Uw zoekacties: Hof van Gelre en Zutphen

0124 Hof van Gelre en Zutphen

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden.

Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer.

Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden.

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.

Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen.

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien.

0124 Hof van Gelre en Zutphen

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inleiding

1. Auteursrechten en andere rechten

2. Openbaarheid en citeren

3. Verantwoording van de digitalisering

4. Inleiding A.J. Maris

5. Inleiding A.J. Maris als pdf-bestand

6. Gesproken toelichtingen

7. Bijlagen

laatste wijziging 26-03-2024

21.034 beschreven archiefstukken

3.970 gedigitaliseerd

totaal 2.488.120 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

Inventaris

I. Bescheiden van algemene aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802, en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811

Toon details van deze beschrijving

II. Bescheiden van politieke en administratieve aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen , 1543- 1795, en van administratieve aard, herkomstig van het Hof van Justitie, 1795-1802, en van het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811

Toon details van deze beschrijving

III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811

Toon details van deze beschrijving

Deposita

Toon details van deze beschrijving

A. Momber en substituut-momber
N.B. Zie voor de taak van de momber en van de substituut-momber en de lotgevallen van hun archief de Inleiding, Een gedeelte van het archief van de momber en de sub s tituut-momber berust bij het archief van de Gelderse Rekenkamer, zie Jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, Het archief der Geldersche Rekenkamer, I, 1925, bijlage A, inv. nos. 7313, 7314 en 73l8a-7371. Van 1747-1762; in 1803 t/m 1811 heette de subst.-momber “Tweede momber”, terwijl in 1702 twee subst. mombers werden aangesteld voor de vervolging in plooierij zaken.

Toon details van deze beschrijving

B. Commissies

Toon details van deze beschrijving

C. Leenkamer van Gelre en Zutphen
N.B. P. Nijhoff geeft een overzicht van dit in een localiteit van de griffie van het Hof opgestelde archief in zijn Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, blz. 424-426. De kanselier, later de presiderende raad van het Hof was stadhouder van de lenen, terwijl de functionaris met de titel tweede secretaris leengriffier was. Aangezien het Hof als zodanig bemoeienis met leenzaken had en ook bevoegdheid had in leengeschillen - afgezien van de competentie van het niet permanent geopende leenhof - bestond er wisselwerking tussen de griffie van het Hof en het bureau van de leengriffier. Het Hof liet tal van brieven e.a. bescheiden uit 's Hofs eigen archief in het leenkamerarchief plaatsen. Wegens het grote belang en de omvang van het archief, waarvan ook de protocollen en registers uit de tijd van vóór 1543 deel uitmaken, is het archief van de Gelderse leenkamer afzonderlijk beschreven, daarom hier: PRO MEMORIA. Zie 0002 Leenkamer van Gelre en Zutphen.

D. Losse stukken en dossiers
N.B. Het hierna beschrevene is grotendeels afkomstig van personen, die naast hun ambt als momber, substituut-momber, leengriffier een advocatenpractijk uitoefenden, of van advocaten, die in nauwe betrekking tot het Hof stonden.

Toon details van deze beschrijving

6881 Rekeningen van kerkmeesters van Westervoort, 1759-1788. 1 pak
N.B. De rekening over 1764 ontbreekt. De rekeningen over 1789-1797 zijn overgedragen aan de gemeente Arnhem, zie Jhr. mr, D.P.M. Graswinckel, Het oud-archief der gemeente Arnhem, 1935, inv.nrs. 2816-2848. De gehele reeks is omstreeks 1800 ter griffie van het Hof gedeponeerd, waarschijnlijk wegens een geschil over het beheer. i

6882 Stukken betreffende het sterfhuis van Adolf Philips van Horn (de Hornes), baron van Locre enz., bijeengebracht door en ten behoeve van Johan van Horn (de Hornes), graaf van Horn, baron van Kessel enz., generaal en gouverneur der stad Grave, mede-erfgenaam onder beneficie van inventaris. Met oudere stukken, 1649. 1 pak en 1 charter
N.B. Adolf Philips de Hornes was een zoon van Maximiliaan en Agnes van Mylendonck. De Mylendoncks waren o.m. gegoed in Gelderland, zoals te Maurik en Zoelen. Het charter is van 1646 maart 9. Zie mede inv.nr. 2290. i

6883 Stukken betreffende het geschil tussen burgemeesters en gemeenslieden van de stad Borculo en Otto graaf van Limburg en Bronckhorst, heer van Borculo, over de inbreuk, door de laatstgenoemde gemaakt op het recht der burgerij op de stadswallen door de wallen te laten vergraven, 1663. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de stad Borculo. Het geschil werd aan het Hof voorgelegd.

6884 Stukken, door de magistraat van Lochem toegezonden aan dr. Anthonis Foyert, advocaat voor het Hof van Gelderland, in verschillende rechtskwesties, 1668. 1 omslag
N.B. Afkomstig van dr. Foyert. Door mr. I. A. Nijhoff beschreven onder "Lochum No. 3". De kwesties betroffen o.m. de gasten of schoven, welke de ingezetenen van het scholtambt Lochem moesten opbrengen voor de koster en de stadsdienaren van Lochem, en de gruitaccijns van de stad Lochem. Vergel. voor de laatste kwestie het pleidooiboek nr. 27 over 1668/1669 (inv.nr. 6096), fol, 30 vso, 7 october 1668.

6885 Stukken betreffende het geschil tussen de magistraten van Zutphen en van Lochem over de kosten van een voorafgegaan proces, waarin Jr. Philip van Goltstein van een vonnis van het Lochemse stadsgericht in beroep gegaan was te Zutphen, 1658-1679. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de stad Zutphen.

6886 Stukken betreffende verschillende zaken, waarbij het jus de non evocando van de Zutphense burgers in het geding is, 1676-1695. 1 pak
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de stad Zutphen.

6887 Stukken betreffende het verzet van de magistraat van de stad Zutphen, de kerkmeesters van de Sint Walburgskerk aldaar en de gildemeesters van de Sint Antonis Grote Broederschap eveneens aldaar tegen het verkopen van een gedeelte van de gemeente van Hal en Eerbeek, 1678. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de stad Zutphen. i

6888 Verzoekschriften aan het Hof in minuut, opgesteld door Reynier Engelen ten behoeve van verschillende personen, 1679-1682. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de advocaat Reynier Engelen, broeder van de griffier van het Hof Engelbert Engelen. i

6889 Stukken betreffende het geschil tussen de erven Berent Duyven of Doeven en Frederik Willem graaf van Limburg heer tot Stirum, heer van Borculo, intervenierende voor Frederick van der Wijck, voogd van Eibergen en opzichter over de eigenhorige lieden in de heerlijkheid Borculo, 1682. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de heer van Borculo. Vergel. inv.nr. 5609, civiele procesdossiers 1682/45. i

6890 Stukken betreffende de proceskosten van het geding tussen Dr. Hoynck, gevolmachtigde van Cornelia van de Polle weduwe Johan van der Cluse, heer tot Waalre enz., en Gerhard Stam, rentmeester van Frederik Willem graaf van Limburg heer tot Stirum, 1682. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de graaf van Limburg Stirum. Het casboeck IIII (inv.nr. 1409) van het Hof vermeldt: "taxatum den 8n Octob. 1684". i

6891 Stukken betreffende het geschil tussen Gedeputeerde Staten van het Kwartier van Zutphen en Swaentje Bueckers weduwe Arnoldt van de Wall op Hoog Helbergen c.s. over een uitweg van Reuversweerd in Kortenoever onder Brummen, 1686. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Gedeputeerde Staten van het Zutphense Kwartier. i

6892 Stukken betreffende het geschil tussen dr. Richard Wijnen en Cephas Tutet of zijn gemachtigde Jan Espesel of Frans de Bruyn, aanhangig bij het Hof in appèl van een sententie van het stadsgericht van Arnhem, 1686. 1 omslag
N.B. Afkomstig van Johan van Brienen als raadsman van Cephas Tutet, geappelleerde. Vergel. inv.nr. 6352, appèlprocesdossiers 1686/13. i

6893 Stukken betreffende het geschil tussen de erven Rutger Huygens als pandhouders van de Heeckeren Fraterweerden bij Dieren en Gedeputeerde Staten van het Zutphense Kwartier in appèl voor het Hof van een sententie van het gericht van Veluwezoom, 1686, 1687. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Gedeputeerde Staten van Zutphen, geappelleerden. i

6894 "Eenige documenten om te sien, hoe veer d'eigenaers gehouden sijn d'extra ordinaris verpondinge, ofschoon contrari bedongen is, te betalen", door Johan van Brienen, advocaat te Arnhem, ontvangen van dr. Gijsbert Opten Noorth, secretaris van de Graafschap Zutphen (nl. van Gedeputeerde Staten van Zutphen), 1688. 1 omslag i

6895 Stukken betreffende het aan het goed Botterhuys verbonden recht van plaggenmaaien in de gemeente van Noordijk, 1688, 1691. 1 omslag
N.B. De omslag bevat:
1. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van scholte Herman Harperinck en Jan Hungering, gedaagden, met als gevoegde Frederik Willem graaf van Limburg en Bronckhorst, erfmarkerichter, in geschil met Allegonda van den Clooster, abdis ter Hunnepe, eiseres. Bij uitspraak van 1 december 1688 aanvaarde het Hof een door gedaagden opgeworpen exceptie (pleidooiboek inv.nr. 6118, fol. 111). Het proces over de hoofdzaak werd gevoerd voor het Borculose landgericht.
2. Stukken, afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Peter Sibille, richter van de heerlijkheid Borculo, tegen wien de abdis ter Hunnepe een eis had ingesteld wegens het niet in acht nemen van de landrechtelijke manier van procederen in het proces-Botterhuys. Het Hof verklaarde eiseres niet ontvankelijk 4 februari 1691 (pleidooiboek nr. 52, inv, nr. 6121, fol. 49). i

6896 Stukken betreffende het recht van de heer van Borculo om zaken, welke gediend hebben voor het stadsgericht, in appèl te behandelen aan de Haverbrug, 1693, 1694. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als "raad" van Frederik Willem graaf tot Limburg en Bronckhorst, heer van Borculo. i

6897 Stukken betreffende het geschil tussen Goossen Gerritsen, eigenaar van de Sassische tiend te Lathum, en Gedeputeerde Staten van het Kwartier van Zutphen als beheerders van de goederen van het kapittel van Sint Walburg te Zutphen, intervenierende voor hun pachters Dirck Brantss. en Fredrik Wychmanss, 1697. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van Gedeputeerde Staten van Zutphen. Goossen Gerritsen had al in 1691 een proces over deze aangelegenheid aangespannen. i

6898 Stukken betreffende het geschil tussen Willem Volmer, gewezen admodiateur van de domeinen van Zijne Majesteit (de koning-stadhouder Willem III) van Bredevoort, en de erven Dercksken Wehninck genaamd Roerdinck, weduwe van Gerrit Roerdinck, in leven tegeder van de hof te Miste, over afdracht naar hofrecht uit de nalatenschap van Dercksken voorn, 1692-1699. 1 omslag
N.B. De admodiateur had als zodanig recht op de inkomsten van de hoven te Miste en Ahave. Door de hofheer tot "tegeders" (lieden, in het bezit van de erfelijke waardigheid van gerichtsman of keurnoot in het hofgericht) benoemde personen waren voor zichzelf en hun nakomelingen zodanig geprivilegieerd, dat zij op een lijn stonden met landrechtelijk vrije, niet aan hofrecht onderworpen lieden. Van hun nalatenschappen kon de hofheer geen afdracht naar hofrecht verlangen. De stukken zijn afkomstig van de leengriffier dr. Engelbert Opten Noorth als raadsman van de erven Dercksken Wehninck. i

6899 Stukken betreffende de bijdragen, door de kleine steden van de Graafschap verschuldigd aan de hoofdstad Zutphen in hetgeen de hoofdstad jaarlijks aan de Landschap namens de steden van het Kwartier betalen moet als schadeloosstelling voor gederfde inkomsten uit de IJsseltol bij Zutphen ingevolge het accoord van 24 augustus 1600, waarbij de stad Kampen en de steden van de Graafschap Zutphen elkaar wederkerig tolvrijdom hebben toegezegd, 1696-1699. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Johan Opten Noorth als raadsman van de stad Zutphen. i

6900 Stukken betreffende het geschil tussen Claes Cremer en Herman Grijse, bezitters van de aan de hof te Vaerwerk horige goederen Cremer en Grijse, volle erven in de buurschap Mallum, en Frederik Willem graaf van Limburg heer tot Stirum enz., hofheer, over het aan de genoemde erven toekomende aandeel in de opbrengst van het hout, gehouwen in de Mallumse gemeente, 1699-1701. 1 pak
N.B. Afkomstig van dr. Johan van Brienen, raadsman van de graaf van Limburg Stirum. Vergel. inv.nr. 5711, civiele procesdossiers 1705/15.

6901 Concept van een request van citatie, in te dienen bij het Hof vanwege Frederik Johan van Eerde, heer van de Pleckenpoel bij Winterswijk, tegen (Joost) Vincent van Asbeck, heer tot den Berge, die een gracht langs klagers goed Buscamp had laten dichtgooien, ongedateerd (1701). 1 stuk
N.B. Opgesteld door dr. Johan van Brienen. Volgens het appointementboek (inv.nr. 1186) beschikte het Hof op het ingediende request 14 mei 1701: "Fiat citatie".

6902 Stukken betreffende het geschil tussen dr. Diederik Volmer, admodiateur, verwalter van Bredevoort, en Berent Jasinck c.s. over afdracht wegens versterf naar het recht van de hof te Miste, 1700- 1702. 1 omslag
N.B. Afkomstig van dr. Johan van Brienen als raadsman van Berent Jasinck c.s. Zie inv.nr. 5995, verspreide civiele procesdossiers 1700/109.

6903 Stukken betreffende het geschil tussen dr. Engelbert Opten Noorth, advocaat, en Adriaen Sloot tot den Westerberg, burgemeester van Lochem, over declaratie van kosten in verschillende zaken, 1702. 1 omslag
N.B. Afkomstig van dr. Johan van Brienen als raadsman van dr. E. Opten Noorth. Volgens het casboeck IIII (inv.nr. 1409) door het Hof getaxeerd 29 mei en l2 juli l702.

6904 Stukken betreffende het geschil tussen Willem Volmer, gewezen admodiateur van Bredevoort, en Jan te Lintum over afdracht wegens versterf naar het recht van de hof te Miste, 1685-1702, 1708. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Engelbert Opten Noorth als raadsman van scholte Jan te Lintum. In het pak bevindt zich in authentiek afschrift de acte van 1468 augustus 18, waarbij Henrick heer tot Gemencen tot Wevelkaven (Wevelinkhoven) als hofheer Henrick Roerdinck en Egbert Meerdynck tot tegeders van de hof te Miste maakt. Vergel. inv.nr. 5684, civiele procesdossiers 1698/7.

6905 Stukken betreffende geschillen tussen Aletta Gijskes weduwe scholte Henrick Willinck en Fija Budders weduwe Beernt ter Culve over inruiming van het goed Willinck, door wijlen Fija's man in 1693 van Henrick Willinck gepacht, 1706-1708. 1 pak
N.B. Afkomstig van de leengriffier Engelbert Opten Noorth. Het Hof had in de ontruimingszaak beslist 26 september 1707, waarna nieuwe moeilijkheden rezen. In 1708 was Aletta Gijskes niet langer in staat tot verder procederen; haar advocaat Engelbert Opten Noorth ging daarop tegen haar procederen over de proceskosten. Het Hof wees hierin sententie 12 october 1709 en 16 april 1712. Vergel. inv.nr. 5725, civiele procesdossiers 1709/14.

6906 Stukken, aan dr. Engelbert Opten Noorth toegezonden door de magistraat van Zutphen, inzake de inbeslagname door richter en rentmeester van het graafschap Bronkhorst, op grond van het aan Bronkhorst toekomende strandrecht, van een in de IJssel gezonken aak met visgereedschap, behorende aan de Zutphense burger Jacob Adriaen van Pallandt tot Keppel, een handelwijze, welke naar het oordeel van de magistraat van Zutphen in strijd is met het jus de non evocando der burgers van de stad, 1710. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de leengriffier Engelbert Opten Noorth, raadsman van de stad Zutphen. De zaak werd één dag na de toezending der stukken "in secreto affgemaeckt".

6907 Stukken betreffende het geschil tussen Reinier van Haeften, heer van Ophemert, en Bart Verkuyl, wonende op de Grote Mastmolen te Ophemert, over het door de heer beweerde recht van dwangmolen, 1710. 1 omslag
N.B. Afkomstig van Wilhelm van Steenier, raadsman van Bart Verkuyl, geappelleerde, die het proces in eerste instantie voor de bank van Tuil gewonnen had. Het Hof wees sententie in appèl 14 februari 1711. Vergel. inv.nr. 6458, appèl-procesdossiers 1711/5.

6908 Stukken betreffende het recht van hoge jurisdictie van de heer van Rosande, 1714. 1 omslag
N.B. Afkomstig van Gijsbert Opten Noorth, substituut-momber, als raadsman van Frederik Wilhelm baron van Spaen, heer van Rosande en het Biljoen. In deze zaak liet de Gelderse Rekenkamer zich van haar kant adviseren door de momber David ten Hove. i

6909 Stukken betreffende het geschil tussen Johan Schrasser(t), burgemeester van Harderwijk, en Jan Claessen, pachter op Schrasser(t)s goed Doornik of het Spycker in Vorchten, 1715. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van Johan Schrassert. Volgens het boek van recessen en accoorden, inv.nr. 6257, fol. 81, kwam 27 november 1715 een accoord tot stand,.

6910 Stukken betreffende de remissie, door Maas Derksen Slophoos verzocht aan de landdag wegens de doodslag, begaan aan Cornelis Janssen bijgenaamd Lange Jans Kees, 1715. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als advocaat.

6911 Stukken betreffende het verhaal van proceskosten door dr. Willem van Hasselt, rentmeester der geestelijke goederen onder het Borculose rentambt van de Graafschap Zutphen, op Gerrit Honhof Jans zoon c.s., zijn tegenpartij in het voorafgegane proces over het goed Grootholt in de Holterhoek onder Eibergen, 1712- 1717. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van dr. Van Hasselt. Gerrit Honhof c.s. waren bij sententie van het Hof van 21 september 1712 in de kosten veroordeeld.

6912 Verzoekschrift van Frederik Wilhelm baron van Spaen tot het Biljoen, Over- en Nederhagen, ambtsjonker van het ambt Rheden, aan de Landschap om voorziening, dat het hoogadellijk landgericht niet, wanneer de bank in Rheden gespannen is, de volgende dagen onder protractie van partijen binnen Arnhem zitting houdt, aangezien een dergelijke handelwijze strijdig is met het reglement op het houden der landgerichten in Veluwe en Veluwezoom van 1698. Met advies van de richter van Arnhem en in Veluwezoom, (1717). Afschriften (c. 1717). 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, raadsman van baron Van Spaen.

6913 Stukken betreffende het geschil tussen Tonis Pluym en holtrichter en gezworenen van het Hoog- Soerense bos over verkocht hout, 1719. 1 pak
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van holtrichter en gezworenen. Het proces had plaats voor het Veluwse landgericht, 0203 ORA Veluwe en Veluwezoom, inv.nr. 141, procesdossier 1719/4.

6914 Stukken betreffende het geschil tussen Christiaan Carel van Lintelo tot de Ehze, markerichter van Almen, en Hendrik Willem van Westerholt tot Hackfort, scholtis van Zutphen, met de magisstraat van Zutphen als gevoegde over de Berkelschouw, 1720. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van H.W. van Westerholt tot Hackfort q.q. Het Hof verklaarde 21 december 1720 C.C. van Lintelo tot de Ehze niet ontvankelijk in zijn eis. Vergel. inv.nr. 5735, civiele procesdossiers 1712/19 en inv.nr. 5782, civiele procesdossiers 1735/6.

6915 Stukken betreffende informatiën, ingewonnen door dr. Engelbert Opten Noorth omtrent bezit in Terwolde in het ambt Voorst en elders, waarvan Frans Maximiliaan van Holling, heer van Stein, ter Kuilen, Morck en Beek, en Fenna Maria d'Hannet, zijn echtgenote, eigenaren zijn geweest, 1708-1721. 1 omslag

6916 Stukken betreffende de afwikkeling van de procedure tussen Bernardina Albertina gravin van Limburg-Bronckhorst-Stirum douairière Maurits graaf tot Limburg-Bronckhorst, heer tot Gemen enz., en Maurits vorst van Nassau, heer ter Boren enz, 1701, 1702, 1722. 1 pak
N.B. Afkomstig van de leengriffiers Johan Opten Noorth en Engelbert, zijn zoon, als raadslieden van de gravin- douarière. Haar naam luidt in de stukken verkeerdelijk Bernardina Albertina i. pl. v. Maria Bernardina, evenzo in 's Hofs sententie van 4 november 1701 (inv.nr. 4898, fol. 173). Zie hierna inv.nr. 6921.

6917 Stukken betreffende de invordering door Jacob van Brienen, scholtis van Apeldoorn, als holtrichter, en gezworenen van de Hoog-Soerense bossen van hetgeen Claes Lubberts. en anderen volgens het gemaakte accoord moeten betalen wegens het door hen gepleegde misbruik (d.w.z. houtroof), 1719-1722. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van Jacob van Brienen q.q.

6918 Stukken betreffende verschillende procedures, waarin Christina van Cleef, bezitster van het wildvorstergoed in Epe, een Gelders leengoed, en van andere goederen, partij is, 1710-1723. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van Christina van Cleef.

6919 Verklaringen en verdere stukken betreffende in de Hoog-Soerense bossen gepleegd misbruik (d.w. z. houtroof), door holtrichter en gezworenen aan dr. Gijsbert Opten Noorth toegezonden om advies, 1724. 1 omslag

6920 Stukken betreffende het geschil tussen Jan Stakebrant, kapitein-luitenant, echtgenoot van Johanna Jacoba de Hubert, en Hiëronymus Moers, kapitein, nomine uxoris Johanna Maria Christiaans, eerder weduwe van Hendrik Severijn de Hubert, over een voogdijkwestie, bij het Hof aanhangig gemaakt in appèl van een vonnis van het stadsgericht van Zutphen, 1723, 1724. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van de geappelleerde partij H. Moers. Vergel. inv.nr. 6506, appèlprocesdossiers 1724/3. Het Hof wees sententie 26 juli 1724.

6921 Stukken betreffende het geschil tussen Maria Bernardina gravin-douairière tot Limburg- Bronckhorst-Stirum c.s. en Frederik Willem graaf van Limburg-Bronckhorst, heer van Borculo, vice-admiraal, 1697-1727. 1 pak
N.B. Dit pak, aangeduid als "Well-Borculo", werd aangetroffen tussen de verspreide procesdossiers van het Hof van 1702 (zie inv.nrs. 5986-6005). Afkomstig van de momber David ten Hove als raadsman van de gravin- douairière. Er werd geprocedeerd voor het Borculose landgericht. Vergel. Mr. A.P. van Schilfgaarde, De Graven van Limburg Stirum in Gelderland en de geschiedenis hunner bezittingen, eerste stuk, Assen 1961 , blz. 66 volg.

6922 Supplicatie van Jenneke Janse weduwe Lentink en haar dochter aan het Hof om uitstel in de zaak van echtschap, waarin zij gedaagd zijn op verzoek van Jacob Willems., de mulder van Vorden, 1728. Afschrift (van gelijke tijd). 1 stuk
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, raadsman van de eiser.

6923 Stukken betreffende obligatiën, gevestigd door Frederik Willem baron van Spaen onder verband van zijn persoon en goederen ten gunste van Leonard van Smits, schepen van 's-Hertogenbosch, en anderen, 1724-1730. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van baron Van Spaen.

6924 Stukken betreffende het geschil tussen Henrick van Rouwenoort, heer tot de Ulenpas, en Elisabeth Caldenbach, weduwe van dr. Coenraat van Essen, in leven ontvanger-generaal van de Graafschap Zutphen, over het ontvangerschap-generaal, 1724-1731. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van de weduwe Van Essen. De zaak kwam bij het Hof in appèl van het stadsgericht van Zutphen. Vergel. inv.nr. 6540, appèlprocesdossiers 1731/7.

6925 Verzoekschrift van scholte Jan Roerdink aan het Hof, waarbij om maatregelen gevraagd wordt tegen ingezetenen van de onder Munster behorende buurschap Baarle wegens door dezen gepleegd geweld op Gelders territoir nabij het hofgoed Roerdink tegen de zoons van de verzoeker en anderszins, (1732). Klad. 1 stuk
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, die de grosse aan het Hof overgaf 24 september 1732.

6926 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van dr. Johan Spoltman, in leven burgemeester van Arnhem, 1725-1733. Met oudere stukken. 1 pak
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, een neef van dr. Spoltmans eerste echtgenote Nalida van Brienen.

6927 Stukken betreffende het geschil tussen de weduwe van Ludolph van Eybergen en Frerik Rients., haar pachter, over het recht van stilzwijgende verlenging van de pacht van het goed Kovinck in Steenderen, 1733. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth als raadsman van Frerik Rients. Vergel. 3021 Rechterlijk Archief van het Landdrostambt Zutphen, 1517-1811 (Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers), inv. nr. 180, protocol van in- en uitleiding, fol. 311 vlg., 1733 augustus 31 en september 1.

6928 Stukken betreffende het geschil tussen Willem de Bruen, kolonel, bezitter van de havezate de Wild, en Samuel Eekhof c.s. met enige geërfden van Gendringen als gevoegden over het recht om beesten te drijven enz. op de Gendringse gemeente, genaamd den IJssele, 1733, 1734. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, blijkens de schrijfhand. Advocaten van W. de Bruen en van de tegenpartij waren onderscheidenlijk dr, W.R. Brantsen en dr. J.C. Copes van Hasselt. Het Hof verwierp 15 juli 1733 de door Samuel Eekhof c. s., gedaagden, opgeworpen "exceptio anterioris spolii" en stond 26 mei 1734 aan dezelfde partij de voeging van enige geërfden van Gendringen toe,. i

0124 Hof van Gelre en Zutphen

Inventaris

Deposita

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Gelders Archief

6928

Stukken betreffende het geschil tussen Willem de Bruen, kolonel, bezitter van de havezate de Wild, en Samuel Eekhof c.s. met enige geërfden van Gendringen als gevoegden over het recht om beesten te drijven enz. op de Gendringse gemeente, genaamd den IJssele, 1733, 1734. 1 omslag
N.B. Afkomstig van de substituut-momber Gijsbert Opten Noorth, blijkens de schrijfhand. Advocaten van W. de Bruen en van de tegenpartij waren onderscheidenlijk dr, W.R. Brantsen en dr. J.C. Copes van Hasselt. Het Hof verwierp 15 juli 1733 de door Samuel Eekhof c. s., gedaagden, opgeworpen "exceptio anterioris spolii" en stond 26 mei 1734 aan dezelfde partij de voeging van enige geërfden van Gendringen toe,.

1733, 1734

omslag

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen