
725 Wilhelm van Loyn, graaf zo Blanckenheym, en zijn vrouw Elizabeth erkennen verzoend te zijn met Frederick van Brandenberch, heer zo Clerve, en geven hem een rente van 20 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit de hoven te Montzhusen en te Boichultzs.
726 Willem Zuermont Eernstsz., richter te Buesinchem, oorkondt, dat Alaert Keye verklaart aan het St. Claes' altaar in de kerk te Buesinchem niet meer schuldig te zijn dan 1½ gulden.
727 Johan van Bueren, heer tot Ewick, maakt huwelijksvoorwaarden met Florens van Bersell, heer van Zulen en St. Mertiinsdiick, en Franc K van Bersell, ridder, namens hun respect, dochter en zuster Alienore.
728 Adolf, hertog van Cleve, graaf van der Marck, geeft kwijtschelding aan Jacob, heer van Gaesbeeck en van Apkoude, heer Hubrecht, heer van Culenborch en ter Lecke, heer Johan van Culenborg, heer toe Weerde, heer Johan, heer ten Vlyet, ridders, die hem met Wolter van Gent beloofd hebben 5000 schilden te betalen.
729 Paulus de Dronghelen, pastoor te Culenborch, verklaart de stichting van een kapittel in de kerk goed te keuren.Oorspr. (Inv. no. 7727); het zegel van den oorkonder is verloren.
730 Hubrecht, heer van Culenborch, ter Lecke, ten Weerde en tAckoye, verklaart in de kerk te Culenborch 8 kanunnikspraebenden te stichten.
731 Gerardus Woert, proost van Arnhemum en aartsdiaken van Traiectum, verklaart onder zekere voorwaarden de stichting, vermeld in den brief van 1421 November 29 (reg. no. 729), waar deze doorgestoken is, goed te keuren.
732 Fredericus, bisschop van Traiectum, bekrachtigt de stichting, vermeld in den brief van 1421 November 29, en keurt goed, dat daarvoor de inkomsten van 7 vicarieën te Culenborch en 2 vicarieën te Bosinchem gebruikt worden. Reg. no. 730
733 Deken en kapittel van Culemborch beloven aan den proost van Arnhemum, die in hun stichting heeft toegestemd, een rente van 1 mark zilver 's jaars uit al hun inkomsten.
734 Notaris Johannes Sunnenberch instrumenteert, dat heer Thomas Boechamer, priester, pastoor te Eck, met toestemming van den collator heer Hupertus, heer van Culenborg etc., ¾ deel van de groote tienden van zijn kerk afstaat aan het kapittel te Culenborch, waarbij bepaald wordt, dat de pastoor altijd kanunnik zal zijn, en instrumenteert voorts, dat heer Hupertus, heer van Culenborg etc., belooft, de collatie te Eck samen met het kapittel te zullen uitoefenen.
735 Hubrecht, heer tot Culenborch etc., schenkt aan het kapittel te Culenborch een rente van 40 oude schilden 's jaars, gaande uit de tienden in het land van Bueren.
735a Deken en kapittel van St. Barbara te Culenborch geven aan heer Hubrecht, heer tot Culenborch, ter Lecke, then Weerde en t'Ackoy, hun stichter, het losrecht van den brief van gelijken datum, reg. no. 735.
736 Hubrecht, heer tot Culemborch etc., schenkt aan het kapittel van St. Barbara de kerkgift te Eck met de benoeming van rector en koster.
737 Huprecht, heer tot Culenborch etc., sticht twee vicarisplaatsen in de kerk te Culenborch voor een te stichten St. Jorys' altaar, en schenkt daaraan een rente van 20 oude schilden 's jaars, uit te betalen door den kameraar van het kapittel, aan hetwelk hij daartoe overdraagt een hoeve land op Lanxmeer, 2 akkers land op Weydervelt in het land van Bueren, 1/3 deel van een hofstad met 3 morgen land aldaar en 4 morgen land op Parus.
738 Alaert van Yngen, richter te Culenborg, Splynter van Voirn Jansz., Dirc Coppier Jacobsz., Goesen van Tyel en Jacob Coppier, schepenen aldaar, oorkonden, dat Lebuwiin Vaec met zijn vrouw Margriet, en Ave, weduwe van Wouter Heinricxz., overdragen aan het St. Jorys' altaar in de kerk te Culenborg 1/3 deel van 4 morgen land in het land van Bueren aan de Meer.
739 Alaert van Ynghen, richter te Culenborg, Goesen van Tyel, Splinter van Voirn Jansz., Jacob Coppier en Dirc Coppier Jacobsz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Lebuwiin Vaec en zijn vrouw Margriet overdragen aan het St. Jorys' altaar in de kerk te Culenborg al hun rechten op 6 morgen land op Pariis.
740 Huprecht, heer tot Culenborch etc., schenkt aan het kapittel te Culenborch een hoeve land in Culenborgerbroick en een hofstad met 9 strepen land te Goedberdingen.
741 Heinric Borre Aerntsz. en Ghiisbert Scade Dirxz. verklaren, dat Hubert, heer tot Culenborch etc., hun de 397 goudgulden voldaan heeft, wegens aankoop van ossen te Amersfoerde en Emelant ten behoeve van dien heer.
742 Jan van Wye, richter in Nederbetue, oorkondt, dat, na executie door Griete, weduwe van Claes van Wye, op de goederen in de Nederbetue van Splynter van Everdingen en zijn zuster Oede, en van de erfgenamen van de vrouw van Steven van Everdinghen, hiervan kooper wordt Steven van Wye Claesz.
743 Johan, paltsgraaf bij Riin, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc., verklaart vrede gesloten te hebben met den bisschop van Utrecht en diens helpers.
744 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre etc., verklaart vrede gesloten te hebben met den bisschop van Utrecht en de steden Utrecht en Amersfordt c.s.
745 Johan, paltsgraaf bij Riin, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc., belooft zijn afgevaardigden tegen 30 Juni naar Culenborch te zullen zenden om de bepalingen van het verdrag van 3 Juni 1.1. (Reg. no 743) uit te doen voeren.
746 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre etc., belooft, dat hij tegen 30 Juni zijn gevolmachtigden naar Culenborch zal zenden om de bepalingen van het verdrag van 3 Juni 1.1. (reg. no. 744) te doen uitvoeren.
747 Johan, paltsgraaf upten Run, hertog in Beyeren, zoon van Hollant, verklaart, dat het bestand tusschen den bisschop van Utrecht c. s. en hemzelf c.s., afloopende op 13 Juli e.k., verlengd zal worden tot op 11 November e.k.
748 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre etc., verklaart, dat de termijn, bedoeld in de acte van 1422 Juni 10 (reg. no. 744), verlengd zal worden tot 27 Juli e.k.
748a Reyner Mours erkent van heer Hubrecht, heer van Culenborch, ontvangen te hebben 137½ Fransche kronen, die deze hem schuldig was.
749 Johan, paltsgraaf upten Run, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc., verklaart, dat de termijn, vermeld in den brief van 10 Juni 1422 (reg. no. 743), verlengd zal worden tot 31 Augustus.
750 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre etc., verklaart, dat de termijn, bedoeld in de acte van 1422 Juli 4 (reg. no. 748), verlengd zal worden tot 31 Augustus e.k.
751 Frederic van Blanckenhem, bisschop van Utrecht, en de steden Utrecht en Amersfoirt verklaren, dat zij den uitwisselingstermijn van de bezegelde brieven van het verdrag van 3 Juni 1.1. (reg. no. 743 en 744), verlengd hebben tot 31 Augustus e.k.
752 Frederic van Blanckenhem, bisschop van Utrecht, en de steden Utrecht en Amersford verklaren verzoend te zijn met Reynalt, Hertog van Gulich en Gelre.
753 Frederic van Blanckenhem, bisschop van Utrecht, en de steden Utrecht en Amersfoird verklaren verzoend te zijn met Johan, paltsgraaf bij Riin, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc. Afschrift in Inv. no. 92 fol. 4.
754 Jan AkerlaEck, Willem Duyck van Nyementsvrient, Willem van Riiswiic, Gheryt die Hoghe, Reyner Jansz., Harman van Wyer, Claes Erick, Jan van den Werve, Willem AkerlaEck, Pieter Danelsz., Coenraet Melysz., Jan Willemsz. en Jan Jannesz., hooge dijkheemraden in Alblaserwaart, geven aan den dijkgraaf Florens van der Dussen, die een dijk van den jonker van Nassou, na vonnis der heemraden, hersteld heeft, het verwin op diens goederen onder Strevelant, Leckerlant, Brandwiic, Ghibenlant en Blaskensgrave.
755 Florys van der Dussen, dijkgraaf in Alblasserwairt, verklaart verkocht te hebben aan heer Zweder van Culenborch, domproost tUtrecht, de goederen, vermeld in den brief van 1422 Augustus 6, reg. no. 754.
756 Alaert van Yngen, richter te Culenborch, Lambert van der Weteringe Geryt Caesar, Wouter van Overriin en Lambert Zuermont, schepenen aldaar, oorkonden, dat heer Zweder van Culenborg, domproost te Utrecht, afstand doet van al zijn rechten op de nalatenschap van wijlen zijn broeder heer Hubrecht, heer tof Culenborg.
757 Frederick van Blanckenhem, bisschop to Utrecht, de stad Utrecht en de stad Amerssford verklaren met heer Johan, heer tot Culenborch, een zoen gesloten te hebben.
758 Jan AkerlaEck, Willem Duyck van Nyemensvrient, Willem van Riiswiic, Gheryt die Hoghe, Reyner Jansz., Hakman van Wyer, Claes Erick, Jan van den Werve, Willem AkerlaEck, Pieter Danelsz., Coenraet Melysz., Jan Willemsz. en Jan Jannesz., hooge dijkheemraden in Albkserwaert, oorkonden, dat zij bij de overdracht, vermeld in den brief van 1422 Augustus 10 (reg. no. 755), tegenwoordig zijn geweest.
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.08. 701-800
758
Jan AkerlaEck, Willem Duyck van Nyemensvrient, Willem van Riiswiic, Gheryt die Hoghe, Reyner Jansz., Hakman van Wyer, Claes Erick, Jan van den Werve, Willem AkerlaEck, Pieter Danelsz., Coenraet Melysz., Jan Willemsz. en Jan Jannesz., hooge dijkheemraden in Albkserwaert, oorkonden, dat zij bij de overdracht, vermeld in den brief van 1422 Augustus 10 (reg. no. 755), tegenwoordig zijn geweest.
Datering:
1422 September 3
NB:
a. Oorspr. (Inv. no. 6470), met de min of meer geschonden zegels van de 1e, 2e, 4e-10e, 12e en 13e oorkonders en met een fragment van het zegel van den dijkgraaf Florens van der Dussen; die van den 3en en 11en oorkonder zijn nagenoeg verloren,
b. Gevidimeerd in den brief van 1423 October 31 (reg. no. 797)'.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
laatste wijziging 17-02-2014
759 Notaris Nycolaus Paew instrumenteert, dat heer Swederus de Culenborch, proost en aartsdiaken van Trajectum, de schenking, vermeld in den brief van 1422 Januari 26 (reg. no. 734), bevestigt.
760 Johan, paltsgraaf upten Run, hertog in Beyeren, zoon van Hollant etc., verlengt het bestand, vermeld in den brief van 1422 Juli 4 (reg. no. 747), tot 13 Mei e.k.
761 Deken en kapittel van de kerk van St. Johannes te Traiectum geven hun goedkeuring aan de incorporatie van de parochiekerk van Culenborch in het kapittel aldaar, op voorwaarde, dat zij den deken van het kapittel zullen mogen aanwijzen.
762 Paulus de Dronghelen, priester, pastoor te Culenborch, geeft zijn goedkeuring aan de incorporatie van zijn kerk in het kapittel van St. Barbara aldaar.
763 Fredericus, bisschop van Traiectum, bekrachtigt de incorporatie van de parochiekerk te Culenborch iri het kapittel van St. Barbara aldaar.
764 Gerardus Weert, proost van Arnhemum en aartsdiaken, geeft zijn goedkeuring aan de incorporatie van de kerk van Culembourch in het kapittel.
764a Johan, heer tot Egmond en Yselsteyn, belooft slot en stad Lederdam namens hertog Jan van Beyeren te zullen bewaren en deze weder te zullen teruggeven, zoodra de gelden, daarop geschoten door heer Willem van YSENDOREN, weder afgelost zullen zijn.
765 Johan, heer t'Egmond en tot lisselsteyn, belooft, mede voor zijn zoons Aernt en Willem, zijn neve Johan, heer tot Culenborch, ter Lecke en tAckoye, schadeloos te houden wegens een borgstelling bij den heer en vrouwe van Beyeren.
766 Johan van Odewiick, richter te Mauderic en Eck namens den heer tho Culenborch, oorkondt, dat Dirc Doys van Mauderic en zijn vrouw Heiiavych, alsmede Dirc Doys Doysz. met zijn moeder Liisbet, overdragen aan heer Johan Zeghersz. van Welderen, priester, vicaris van het St. Katherinenaltaar in de kerk te Mauderic, een akker land, groot 11 hont, onder Mauderic in de Huusmaten.
767 Deken en kapittel van de St. Barbarakerk te Culembourch stellen hun statuten vast.
768 Johan, heer tot Culemborg etc., geeft zijn goedkeuring aan de statuten van het kapittel.
769 Volpaert Aerntsz., schout in het land van Hagesteyn namens den bisschop van Utrecht, oorkondt, dat Heinric die Wit overdraagt aan Voern van Vyanen ten behoeve van heer Jan, heer tot Culenborch etc., 5 morgen land onder Hagesteyn aan den dijk.
770 Deken en kapittel van de St. Barbarakerk te Culenborch stellen nader hun statuten vast.
771 Johannes, heer van Culenborch etc., bekrachtigt de statuten, vermeld in den brief van 1423 Februari 23 (reg. no. 770), waar deze doorgestoken is.
772 Johan van Oywiick, richter te Mauderic en Eck namens den heer van Culenborch, oorkondt, dat Margriet, weduwe van Claes van Wye en Johan van Wye Claesz. overdragen aan heer Johan Zegersz., priester, vicaris van het St. Katherinenaltaar in de kerk te Mauderic, 4 morgen land onder Mauderic.
773 Margriet, weduwe van Claes van Wye, en Johan van Wye Claesz. verklaren verkocht te hebben aan heer Johan Zeghersz., priester, vicaris van het St. Katherinenaltaar in de kerk te Mauderic, 4 morgen land onder Mauderic.
774 Margriet, weduwe van Claes van Wye, Johan van Wye Claesz., Splinter van Everdingen en zijn vrouw Nelle, en Oede van Everdingen erkennen verkocht te hebben aan heer Johan Zeghersz., priester, vicaris van het St. Katherinenaltaar in de kerk van Mauderic, 4 morgen land onder Mauderic.
775 Martinus V, paus, bekrachtigt de verheffing van de parochiekerk van Culenborg tot een kapittelkerk.
776 Splinter van Everdingen, knaap, verklaart verkocht te hebben aan Willem Zuermont een erfpacht van 4 pond en 4 kapoenen 's jaars, afkomstig van wijlen zijn vader Wessel van Everdingen, gaande uit een viertel land op Zidervelt.
777 Diderick van Bronchorst, zoon tho Batenborch en tot Aenholt, belooft heer Johan, heer tot Culenborch etc., schadeloos te houden wegens een borgtocht met heer Johan van Aeswiin, ridder, Heinric, heer tot Wissche, Johan van Gemen en Johan van Raesveld bij Johan van Asbeke en diens vrouw Grete van SCulenborch.
778 Lodewiick de Wale, burger te Utrecht, erkent in pacht te hebben ontvangen van het kapittel van Oudemunster te Utrecht de helft van de tienden te Gasparde en Goetberdingen.
779 Johan, hertog in Beyeren etc., belooft Johan van Bueren te zullen betalen, wat hij hem schuldig is, uit de eerste te ontvangen beden in Hollant en Zeelant.
780 Everwiin van Gueterswich, graaf van Benthem en heer tho Steynvoirden, belooft zijn zwager heer Johan, heer tot Culenborg etc., schadeloos te zullen houden wegens diens borgtocht bij EverwiinS moeder voor een jaarrente van 180 njnsche guldens.
781 Beerte van Culenborch erkent van haar broeder heer Johan, heer tot Culenborch etc., ontvangen te hebben het haar toekomende uit de nalatenschap van haar ouders en van haar broeder (Hubert).
782 Dr. Henricus Homberch, deken van St. Salvator te Trajectum, speciaal door den H. Stoel aangewezen rechter, dagvaardt al degenen, die zich tegen de oprichting van het kapittel van Culenbourg verzet hebben.
783 Otto de Amerongen, geestelijke, bericht aan dr. Henricus Houberch, deken van St. Salvator en rechter, dat diens mandaat (zie Reg. no. 782) gepubliceerd is in den Dom.
784 Dr. Henricus Houberch, deken van St. Salvator te Trajectum, geeft een overzicht van de moeilijkheden bij de stichting van het kapittel van Culemborch.
785 Deken en kapittel van Trajectum verklaren, dat zij de stichting van een kapittel in de stad Culenborch goedkeuren alsmede de incorporatie van de parochiekerk, welke buiten hun voorkennis door bisschop Fredericus was geschied.
786 Frederic, bisschop van Utrecht, en de steden Utrecht en Amersfort, verklaren, dat de geschillen, ontstaan na het sluiten van den vrede van 1422 Juli 27 (reg. no. 752), door den Domproost beslecht zullen worden.
787 Johan, heer tot Culenborch etc., beleent Sweder van der Weteringe met de Ruuschen-hoeve onder Hagensteyn.
788 Heer Sweder Scinkel, pastoor te Buesinchem, vicaris van de kapel te Goedbertingen, geeft aan Melis Scavaert in erfpacht een aan die kapel behoorende waard, gelegen aan de Lecke, ter vergoeding van zijn kosten en arbeid bij het herstel van den dijk van deze waard.
789 Johan van Ecke, richter te Culenborg, Sweder van Dodenberg, Wouter van Overriin Woutersz., Lambert van der Weteringe en Giisbert Petersz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Heinric Roelofsz. ten behoeve van zijn moeder Alide van het versterf van van zijn vader afstand heeft gedaan.
790 Johan van Ecke, richter te Culenborch, Lambert van de Weteringe, Sweder van Dodenberg, Wouter van Overriin Woutersz. en Giisbert Petersz., schepenen aldaar, oorkonden, dat Jan Lambertsz. overdraagt aan Alit, weduwe van Roelof Heinricsz., een huis en hofstad.
791 Arnolt, hertog van Gelre etc., beleent heer Johan, heer to Culenborch etc., met het kasteel en de stad Culenborch c.a., met de tienden in de Broick en te Lanxmer, het huis te Malderick c.a., het goed te Muyswynkel, de Steenweert boven Duerstede, het goed te Riiswiick, het huis te Vyanen, 2 hoeven te Beesd, het Bredenbroick, de beide Kattenbroke en de Myddeldunck.
792 Reynerus de Sancta Margareta, abt van het klooster van St. Jacobus te Leodium, beveelt, als rechter ter zake, om jonker Wilhelmus de Saffenberch, die goederen en tienden van het klooster St. Bertinus en de kerk van St. Audomarus in bezit genomen heeft, te excommuniceeren, indien hij ze niet binnen 7 dagen afgeeft.
793 Heinric die Zwart, abt, Johan die Goyer, prior, Johan van Tyenhoven, onderprior, Hubert Grawert, proost, en het convent van St. Marienweerde verklaren aan deken en kapittel te Culenborch een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit 3 morgen land op de Solre, ten behoeve hunner choralen, geschonken te hebben.
794 Notaris Otto de Wed instrumenteert, dat deken en kapittel van St. Marie te Traiectum aan Johannes, heer van Culenborch etc., den tol van Smithusen, met Ewiick en Malberge, na den dood van zijn 'broeder Hubertus, overgeven.
795 Deken en kapittel van de St. Johanskerk te Utrecht erkennen verpacht te hebben aan heer Johan, heer to Kulenborch etc., na doode van zijn broeder heer Hupertus, de tienden en goederen in het kerspel Bosynckhem.
796 Dr. Henric Houberch, deken van Oudemonster en officiaal van het hof van Utrecht, geeft vidimus van den brief van 1422 Augustus 10, reg. no. 755.
797 Dr. Henric Houberch, deken van Oudemonster en officiaal van het hof van Utrecht, geeft vidimus van den brief van 1422 September 3, reg. no. 758.
798 Deken en kapittel van de St. Barbarakerk te Culenborch oorkonden, dat zij op voordracht van heer Johannes, heer van Culenborch etc., als vicaris van het altaar van St. Georgius in hun kerk, na afstand door heer Heynricus Holthusen, toelaten en bevestigen heer Ghiisbertus Kemp.
799 Johan, heer tot Culenborch etc., beleent, na opdracht door Ghiisberf die Keymp Ottensz., Gheryt Cesar met een viertel land in het Vreedstro.
800 HenricH, abt van St. Marienweerd, geeft vidimus van den brief van 1399 Maart 19, reg. no. 405.
4.2.09. 801-900
4.2.10. 901-1000
4.2.11. 1001-1100
4.2.12. 1101-1200a
4.2.13. 1201-1300
4.2.14. 1301-1400
4.2.15. 1401-1500
4.2.16. 1501-1600
4.2.17. 1601-1700
4.2.18. 1701-1800
4.2.19. 1801-1900
4.2.20. 1901-2000
4.2.21. 2001-2100
4.2.22. 2101-2200
4.2.23. 2201-2300
4.2.24. 2301-2400
4.2.25. 2401-2500
4.2.26. 2501-2600
4.2.27. 2601-2700
4.2.28. 2701-2804
4.2.29. S1-S100
4.2.30. S101-S131
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.031 gedigitaliseerd
totaal 574.828 bestanden

Kenmerken

Datering:
1241-1810
Auteur:
A.P. van Schilfgaarde, K.J.W. Peeneman, W.F.M. Ahoud
Categorie:
laatste wijziging 06-04-2024
11.613 beschreven archiefstukken
4.031 gedigitaliseerd
totaal 574.828 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)