0001
Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
3. Archief en inventarisatie
3.2 Geschiedenis van de inventarisatie
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
3. Archief en inventarisatie
3.2 Geschiedenis van de inventarisatie
laatste wijziging 15-05-2020
Een eerste inventarisatie van het hertogelijk archief werd na de machtsoverdracht aan Karel V ter hand genomen door Gerard van Rhenoy samen met Johan Bell, die bewaarder van de bescheiden was geweest onder Karel van Egmond en Willem II.
Archivaris I.A. Nijhoff ordende in de negentiende eeuw het geheel van archieven dat hij bij de provincie Gelderland aantrof op trefwoord. Onder een van deze trefwoorden, charters I, bracht hij alle charters onder die de Rekenkamer had beheerd en grotendeels waren beschreven door P. Bondam. Zij vormden de zo geheten Charterverzameling (later voorzien van nr. 0243). De meeste van deze charters werden door Nijhoff opgenomen in zijn Gedenkwaardigheden, uitgegeven in de jaren 1830-1875.
De ‘Burense stukken’ kwamen naar Arnhem voorzien van beschrijvingen door algemene rijksarchivaris Th.H.F. van Riemsdijk.
Pas rijksarchivaris A.H. Martens van Sevenhoven scheidde de hertogelijke archivalia af van die van de Rekenkamer (1925), waarbij hij de charters fysiek binnen de grotere charterverzameling liet blijven. Hij beschreef de charters binnen het hertogelijk archief tot in 1371, met de rekeningen en overige stukken vorderde hij tot in 1473. De archiefbeschrijvingen van Martens van Sevenhoven zijn bewaard gebleven, zijn uitgebreide inhoudelijke beschrijvingen in regestvorm overleefden helaas de slag om Arnhem (1944) niet. Na hem werkte P.J. Meij aan de ontsluiting van het hertogelijk archief; daaraan kwam een einde toen hij in 1961 tot rijksarchivaris werd benoemd. Van zijn hand verscheen Het archief van de graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen. Samenstelling en inventarisatie (Arnhem, 1977), dat inzicht gaf in de verschillende delen van het archief en de stand van toegankelijkheid op dat moment. Na en ten tijde van Meij waren het onder andere J.H. Fockema Andreae, J. Rinzema, R. Kunst, J. Hofman, R. Wartena, J. den Draak, P. Moors, A.H. Jenniskens en M. van Driel die gedeelten van het inventarisatiewerk ter hand namen.
Archivaris I.A. Nijhoff ordende in de negentiende eeuw het geheel van archieven dat hij bij de provincie Gelderland aantrof op trefwoord. Onder een van deze trefwoorden, charters I, bracht hij alle charters onder die de Rekenkamer had beheerd en grotendeels waren beschreven door P. Bondam. Zij vormden de zo geheten Charterverzameling (later voorzien van nr. 0243). De meeste van deze charters werden door Nijhoff opgenomen in zijn Gedenkwaardigheden, uitgegeven in de jaren 1830-1875.
De ‘Burense stukken’ kwamen naar Arnhem voorzien van beschrijvingen door algemene rijksarchivaris Th.H.F. van Riemsdijk.
Pas rijksarchivaris A.H. Martens van Sevenhoven scheidde de hertogelijke archivalia af van die van de Rekenkamer (1925), waarbij hij de charters fysiek binnen de grotere charterverzameling liet blijven. Hij beschreef de charters binnen het hertogelijk archief tot in 1371, met de rekeningen en overige stukken vorderde hij tot in 1473. De archiefbeschrijvingen van Martens van Sevenhoven zijn bewaard gebleven, zijn uitgebreide inhoudelijke beschrijvingen in regestvorm overleefden helaas de slag om Arnhem (1944) niet. Na hem werkte P.J. Meij aan de ontsluiting van het hertogelijk archief; daaraan kwam een einde toen hij in 1961 tot rijksarchivaris werd benoemd. Van zijn hand verscheen Het archief van de graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen. Samenstelling en inventarisatie (Arnhem, 1977), dat inzicht gaf in de verschillende delen van het archief en de stand van toegankelijkheid op dat moment. Na en ten tijde van Meij waren het onder andere J.H. Fockema Andreae, J. Rinzema, R. Kunst, J. Hofman, R. Wartena, J. den Draak, P. Moors, A.H. Jenniskens en M. van Driel die gedeelten van het inventarisatiewerk ter hand namen.
Het was tenslotte Van Driel die ervoor zorgde dat de verschillende bestanden die samen het archief van de graven en hertogen vormen, in een logisch verband werden samengebracht. Hij hield de beschrijvingen tegen het licht, zorgde voor de ordening van het geheel en voegde alle beschrijvingen samen in een databestand.
De eindredactie van deze inventaris was in handen van F.J.W. van Kan.
Zie voor bescheiden betreffende de geschiedenis van de inventarisatie hoofdstuk 8.
De eindredactie van deze inventaris was in handen van F.J.W. van Kan.
Zie voor bescheiden betreffende de geschiedenis van de inventarisatie hoofdstuk 8.
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Kenmerken
Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden