2003_418 -
733 Gerrit Frericks en Mechtelt ter Clocken e.l. sub et re Gerrit Jeliss en Barbara ter Clocken, zijn vrouw, het gerechte vierdedeel en voorts al hun recht en gerechtigdheid van huis en hofstede, gelegen in de Rijnstraat tussen erfenissen van Evert Haeck ter ener- en van Reiner Everwijn ter andere zijde, alsmede van een moeshof, voor de Rijnpoort liggende [enz.];
laatste wijziging 19-01-2021
2003_418 -
730 Claes van Brienen voor hem zelf en als vader en momber van zijn onmundige kinderen Naleken en Margrieth van Brienen, ehelijk geworven bij zijn zal. huisvrouw Lubbertgen Toumans, heeft voor de summe van 700 Caarls gl., die hij tot betaling van schulden, bij het leven zijner huisvrouw voorzegd gemaakt, verklaart tot zijn genoegen uit handen van de burgemester Thomas van Bemmel en Aeltgen van Harn, zijn huisvrouw ontvangen te hebben, ten behoeve derzelver e.l. opgedragen en met zijn vrije will vertegen een rente van 42 gl. jaarlijks uit zijn behuizing en hofstede, gelegen op de hoek bij St. Jansplaats tussen erfenissen van Jochim Schael harnassmaecker ter ener- en ter andere zijde strekkende tot aan Jorden Rampers huizing tegenover de Paew, te verschijnen op 01-05-1629 eerstaan en zo vervolgens, te lossen met 700 gl. [enz.];
laatste wijziging 19-01-2021
2003_418 -
729 Wolterken Oerincks, weduwe van zal. Peter Elberts, Elbert Peters, Kerst Rijcken en Jutgen Peters, Gaert Peters en Marriken Peters, resp. e.l., de voorzegde Elbert, Kerst en Gaert Peters voor hen zelf en als mombers der onmundige kinderen van Anneken en Fijken Peters resp. sub et re Willem Kock en Swaentge Janss, zijn vrouw, huis en hofstede, in de Oeverstraat tegenover de Kortestraat gelegen, de gemene steeg ter ener- en Dirck Driess ter andere zijde;
laatste wijziging 19-01-2021
2003_418 -
714 Johan van de Velde en Grietgen Heckmans e.l. - aangevende alzo hij, Johan voorzegd, en Niclaes Johans zich te borge gesteld hebben aan Joffer Anna Bacx, weduwe wijlen ritmeester Guillame Pisseth, voor deszelfs zoon, ook Guillame Pisseth genaamd, tot voldoening en uitrichting van 1200 gl. vermogens maagescheid, tussen de voorzegde weduwe Pisseth [lees: en haar zoon] op 30-06-1626 onder wederzijds vrijwillige condemnatie opgericht, waarvoor door de gemachtigde van voorzegde weduwe sedert verscheide aanmaningen gedaan en eindelijk om executie tegen haar borgen aangehouden was, dat zij, e.l., derhalve voor de helft der voorzegde 1200 gl. tot verzekering en ten behoeve van gemelde weduwe verbinden en tot een speciaal onderpand stellen mits dezen hun huis en hofstede, in de Bakkerstraat gelegen tussen de heer cantzler Martin Goris ter ener- en de weduwe van zal. burgemeester Wilhem Huijgen ter andere zijde, dezer gestalt dat bijaldien de voorzegde 1200 gl. binnen de tijd van 3 maanden na datum dezes niet aan handen van de voorzegde weduwe of haar gemachtigde hier te Arnhem worden geleverd, zij, comparanten e.l., van de helft derzelver 1200 gl. aan haar weduwe voorzegd rente zullen geven tegen de penning 16 [enz.];
laatste wijziging 19-01-2021