768 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem erkennen schuldig te zijn aan CELIE, vrouw van KIRSTEN LOYEN, en diens dochter ZWENE LOYEN, een losrente van 7½ oud schild 's jaars, gaande uit alle renten en goederen van de moederkerk en uit het vleeschhuis te Arnhem, zulks ter zake van den aankoop van een huis aan de markt voor de uitbreiding van het kerkhof. Gevidimeerd in den brief d.d. 1444 October 1 (Regest 846)

808 De notaris THEODERICUS POELMAN instrumenteert, dat heer GERARDUS LAMBERTUS' ZOON, vicaris in de parochiekerk te Arnhem, overgedragen heeft aan heer HENRICUS STAECK, vicaris in die kerk, ten behoeve van heer WILHELMUS DE MYRBACH, pastoor te Arnhem, en zijn medevicarissen, een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit huizen in de Nova Civitas, behoorende tot de vicarieën van heer GERARDUS LAMBERTUS' ZOON, heer GOESWINUS LOET en heer JOHANNES DE GRUYTHUYS, vermeld in den brief d.d. 1420 December 14 (Regest 577), en een rente van 2 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis van REYNERUS MUNTER, vermeld in den brief d.d. 1421 Augustus 16 (Regest 586).
a. Oorspr. (Inv. no. 6191), met de signatuur van den notaris.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 112 verso

141 JACOBUS DE DEUCIO, decretorum doctor, schatbewaarder der kerk te Avinio, bij pauselijk mandaat belast met de uitvoering van de door THOMAS FASTOLF, OLIVERIUS DE CERZETO en BERNARDUS HUGO'S ZOON van Cardalhaco gewezen vonnissen (Regesten 118, 126 en 133), beveelt aan den bisschop van Traiectum en abt en convent van St. Salvator te Promia, om heer JOHANNES genaamd CAUPO van Zutphania in het feitelijk bezit te stellen van het rectorsambt in de St. Martinus' kerk te Arnhem en draagt de nadere uitvoering dier vonnissen op aan eenige geestelijken uit de diocesen Treveri, Colonia, Leodium, Traiectum en Monasterium. Oorspr. (Inv. no. 6080), met het zegel van den oorkonder in roode was, gevat in witte was, en de signatuur van den notaris ARNOLDUS KALE

601 1423 Mei 8. GERARDUS DE DAMASCO, abt van St. Paulus te Traiectum, als rechter tot deze zaak gedeputeerd door den apostolischen stoel, maakt bekend, dat hij een pauselijk mandaat ontvangen heeft d.d. 1422 December 16 (Regest 597), waarvan de inhoud hierin is opgenomen, en beveelt, dat zijn schrijven ter kennis zal worden gebracht van de parochianen der kerk te Arnhem.
a. Oorspr. (Inv. no. 6089), met het zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 91