Bij de landbrief van 1492 was bepaald, dat de geërfden van De Duist jaarlijks op Sint Petersdag ad cathedram (22 februari) te Amersfoort 'op het Sint Joriskerkhof bij de school, als de klok tien heeft voor de middag', moesten kiezen twee heemraden uit hun midden, die door de burgemeester beëdigd zouden worden. Op dezelfde wijze zouden de geërfden onder Bunschoten twee heemraden kiezen, die door de burgemeester van Bunschoten beëdigd dienden te worden.

In de 18e eeuw bestond het bestuur van de polder De Duist in feite uit vier heemraden, waarvan er ieder jaar twee gekozen werden, die twee jaar zitting hadden. De geërfden tussen Nieuweweg en Laak onder Bunschoten bepaalden bij hun overeenkomst in 1651, dat zij een eigen bestuur van twee heemraden zouden hebben, waarvan er jaarlijks een aftrad en een voor het tweede jaar zitting zou hebben. Over het functioneren van dit polderbestuur is verder weinig bekend.

Het schouwreglement voor De Duist van 1845, dat echter niet in werking is getreden, bepaalde dat van de vier heemraden er jaarlijks een zou aftreden, zodat de zittingstermijn dan vier jaar zou zijn. Sinds de 17e eeuw had het polderbestuur een vaste rentmeester. Verder is er vanaf de 18e eeuw een bode in dienst van de polder.