991 Peter van Gelder en Grietjen Willems e.l. verklaren uit handen van Derck Rasch en Elijsabeth Vermeer e.l. ontvangen te hebben 200 gl. kapitaal, dewelke alle jaar zullen worden verrentet met 10 gl. 15 stuiver en een oortje [enz.], verbindende e.l. comparanten daarvoor hun drievierde parten van zeker huis en hofstede achter de Sabelspoortsmuur, genoemd die Bruijnvisch [enz.];

990 Ida van de Waeter, weduwe van zal. Derck Rampers, neffens haar zoon Steven Schut, ehelijk bij haar eerst man Pouel Schut geprocreeerd, verklaren van de gardianen van het chirurgijnsgilde opgenomen te hebben de summe van 100 Caroli gl., belovende diezelve te zullen verrenten tegen 5 p.cento [enz.], onder verband van hun personen en goederen, specialijk van hun huis, staande en gelegen in de Rijnstraat, de weduwe van zal. Herman van Uchelen ter eenre- en de erfgenamen van Reijnder Bongarts ter andere zijde;

989 Willem Kedde, sampt Steven Munter en Grietjen Kedden e.l. verklaren wegens geleende en te dank ontvangen penningen deugdelijk schuldig te wezen aan Cornelis Janss schoenmaecker en Jaexken Arentss e.l. 500 gl., belovende dezelve te restitueren op heden over een jaar met de interesse tegen de penning 16 [enz.], verbindende comparanten daarvoor hun personen, gerede en ongerede, en speciaal hun huis in de Varkenstraat, de weduwe Willem Smith ter eenre- en de erfgenamen van zal. Johan Noot ter andere zijde [enz.];

988 Laurens Obreght verklaar boven de 200 gl., op 09-05-1663 ontvangen, nog opgenomen te hebben van Evert Wulven en Meghtelt Beeckhuijs e.l. de summe van 250 gl., belovende dezelve te zullen verrenten tegen 5 p.cento [enz.], onder verband van zijn persoon en goederen, specialijk van zijn land, gelegen buiten St. Janspoort, zijnde een derde part van 6 schepel gezaai, gelegen achter de nieuw aangemaakte hoven bij St. Petersland, waarvan de weduwe van Wilhem Smith 2 gedeelten toekomen;