1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1585
Landdag 18 / 27 februari - 8 maart 1585 te Arnhem; aanvankelijk gepland vanaf 1 februari, maar achtereenvolgens naar 7, 18 en 27 februari verplaatst.
Inhoud van de voordracht van de delegatie uit de Staten-Generaal, in het kort in de Landdag gedaan op 18 februari 1585 en in zijn volledige versie nog gedurende diezelfde Landdag, op 27 februari, in copie overhandigd aan stadhouder Adolf van Nieuwenaar en aan de respectieve kwartieren; behorend bij de regesten 004 (1585), 005 (1585) en 009 (1585); dit is de copie van het Kwartier van Veluwe, met aantekeningen door de afgevaardigden van dit kwartier en met een afzonderlijke overeenkomst inzake de Middelen tussen de steden van Veluwe en de delegatie uit de Staten-Generaal.
051 Artikel 6: Op basis van het gestelde in artikel 5 verzoeken de gedelegeerden der Staten-Generaal stadhouder en Landdag met het oog op hun eigen behoud zich te conformeren aan het door de overige verenigde gewesten reeds overeengekomen regeringsbestel, en hun afgevaardigden naar de Staten-Generaal én naar de nieuwe Raad van State te zenden.
Datering:
1585 februari 18 / 27
Notabene:
a. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4695, 234 r. apostille: Bij artikel 6 wordt door het Kwartier van Veluwe en i.h.b. door de Veluwse steden, aangetekend dat men bereid is in de "Regierong" (de nieuwe Raad van State) zitting te nemen op basis van de instructie, opgesteld op de Landdag van september 1584; of althans daarover te onderhandelen met de gedelegeerden uit de Staten-Generaal. [Deze aantekening is doorgehaald].
b. Onder bovenstaande aantekening een tweede, niet doorgehaalde aantekening: Dat men aan het gestelde in artikel 6 wil voldoen op voorwaarde dat Gelderland ook daadwerkelijk onder bescherming van de Unie van Utrecht zal vallen en van die bescherming de vruchten zal mogen plukken.
c. Voor de bij (a) bedoelde instructie van september 1584 en de totstandkoming ervan, zie de regesten 192 (1584), 200 (1584) en 261 tm. 276 (1584): Commentaar van de gezamenlijke Gelders-Overijsselse commisie op de concept-instructie voor de nieuwe Raad van State.
d. In het exemplaar Landdagsrecessen van het Kwartier van Nijmegen, 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 610, fol. 15 r., is de apostille als onder (a) overgenomen, evenwel zonder het in het Arnhemse stadsexemplaar doorgehaalde gedeelte.
b. Onder bovenstaande aantekening een tweede, niet doorgehaalde aantekening: Dat men aan het gestelde in artikel 6 wil voldoen op voorwaarde dat Gelderland ook daadwerkelijk onder bescherming van de Unie van Utrecht zal vallen en van die bescherming de vruchten zal mogen plukken.
c. Voor de bij (a) bedoelde instructie van september 1584 en de totstandkoming ervan, zie de regesten 192 (1584), 200 (1584) en 261 tm. 276 (1584): Commentaar van de gezamenlijke Gelders-Overijsselse commisie op de concept-instructie voor de nieuwe Raad van State.
d. In het exemplaar Landdagsrecessen van het Kwartier van Nijmegen, 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 610, fol. 15 r., is de apostille als onder (a) overgenomen, evenwel zonder het in het Arnhemse stadsexemplaar doorgehaalde gedeelte.
Bloknummer:
2000
Inventarisnummer:
4695
Folionummer:
234 r.
laatste wijziging 17-04-2015