0012
Gelderse Rekenkamer
Inleiding
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
XVIII. Rentambt Steenwaard
N.B. De Steenwaard vormde een tusschen Gelderland en Kleef betwist gebied bij Elten (thans gemeente Herwen & Aerdt), dat veelal het Erfkamerlingschap werd genoemd, omdat de titel erfkamerling van Gelre en Zutphen er aan was verbonden. Bovendien behoorde er de hooge jurisdictie toe. Na den aankoop van dit gebied door de Landschap, in 1792, is het als een afzonderlijk rentambt onder het beheer van den secretaris der Rekenkamer gesteld.
De hier beschreven stukken zijn grootendeels archivalia, die door de verkoopster in 1792 zijn overgedragen. Die van vóór 1773 vormen een onvolledige verzameling. Een charter van 1401, dat wel van een der eigenaars afkomstig was, doch niet op de Steenwaard betrekking had, is er uit verwijderd. Het geheel is, op een paar stukken na, uitgeleend geweest aan den directeur van de registratie te Arnhem G. VAN RIEMSDIJK en in 1893 eerst van den Alg. Rijksarchivaris terug ontvangen. NIJHOFF heeft dientengevolge de stukken niet in zijn inventaris opgenomen. De in 1792 overgedragen retroacta waren geborgen in portefeuilles, gemerkt A, B, C en D, en in omslagen, waarop de rentmeester van de eigenaresse vóór de Rekenkamer opschriften in het Duitsch had geplaatst. Daar die ordening niet dienstig bleek te zijn voor een duidelijk overzicht, is er niet aan vastgehouden. Een inventaris bestond er trouwens niet van. Waar mogelijk zijn echter de oude omslagen behouden.
N.B. De Steenwaard vormde een tusschen Gelderland en Kleef betwist gebied bij Elten (thans gemeente Herwen & Aerdt), dat veelal het Erfkamerlingschap werd genoemd, omdat de titel erfkamerling van Gelre en Zutphen er aan was verbonden. Bovendien behoorde er de hooge jurisdictie toe. Na den aankoop van dit gebied door de Landschap, in 1792, is het als een afzonderlijk rentambt onder het beheer van den secretaris der Rekenkamer gesteld.
De hier beschreven stukken zijn grootendeels archivalia, die door de verkoopster in 1792 zijn overgedragen. Die van vóór 1773 vormen een onvolledige verzameling. Een charter van 1401, dat wel van een der eigenaars afkomstig was, doch niet op de Steenwaard betrekking had, is er uit verwijderd. Het geheel is, op een paar stukken na, uitgeleend geweest aan den directeur van de registratie te Arnhem G. VAN RIEMSDIJK en in 1893 eerst van den Alg. Rijksarchivaris terug ontvangen. NIJHOFF heeft dientengevolge de stukken niet in zijn inventaris opgenomen. De in 1792 overgedragen retroacta waren geborgen in portefeuilles, gemerkt A, B, C en D, en in omslagen, waarop de rentmeester van de eigenaresse vóór de Rekenkamer opschriften in het Duitsch had geplaatst. Daar die ordening niet dienstig bleek te zijn voor een duidelijk overzicht, is er niet aan vastgehouden. Een inventaris bestond er trouwens niet van. Waar mogelijk zijn echter de oude omslagen behouden.
Eigendomsbewijzen en andere retroacta, door de Rekenkamer overgenomen bij den aankoop van de Steenwaard in 1792
1584 Stukken, afkomstig van leden der geslachten VAN GENT en VAN RENESSE als heeren van de Steenwaard, 1592-1698. 1 omslag
N.B. Deze verzameling is hoogst onvolledig. Sommige stukken zijn wellicht uit later gevormde dossiers herkomstig. Dit is echter niet meer uit te maken, 1585-1599. Stukken, afkomstig van leden der familie VAN WYLICK EN LOTTUM, de Steenwaard en den Meeuwenpol betreffende, 1698-1773.
N.B. Deze verzameling is hoogst onvolledig. Sommige stukken zijn wellicht uit later gevormde dossiers herkomstig. Dit is echter niet meer uit te maken, 1585-1599. Stukken, afkomstig van leden der familie VAN WYLICK EN LOTTUM, de Steenwaard en den Meeuwenpol betreffende, 1698-1773.
0012 Gelderse Rekenkamer
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
XVIII. Rentambt Steenwaard
N.B. De Steenwaard vormde een tusschen Gelderland en Kleef betwist gebied bij Elten (thans gemeente Herwen & Aerdt), dat veelal het Erfkamerlingschap werd genoemd, omdat de titel erfkamerling van Gelre en Zutphen er aan was verbonden. Bovendien behoorde er de hooge jurisdictie toe. Na den aankoop van dit gebied door de Landschap, in 1792, is het als een afzonderlijk rentambt onder het beheer van den secretaris der Rekenkamer gesteld.
De hier beschreven stukken zijn grootendeels archivalia, die door de verkoopster in 1792 zijn overgedragen. Die van vóór 1773 vormen een onvolledige verzameling. Een charter van 1401, dat wel van een der eigenaars afkomstig was, doch niet op de Steenwaard betrekking had, is er uit verwijderd. Het geheel is, op een paar stukken na, uitgeleend geweest aan den directeur van de registratie te Arnhem G. VAN RIEMSDIJK en in 1893 eerst van den Alg. Rijksarchivaris terug ontvangen. NIJHOFF heeft dientengevolge de stukken niet in zijn inventaris opgenomen. De in 1792 overgedragen retroacta waren geborgen in portefeuilles, gemerkt A, B, C en D, en in omslagen, waarop de rentmeester van de eigenaresse vóór de Rekenkamer opschriften in het Duitsch had geplaatst. Daar die ordening niet dienstig bleek te zijn voor een duidelijk overzicht, is er niet aan vastgehouden. Een inventaris bestond er trouwens niet van. Waar mogelijk zijn echter de oude omslagen behouden.
N.B. De Steenwaard vormde een tusschen Gelderland en Kleef betwist gebied bij Elten (thans gemeente Herwen & Aerdt), dat veelal het Erfkamerlingschap werd genoemd, omdat de titel erfkamerling van Gelre en Zutphen er aan was verbonden. Bovendien behoorde er de hooge jurisdictie toe. Na den aankoop van dit gebied door de Landschap, in 1792, is het als een afzonderlijk rentambt onder het beheer van den secretaris der Rekenkamer gesteld.
De hier beschreven stukken zijn grootendeels archivalia, die door de verkoopster in 1792 zijn overgedragen. Die van vóór 1773 vormen een onvolledige verzameling. Een charter van 1401, dat wel van een der eigenaars afkomstig was, doch niet op de Steenwaard betrekking had, is er uit verwijderd. Het geheel is, op een paar stukken na, uitgeleend geweest aan den directeur van de registratie te Arnhem G. VAN RIEMSDIJK en in 1893 eerst van den Alg. Rijksarchivaris terug ontvangen. NIJHOFF heeft dientengevolge de stukken niet in zijn inventaris opgenomen. De in 1792 overgedragen retroacta waren geborgen in portefeuilles, gemerkt A, B, C en D, en in omslagen, waarop de rentmeester van de eigenaresse vóór de Rekenkamer opschriften in het Duitsch had geplaatst. Daar die ordening niet dienstig bleek te zijn voor een duidelijk overzicht, is er niet aan vastgehouden. Een inventaris bestond er trouwens niet van. Waar mogelijk zijn echter de oude omslagen behouden.
Eigendomsbewijzen en andere retroacta, door de Rekenkamer overgenomen bij den aankoop van de Steenwaard in 1792
1584
Stukken, afkomstig van leden der geslachten VAN GENT en VAN RENESSE als heeren van de Steenwaard, 1592-1698. 1 omslag
N.B. Deze verzameling is hoogst onvolledig. Sommige stukken zijn wellicht uit later gevormde dossiers herkomstig. Dit is echter niet meer uit te maken, 1585-1599. Stukken, afkomstig van leden der familie VAN WYLICK EN LOTTUM, de Steenwaard en den Meeuwenpol betreffende, 1698-1773.
N.B. Deze verzameling is hoogst onvolledig. Sommige stukken zijn wellicht uit later gevormde dossiers herkomstig. Dit is echter niet meer uit te maken, 1585-1599. Stukken, afkomstig van leden der familie VAN WYLICK EN LOTTUM, de Steenwaard en den Meeuwenpol betreffende, 1698-1773.
Datering:
1592-1698
Omvang:
omslag
laatste wijziging 13-06-2014
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden