1175 Janneke Kreijvenger, weduwe van zal. Niclaes Bongart, geassisteerd met haar oudste zoon Reiner Bongart, heeft opgedragen en met haar vrije wil vertegen ten behoeve van Herman van Uchgelen en Hilleken Bongarts, zijn huisvrouw, 64 roeden en een halve roede land van haar kamp bouwlands, buiten St. Janspoort bij de draaibaan gelegen, welke 64½ roeden lands tegenwoordig door gemelde e.l. tot een hof gemaakt zijn, in het zuiden en voorhoofs liggende aan de Nieuwe Utrechtste vaarweg, in het oosten aan de weg naar de rode haen, ten westen aan de hof van Engel Bongart en ten noorden aan Willem Smits land [enz.];

1174 Jor. Johan Oliphier van Middachten heeft opgedragen en met zijn vrije wil vertegen aan Arnolt van Dans, ontvanger-generaal des kwartiers van Veluwe, zijn zestepart van collatie tot een maaltijd van 42 gl. jaarlijks in St. Niclaes gasthuis te Arnhem, waarvan tegenwoordig gebruikerse is Clara, weduwe van Jan Janssen, Item zijn zestepart van collatie van een spinding van 3 molder weits, jaarlijks door het vnd. gasthuis gespindet wordende, het ene op pinksteren en het tweede op Lamberti en het derde in de vasten, alsmede zijn zestepart in drie tiende deel van een collatie van een molder weits, 10 hemden en 10 paar schoenen, 10 dagen vóór Christmisse alle jaar mede in vnd. gasthuis uitgericht wordende, waarvan de huismeesters van hetzelve gasthuis vier tiende delen, de kinderen van Sallant drietiende delen en de kinderen van Middachten mede drievierde delen zijn competerende, alles gelijk hem, transportant, vnd. zesteparten van zijn zal ouders zijn aangeerfd [enz.];

1173 Dirck Janss Cloot en Marriken Bernts e.l. sub et re Anneke Morleth, weduwe van Jan van den Haeve, een rente van 12 gl. en 10 stuiver uit haar huis en hofstede, staande en gelegen alhier in de Oeverstraat, Willem Cock ab uno en de weduwe van Jan Henrick Buijck ab altero latere, te verschijnen heden over een jaar eerstaan en zo vervolgens en te lossen met 200 gl. kapitaal [enz.];

1172 Cateline van Aelst, weduwe Willem Japsers van Meurs, sub et re Johan Herberts als rentmeester indertijd van de vicariegoederen van de moederkerk hier binnen Arnhem een rente van 37 gl. jaarlijks uit haar huis en hofstede, gelegen alhier in de Turfstraat tussen de erfenissen van Benier van Hern ter ener- en van Gerrit van de Velde ter andere zijde, alsmede uit haar aandeel van de achterhuiskens en stallingen, uitgaande in Herberts- of Munterssteeg, te verschijnen heden over een jaar eerstaan en zo vervolgens te lossen met 618 gl. en 15 stuiver kapitaal [enz.]; [in margine: 30-07-1649: afgelost door Steven Arnts als koper van het onderpand];