13 Burgemeesters, schepenen en raad van Aernhem oorkonden dat zij wegens de slechte begaanbaarheid van de weg van de Sente-Johanspoerte over de Peertscule naar het Hoege Lant voor de aanleg van een Nieuwe weg van Wolter van Herwen, goudsmid, en diens vrouw Griete een stuk land buiten de Sente-Johanspoerte hebben gekocht, gelegen tussen het land voorheen van Evert van Bleersen en dat van Gademan Tolleken, dat door Willem ten Oldenwyer aan Derich Velich, Griete's vader, tot onderpand was gegeven, voor welk land de stad jaarlijks aan verkopers een betaling zal doen van 7 schepel rogge, die echter zal vervallen indien Henrich then Aldenwier het land zou inlossen

312 Arndt van Brienen en Pouwell Sluysken, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Gerritt van Rennenberch en zijn vrouw Hilliken aan Zeger von Uchelen, huismeester aan de Zieltafel, een losbare jaarrente van 1 daalder hebben overgedragen, te betalen op Sint-Maarten in de winter, uit hun huis en hofstede gelegen in de Weverstraett, tussen huis en hofstede van Dirck Burchartz en huis en hofstede van Thomas Bremer, uit welk laatstgenoemd huis de Zieltafel al renten heeft van 2 gouden schilden en een daalder

311 Voor Rutger Tulleken en Henrick Wijntgens, schepenen te Arnhem, hebben Anna, weduwe van meester Jasper Noijen, haar zoon Jasper en haar dochter Naleken en Johanna verklaard dat ze, mede ten overstaan van Claes van Raetingen en Seger van Uchelen, met Johan Brull zijn overeengekomen dat deze laatste, in mindering op het bedrag dat hij nog van hen heeft te vorderen, de huur zal innen van hun beide huizen, dat hij in een eventueel opnieuw verhuren zal worden gekend en dat bij verkoop ervan zijn vordering bij voorrang zal worden voldaan

310 Schepenen te Arnhem oorkonden dat zij door de akte van 24 augustus 1579, reg.nr. 309, een akte hebben gestoken met het geheimzegel van de stad ter vervanging van het zegel van Johan van Ringenberch, dat door diens dood niet meer aan eerstgenoemde akte kon worden gehangen