983 Johan Evan Watkin en Gertruijt van Huijseren e.l. sub et re Gijsbert van Oort en Rijxken [Eman] e.l. een rente van 30 gl. jaarlijks uit hun, comparanten, hof in het bolwerk buiten de Velperpoort, zijnde de derde hof van de brug af, naar recht erland oostwaarts de ontvanger Jr. Hermen van Delen, west de weg van Sander [Hoven], zuid de burgemeester Henrick van Eck en noordwaarts de hof van de weduwe Umbgrove, te verschijnen op heden over een jaar eerst aan en zo vervolgens tot de aflosse toe, die zal mogen geschieden met 500 gl. [enz.];

982 Beatrix van Schrieck, weduwe Henrick Temminghs, verklaart wegens verstrekte penningen schuldig te wezen aan Franck van Beveren, ontvanger te Oosterwijk, en Johanna van Sonsbeeck e.l. de somme van 1000 gl. cum interesse tegen 4 ten honderd [enz.] onder verband van haar persoon en goederen en specialijk van haar huis in de Oeverstraat, waar de roos uithangt, naast Jan van de Velde, waar comparante tegenwoordig in woont;

981 Lambert Roeroort en Jenneken Pauw e.l. verklaren wegens opgenomen penningen deugdelijk schuldig te zijn aan Johanna Morleth, weduwe van zal. Mom, de somme van 300 Caroli gl., belovende diezelve te zullen verrenten met 6 percento [enz.], onder verband van hun personen en goederen en specialijk van hun huis en hofstede, staande in de Koningstraat, waarin zij, e.l., tegenwoordig wonen; [in margine: Nota: dat naderhand goedgevonden is hiervan een brief bij forme van rentverschrijving te coucheren];

980 Hendersken Ruijssincks, weduwe van zal. Jan van Essen, verklaart van Mr. Derck Scholten, chirurgijn, ontvangen te hebben de summe van 150 gl., belovende diezelve te verrenten tegen 5 p.cento [enz.], onder verband van hun personen en goederen en specialijk onder verbintenis van de helft van haar huis en hofstede, waarin zij, comparante, woont, staande en gelegen in de Rijnstraat, Michiel Remmert ter eenre- en Stoffel Hille ter andere zijde, en comparuit mede Beerntjen van Essen en heeft haar persoon en goederen voor haar vnd. moeder Hendersken Ruijssinck tot borg gesteld en zulks als een voor al en principaal [enz.];