0012
Gelderse Rekenkamer
Inleiding
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
XI. Rentambt Schuilenburg
N.B. Het rentambt Schuilenburg is in 1667 ingesteld, nadat het slot en de daartoe behoorende domeinen van den graaf van Culemborg waren gelost, die deze sinds 1628 in pand had gehad. Zie over de lossing van deze domeinen in 1559: nos, 461-475. Daarna zijn zij tot 1575 door den landrentmeester van Zutphen beheerd. De rekeningen betreffende het beheer voor de graven van Culemborg zijn in het archief van die graven op het Rijksarchief te Arnhem te vinden. Destijds reeds waren de rentmeesters leden van de familie TENGBERGEN. Het slot lag onder Silvolde, de landerijen onder Silvolde, Terborg, Varseveld, Gendringen en Etten, Zeddam, Didam, Doetinchem en Zelhem, terwijl er tienden toe behoorden onder Gendringen, Didam, Doetinchem en Ruurlo. Zie voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
De hier beschreven stukken waren door NIJHOFF grootendeels bij elkaar gehouden, doch ten deele vermengd met die betreffende het rentambt Zutphen.
N.B. Het rentambt Schuilenburg is in 1667 ingesteld, nadat het slot en de daartoe behoorende domeinen van den graaf van Culemborg waren gelost, die deze sinds 1628 in pand had gehad. Zie over de lossing van deze domeinen in 1559: nos, 461-475. Daarna zijn zij tot 1575 door den landrentmeester van Zutphen beheerd. De rekeningen betreffende het beheer voor de graven van Culemborg zijn in het archief van die graven op het Rijksarchief te Arnhem te vinden. Destijds reeds waren de rentmeesters leden van de familie TENGBERGEN. Het slot lag onder Silvolde, de landerijen onder Silvolde, Terborg, Varseveld, Gendringen en Etten, Zeddam, Didam, Doetinchem en Zelhem, terwijl er tienden toe behoorden onder Gendringen, Didam, Doetinchem en Ruurlo. Zie voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
De hier beschreven stukken waren door NIJHOFF grootendeels bij elkaar gehouden, doch ten deele vermengd met die betreffende het rentambt Zutphen.
1180 Stukken betreffende de door de Rekenkamer gevoerde onderhandelingen met den rentmeester ARNOLD TENGBERGEN en diens zoon HENDRIK en de genomen maatregelen om tot vereffening van onregelmatigheden in het beheer van den eerstgenoemden te komen en den laatstgenoemden onder een behoorlijke borgstelling in de plaats van zijn vader te doen optreden (met retroacta), 1716-1723. 1 pak
N.B. Zie over deze zaak de resoluties van de Rekenkamer d.d. 1721 Mei 7 en 1722 April 13. Onder de ingekomen stukken (no. 1175) zijn desbetreffende brieven te vinden. i
N.B. Zie over deze zaak de resoluties van de Rekenkamer d.d. 1721 Mei 7 en 1722 April 13. Onder de ingekomen stukken (no. 1175) zijn desbetreffende brieven te vinden. i
0012 Gelderse Rekenkamer
Inventaris
Tweede afdeeling. Onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen)
E. Subalterne rentambten
XI. Rentambt Schuilenburg
N.B. Het rentambt Schuilenburg is in 1667 ingesteld, nadat het slot en de daartoe behoorende domeinen van den graaf van Culemborg waren gelost, die deze sinds 1628 in pand had gehad. Zie over de lossing van deze domeinen in 1559: nos, 461-475. Daarna zijn zij tot 1575 door den landrentmeester van Zutphen beheerd. De rekeningen betreffende het beheer voor de graven van Culemborg zijn in het archief van die graven op het Rijksarchief te Arnhem te vinden. Destijds reeds waren de rentmeesters leden van de familie TENGBERGEN. Het slot lag onder Silvolde, de landerijen onder Silvolde, Terborg, Varseveld, Gendringen en Etten, Zeddam, Didam, Doetinchem en Zelhem, terwijl er tienden toe behoorden onder Gendringen, Didam, Doetinchem en Ruurlo. Zie voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
De hier beschreven stukken waren door NIJHOFF grootendeels bij elkaar gehouden, doch ten deele vermengd met die betreffende het rentambt Zutphen.
N.B. Het rentambt Schuilenburg is in 1667 ingesteld, nadat het slot en de daartoe behoorende domeinen van den graaf van Culemborg waren gelost, die deze sinds 1628 in pand had gehad. Zie over de lossing van deze domeinen in 1559: nos, 461-475. Daarna zijn zij tot 1575 door den landrentmeester van Zutphen beheerd. De rekeningen betreffende het beheer voor de graven van Culemborg zijn in het archief van die graven op het Rijksarchief te Arnhem te vinden. Destijds reeds waren de rentmeesters leden van de familie TENGBERGEN. Het slot lag onder Silvolde, de landerijen onder Silvolde, Terborg, Varseveld, Gendringen en Etten, Zeddam, Didam, Doetinchem en Zelhem, terwijl er tienden toe behoorden onder Gendringen, Didam, Doetinchem en Ruurlo. Zie voorts de rapporten onder nos. 277 en 278.
De hier beschreven stukken waren door NIJHOFF grootendeels bij elkaar gehouden, doch ten deele vermengd met die betreffende het rentambt Zutphen.
1180
Stukken betreffende de door de Rekenkamer gevoerde onderhandelingen met den rentmeester ARNOLD TENGBERGEN en diens zoon HENDRIK en de genomen maatregelen om tot vereffening van onregelmatigheden in het beheer van den eerstgenoemden te komen en den laatstgenoemden onder een behoorlijke borgstelling in de plaats van zijn vader te doen optreden (met retroacta), 1716-1723. 1 pak
N.B. Zie over deze zaak de resoluties van de Rekenkamer d.d. 1721 Mei 7 en 1722 April 13. Onder de ingekomen stukken (no. 1175) zijn desbetreffende brieven te vinden.
N.B. Zie over deze zaak de resoluties van de Rekenkamer d.d. 1721 Mei 7 en 1722 April 13. Onder de ingekomen stukken (no. 1175) zijn desbetreffende brieven te vinden.
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 06-04-2024
9.793 beschreven archiefstukken
7.478 gedigitaliseerd
totaal 698.773 bestanden