0012
Gelderse Rekenkamer
Inleiding
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
X. Rentambt Zutphen
N.B. Vgl. het aangeteekende aan het hoofd van E.X. in de 3de Afdeeling. Na de definitieve lossing van de Schuilenburgsche domeinen in 1667 is hiervoor een afzonderlijk rentambt ingesteld. Opmerking verdient echter, dat de Schuilenburgsche goederen vóór dien tijd slechts van 1559-1575 onverpand zijn geweest. Ook omtrent de in 1735 aangekochte heerlijkheid Baar en Latum zal men in deze afdeeling niets vinden. Wel moet de landtol ter Hunnepe tot dit rentambt gerekend worden.
Een afzonderlijke afdeeling is hier ingericht voor de stukken, betrekking hebbende op rechten en verplichtingen, uit de hofhoorigheid voortvloeiende. De hoven nl., die de graaf van Zutphen in zijn graafschap en in Salland bezat en waarvan het beheer reeds in zeer ouden tijd in den hof te Zutphen moet zijn geconcentreerd, hebben altijd een bijzondere plaats onder de domeinen aldaar ingenomen. Finantieel beteekenden de hofhoorige goederen ten tijde van de Rekenkamer niet veel meer voor het rentambt, maar het beheer bracht steeds zooveel eigenaardige moeilijkheden mede, dat het waard is, er bijzondere aandacht aan te geven.
Vóór de inneming van Grol hebben afwisselend grootere of kleinere stukken van de Graafschap onder Spaansch bestuur gestaan. Omtrent het domeinbeheer aldaar in dien tijd raadplege men het archief van de Rekenkamer te Roermond (R. A. in Limburg).
Over de domeinen van dit rentambt zie men voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
N.B. Vgl. het aangeteekende aan het hoofd van E.X. in de 3de Afdeeling. Na de definitieve lossing van de Schuilenburgsche domeinen in 1667 is hiervoor een afzonderlijk rentambt ingesteld. Opmerking verdient echter, dat de Schuilenburgsche goederen vóór dien tijd slechts van 1559-1575 onverpand zijn geweest. Ook omtrent de in 1735 aangekochte heerlijkheid Baar en Latum zal men in deze afdeeling niets vinden. Wel moet de landtol ter Hunnepe tot dit rentambt gerekend worden.
Een afzonderlijke afdeeling is hier ingericht voor de stukken, betrekking hebbende op rechten en verplichtingen, uit de hofhoorigheid voortvloeiende. De hoven nl., die de graaf van Zutphen in zijn graafschap en in Salland bezat en waarvan het beheer reeds in zeer ouden tijd in den hof te Zutphen moet zijn geconcentreerd, hebben altijd een bijzondere plaats onder de domeinen aldaar ingenomen. Finantieel beteekenden de hofhoorige goederen ten tijde van de Rekenkamer niet veel meer voor het rentambt, maar het beheer bracht steeds zooveel eigenaardige moeilijkheden mede, dat het waard is, er bijzondere aandacht aan te geven.
Vóór de inneming van Grol hebben afwisselend grootere of kleinere stukken van de Graafschap onder Spaansch bestuur gestaan. Omtrent het domeinbeheer aldaar in dien tijd raadplege men het archief van de Rekenkamer te Roermond (R. A. in Limburg).
Over de domeinen van dit rentambt zie men voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
a. Algemeen
7402 Afschriften, deels authentiek, van stukken betreffende het optreden van Sweder van Kervenhem als rentmeester der Zutphense domeinen en als raad namens hertog Karel in de graafschap Zutphen en in Groningen, 1477-1538 (stukken); ca 1540 (register). 1 deel
N.B. Specificatie:-commissiebrieven voor Sweder van Kervenhem en andere stukken betreffende zijn optreden als privépersoon, rentmeester en raad, 1527-1538 (fol. 1-36);
-memorie betreffende verduistering en wanbeheer door de Schimmelpennincks c.s. als pandhouders der Zutphense domeinen, met bijlagen betreffende het beheer door de rentmeesters Johan, Berndt en Johan (Berndtszoon) van Holthuysen 1477-1531, opgesteld (1532) (fol. 37-46);
-visitatieboek van de horige goederen en personen in de Graafschap, 1531 (fol. 47-66);
-register van wissels van horigen, getrokken uit de rekeningen van de rentmeesters der Zutphense domeinen, 1483-1522 (fo 67-75). 1 deel
Vermoedelijk aangelegd ten behoeve van de verantwoording na 1538 door Van Kervenhem van zijn optreden (de afschriften fo 1-38 zijn in zijn hand betiteld, de stukken tenderen naar verantwoording door bewijs van autorisatie en opdracht).
Voorheen 0001 Graven en hertogen van Gelre, inv.nr. 140.
Vgl. Collectie Sweder van Kervenhem, inv.nr 3, A; daar uitgebreide inhoudsopgave. In 1544 met de overige stukken vermeld in inv.nr 3 te Brussel aan de commissaris Renoy ter hand gesteld. De memorie is opgesteld naar aanleiding van de visitatie van 1531. Voor het origineel van het visitatieregister, zie 0001-138.1. i
N.B. Specificatie:-commissiebrieven voor Sweder van Kervenhem en andere stukken betreffende zijn optreden als privépersoon, rentmeester en raad, 1527-1538 (fol. 1-36);
-memorie betreffende verduistering en wanbeheer door de Schimmelpennincks c.s. als pandhouders der Zutphense domeinen, met bijlagen betreffende het beheer door de rentmeesters Johan, Berndt en Johan (Berndtszoon) van Holthuysen 1477-1531, opgesteld (1532) (fol. 37-46);
-visitatieboek van de horige goederen en personen in de Graafschap, 1531 (fol. 47-66);
-register van wissels van horigen, getrokken uit de rekeningen van de rentmeesters der Zutphense domeinen, 1483-1522 (fo 67-75). 1 deel
Vermoedelijk aangelegd ten behoeve van de verantwoording na 1538 door Van Kervenhem van zijn optreden (de afschriften fo 1-38 zijn in zijn hand betiteld, de stukken tenderen naar verantwoording door bewijs van autorisatie en opdracht).
Voorheen 0001 Graven en hertogen van Gelre, inv.nr. 140.
Vgl. Collectie Sweder van Kervenhem, inv.nr 3, A; daar uitgebreide inhoudsopgave. In 1544 met de overige stukken vermeld in inv.nr 3 te Brussel aan de commissaris Renoy ter hand gesteld. De memorie is opgesteld naar aanleiding van de visitatie van 1531. Voor het origineel van het visitatieregister, zie 0001-138.1. i
0012 Gelderse Rekenkamer
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
X. Rentambt Zutphen
N.B. Vgl. het aangeteekende aan het hoofd van E.X. in de 3de Afdeeling. Na de definitieve lossing van de Schuilenburgsche domeinen in 1667 is hiervoor een afzonderlijk rentambt ingesteld. Opmerking verdient echter, dat de Schuilenburgsche goederen vóór dien tijd slechts van 1559-1575 onverpand zijn geweest. Ook omtrent de in 1735 aangekochte heerlijkheid Baar en Latum zal men in deze afdeeling niets vinden. Wel moet de landtol ter Hunnepe tot dit rentambt gerekend worden.
Een afzonderlijke afdeeling is hier ingericht voor de stukken, betrekking hebbende op rechten en verplichtingen, uit de hofhoorigheid voortvloeiende. De hoven nl., die de graaf van Zutphen in zijn graafschap en in Salland bezat en waarvan het beheer reeds in zeer ouden tijd in den hof te Zutphen moet zijn geconcentreerd, hebben altijd een bijzondere plaats onder de domeinen aldaar ingenomen. Finantieel beteekenden de hofhoorige goederen ten tijde van de Rekenkamer niet veel meer voor het rentambt, maar het beheer bracht steeds zooveel eigenaardige moeilijkheden mede, dat het waard is, er bijzondere aandacht aan te geven.
Vóór de inneming van Grol hebben afwisselend grootere of kleinere stukken van de Graafschap onder Spaansch bestuur gestaan. Omtrent het domeinbeheer aldaar in dien tijd raadplege men het archief van de Rekenkamer te Roermond (R. A. in Limburg).
Over de domeinen van dit rentambt zie men voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
N.B. Vgl. het aangeteekende aan het hoofd van E.X. in de 3de Afdeeling. Na de definitieve lossing van de Schuilenburgsche domeinen in 1667 is hiervoor een afzonderlijk rentambt ingesteld. Opmerking verdient echter, dat de Schuilenburgsche goederen vóór dien tijd slechts van 1559-1575 onverpand zijn geweest. Ook omtrent de in 1735 aangekochte heerlijkheid Baar en Latum zal men in deze afdeeling niets vinden. Wel moet de landtol ter Hunnepe tot dit rentambt gerekend worden.
Een afzonderlijke afdeeling is hier ingericht voor de stukken, betrekking hebbende op rechten en verplichtingen, uit de hofhoorigheid voortvloeiende. De hoven nl., die de graaf van Zutphen in zijn graafschap en in Salland bezat en waarvan het beheer reeds in zeer ouden tijd in den hof te Zutphen moet zijn geconcentreerd, hebben altijd een bijzondere plaats onder de domeinen aldaar ingenomen. Finantieel beteekenden de hofhoorige goederen ten tijde van de Rekenkamer niet veel meer voor het rentambt, maar het beheer bracht steeds zooveel eigenaardige moeilijkheden mede, dat het waard is, er bijzondere aandacht aan te geven.
Vóór de inneming van Grol hebben afwisselend grootere of kleinere stukken van de Graafschap onder Spaansch bestuur gestaan. Omtrent het domeinbeheer aldaar in dien tijd raadplege men het archief van de Rekenkamer te Roermond (R. A. in Limburg).
Over de domeinen van dit rentambt zie men voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
a. Algemeen
7402
Afschriften, deels authentiek, van stukken betreffende het optreden van Sweder van Kervenhem als rentmeester der Zutphense domeinen en als raad namens hertog Karel in de graafschap Zutphen en in Groningen, 1477-1538 (stukken); ca 1540 (register). 1 deel
N.B. Specificatie:-commissiebrieven voor Sweder van Kervenhem en andere stukken betreffende zijn optreden als privépersoon, rentmeester en raad, 1527-1538 (fol. 1-36);
-memorie betreffende verduistering en wanbeheer door de Schimmelpennincks c.s. als pandhouders der Zutphense domeinen, met bijlagen betreffende het beheer door de rentmeesters Johan, Berndt en Johan (Berndtszoon) van Holthuysen 1477-1531, opgesteld (1532) (fol. 37-46);
-visitatieboek van de horige goederen en personen in de Graafschap, 1531 (fol. 47-66);
-register van wissels van horigen, getrokken uit de rekeningen van de rentmeesters der Zutphense domeinen, 1483-1522 (fo 67-75). 1 deel
Vermoedelijk aangelegd ten behoeve van de verantwoording na 1538 door Van Kervenhem van zijn optreden (de afschriften fo 1-38 zijn in zijn hand betiteld, de stukken tenderen naar verantwoording door bewijs van autorisatie en opdracht).
Voorheen 0001 Graven en hertogen van Gelre, inv.nr. 140.
Vgl. Collectie Sweder van Kervenhem, inv.nr 3, A; daar uitgebreide inhoudsopgave. In 1544 met de overige stukken vermeld in inv.nr 3 te Brussel aan de commissaris Renoy ter hand gesteld. De memorie is opgesteld naar aanleiding van de visitatie van 1531. Voor het origineel van het visitatieregister, zie 0001-138.1.
N.B. Specificatie:-commissiebrieven voor Sweder van Kervenhem en andere stukken betreffende zijn optreden als privépersoon, rentmeester en raad, 1527-1538 (fol. 1-36);
-memorie betreffende verduistering en wanbeheer door de Schimmelpennincks c.s. als pandhouders der Zutphense domeinen, met bijlagen betreffende het beheer door de rentmeesters Johan, Berndt en Johan (Berndtszoon) van Holthuysen 1477-1531, opgesteld (1532) (fol. 37-46);
-visitatieboek van de horige goederen en personen in de Graafschap, 1531 (fol. 47-66);
-register van wissels van horigen, getrokken uit de rekeningen van de rentmeesters der Zutphense domeinen, 1483-1522 (fo 67-75). 1 deel
Vermoedelijk aangelegd ten behoeve van de verantwoording na 1538 door Van Kervenhem van zijn optreden (de afschriften fo 1-38 zijn in zijn hand betiteld, de stukken tenderen naar verantwoording door bewijs van autorisatie en opdracht).
Voorheen 0001 Graven en hertogen van Gelre, inv.nr. 140.
Vgl. Collectie Sweder van Kervenhem, inv.nr 3, A; daar uitgebreide inhoudsopgave. In 1544 met de overige stukken vermeld in inv.nr 3 te Brussel aan de commissaris Renoy ter hand gesteld. De memorie is opgesteld naar aanleiding van de visitatie van 1531. Voor het origineel van het visitatieregister, zie 0001-138.1.
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden