38 Derick Henrickss van Essen en Gertruyt, zijn vrouw, hebben verlijd en bekend dat benedicts, nagelaten weduwe van zal, Geryt Slaetmaicker, hun goedlijk en wel uitgericht, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptum, dat hun aanbestorven is overmits dode van Geryt voorzegd, Gertuyden voorzegd vader, en bedankten zich daarvan goeder betaling en bekenden nil juris;

37 Henrick van Poelwyck als een overste provisor, Rutger Huysswerdt en Evert Vermaet, medeprovisoren der Zieltafel in de moederkerk te Arnhem, hebben verlijd en bekend dat zij tot behoef der Zieltafel en Spinding, die alle maandagenmorgen de rechte huisarmen geschiedt in de moederkerk voorzegd, hebben van haar Anrt Leyendecker, kanunnik Sente Walburgen, vanwege en als een executor van Johannes V[i]erssen zal. 50 goud gl., waarvoor dezelve executor en na zijn dood de provisors der Zieltafel voorzegd een arme, wonende in Meester Arnts gasthuis presenteren, stellen en inschrijven zullen laten, die nu en ten eeuwigen dage alle maandagmorgen de "almysse" van de Zieltafel ontvangen zal gelijk de andere armen en praveners der Zieltafel voorzegd;

36 Jan van Groll als man en momber zijner huisvrouw heeft naar erfhuisrecht en naar recht en gewoonte der stad Arnhem een voorvank gedaan van het versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptum, waarin heer Bernt Goessenss, priester, verstorven is en nagelaten heeft; en hiervoor hebben beloofd het erfhuis genoeg te doen Lubbert then Ess, Steven then Westenenge en Aloff Kreyevenger elk één voor al sub expandatione ex omnibus en Jan voorzegd heeft zijn oorgen beloofd van deze belofte schadeloos te houden;

35 Wij, Johan van Crutzenach en Goessen van Manen, schepenen te Arnhem, tuigen met deze open brief dat voor ons in schependom gekomen zijn Ffranss die snyder, Jacob die brouwer, Steven then Westenenge en Ffranss Hoeffsmyt met recht gebaad om een getuig der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd woe dat de alde vrouw Munterss hen heeft doen halen en begeerd om van datgene, dat zij hun zeggende werd, getuig te willen geven en heeft gezegd woe dat zij haar zoon Gaert Munter zal. goedlijk en wel uitgericht, vernoegd en betaald heeft zijns vader versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, niet daarvan uitgescheiden, en daarbeneven 18 gl. meer dan Gaert van zijns vader versterf toekwam gegeven heeft zal. Gaerts vrouw; en zei mede dat Gaert zal. alle haar penningen, waarmede zij "komentschappe" deden, onder handen had en niewerlt 1 stuiver wederom daarvan gezien heeft; en zal mede tot hen, opdat zij weten mochten dat zij nog gaar verstand had, dat, toen men zei dat Gaert zijn vrouw getrouwd had, daarop Henneken Gaymyss geantwoord en gezegd: "Men meynt dat hy één vrouw hebben sall, dan hy sall drye vrouwen hebben", en, als Henneken Gaymyss vrouw Munterss zei dat zij haar dochter medegeven wilde 300 Phls. gl., waarop gevraagd werd wat de bruidegom medebrengen zou, dat Hennekenss partijen zeiden: datgene wat Gaert heeft, daarmede zijn wij tevreden en begeren anders niet; datzelve hebben zij gehouden bij de eed, die zij onze genedige lieve heer hertog van Gelre en de stad Arnhem gedaan hebben;