Menu

De chat is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 13:00 en 16:00 uur. Is de chat offline? Bekijk onze Veelgestelde vragen of stel uw vraag via ons contactformulier.

Uw zoekacties: Huis De Cannenburg

0407 Huis De Cannenburg

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0407   Huis De Cannenburg
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Woord vooraf
4. De Cannenburg
5. Overige bezittingen
6. Het archief
7. Literatuur
laatste wijziging 13-01-2023
1.162 beschreven archiefstukken
636 gedigitaliseerd
totaal 26.130 bestanden
Inventaris
1. Persoonlijk gedeelte
2. Zakelijk gedeelte
3. Aanhangsel
4. Bijlagen
4.1. Lijst van stukken die in 1950 bij de veiling van een deel van het archief van De Cannenburg niet verworven zijn door het Rijksarchief in Gelderland
N.B. N.B. Bij het deel van het archief van de Cannenburg zoals dat in 1950 door de familie Van Oldeneel bij het antiquariaat B.M. Israël te Arnhem geveild is, bevonden zich ook enige stukken die niet tot het archief van de Cannenburg behoorden maar uit het archief Van Oldeneel afkomstig waren. Deze zijn hier daarom buiten beschouwing gelaten. De tussen haakjes geplaatste nummers geven aan waar de stukken in de inventaris in- of bijgevoegd zouden moeten worden. De nummers zonder haakjes betreffen stukken die na 1969 aan het rijksarchief ten geschenke of in bewaring gegeven zijn. Dank zij de medewerking van de huidige eigenaars (- naressen) van een aantal der niet-verworven stukken konden ten rijksarchieve kopieën vervaardigd worden; bovendien was het daardoor mogelijk goede beschrijvingen te maken. Bij de beschrijving der overige stukken moest hoofdzakelijk gebruik gemaakt worden van de summiere omschrijving in de veilingcatalogus; die beschrijving is daardoor onvolledig of mogelijk onjuist.
4.2. Regesten van akten
4.3. Regesten van brieven
1 Adryaen van den Bylant, (heer van) Well schrijft aan N.N. over geldzaken. Oorspr. (inv. nr. 844).
2 Aert van Bakeren, procureur, doet aan Pauwei van Walheren mededelingen over cautie en borgen, gesteld door een zekere Dierick inzake diens proces tegen jonker Henderick van Russenberch, meester van Pauwei van Walheren. Oorspr. (inv. nr. 239).
3 Kairle, hertog van Gelre en Guylich, graaf van Zutphen, heer van Gruenyngen, der Ommelanden, to Coeverden en Drenth, beveelt Merten van Rossem het huis Oesterhoeff met de pannen, door wijlen Jacob die Staerdt, drost van Brefoirdt, daarop gebracht, over te geven aan mr. Sweder van Kervenhem, proost te Zutphen, raad van de hertog, aan wie de hertog dit huis heeft verkocht. Oorspr. (inv. nr. 67).
4 Math... van... schrijft aan Ma(rten) van Rossem over geldzaken. Oorspr. (inv. nr. 67).
5 Kairll, hertog van Gelre en Guylich, graaf van Zutphen, heer van Groenynghen, der Omblanden, tot Coeverden en Drenthe, bericht aan heer Harman Holthuyss, vicaris tot Alten, dat hij Marten van Rossem, zijn maarschalk, bevolen heeft met hem te onderhandelen over de collatie en de separatie van zijn vicarie in de parochie te Alten. Oorspr. (inv. nr. 706).
6 Kairle, hertog van Gelre en Guylich, graaf van Zutphen, heer van Gruenyngen, der Omlanden, te Coeverden en Drenth, stelt Merten van Rossem, heer tot Puederoyen, maarschalk, luitenant en drost, voor de 2500 krijgsknechten en de 1000 landzaten, die als krijgsknechten dienst doen, te legeren te Ruerloe, daar hij ze niet in de stad Zutphen wil legeren; belooft 4 of 5 veldslangen te sturen en stelt voor om de aanvoerwegen voor het leger van Schenck af te snijden en deze te dwingen op te breken of slag te leveren. Oorspr. (inv. nr. 67).
0407 Huis De Cannenburg
Inventaris
4. Bijlagen
4.3. Regesten van brieven
6
Kairle, hertog van Gelre en Guylich, graaf van Zutphen, heer van Gruenyngen, der Omlanden, te Coeverden en Drenth, stelt Merten van Rossem, heer tot Puederoyen, maarschalk, luitenant en drost, voor de 2500 krijgsknechten en de 1000 landzaten, die als krijgsknechten dienst doen, te legeren te Ruerloe, daar hij ze niet in de stad Zutphen wil legeren; belooft 4 of 5 veldslangen te sturen en stelt voor om de aanvoerwegen voor het leger van Schenck af te snijden en deze te dwingen op te breken of slag te leveren. Oorspr. (inv. nr. 67).
Datering:
(15)36 november 28 (ten Roesendaell)
NB:
Met eigenhandig onderschrift van de hertog.
Toegangsnummer:
0407 Huis De Cannenburg
laatste wijziging 09-04-2014
7 Karel, hertog van Gelre etc. schrijft (Marten van Rossem) over een bezichtiging der limieten met Munster en geeft bevel de bisschop van Munster in diens rechten onverkort te laten. Afschrift in inv. nr. 702, pag. 9.
8 N.N. Schrijft aan Merthen van (Rossem), maarschalk, over een geldzending. Oorspr. (inv. nr. 67).
9 Johann vann Groessbeeck stuurt zijn "moeder" Sophya, weduwe vann Ruyssennbergh, te Roerych een pastei en doet de groeten aan zijn zuster, die met koorts te bed ligt. Oorspr. (inv. nr. 238).
10 Mertten van Rossum, heer tot Puderoyen, deelt aan N.N. mede, dat hij het restant van diens bezoldiging namens den koning van Frankrijk niet kan betalen, daar hij het geld daarvoor niet ontvangen heeft. Minuut (inv. nr. 69).
11 N.N. schrijft aan Joist van Ghemmen gnandt von Probstingh over een vordering van schrijver op Martin van Rossem, maarschalk. Oorspr. (inv. nr. 79).
12 Jasper Dorgelo verzoekt aan Martten van Rossem, maarschalk des landes te Gelderen, betaling van hetgeen hij meer voor zijn vendel heeft uitgegeven dan ontvangen. Oorspr. (inv. nr. 67).
12a Maria, koningin-douairière van Hongerien, van Boemen etc., verbiedt aan Philipz van Lalaynn, graaf van Hoegstraeten, en kanselier en raden in Gelre om pauselijke of episcopale bullen enz. ten uitvoer te leggen, tenzij voorzien van het placet des keizers. Afschrift in inv. nr. 846.
13 M. de Rossem verzoekt Johan Langargne 400 gouden kronen te sturen van het geld van zijn neef Van Ghendt. Oorspr. (inv. nr. 70).
14 M. de Rossem verzoekt (Johan) Langarnge 75 gouden kronen te sturen van het geld dat zijn neef Van Gendt geleend had en dat onder Langarnge berust. Oorspr. (inv. nr. 70).
15 M. de Rossem verzoekt aan (Johan) Langarnge om 25 ecus d'or van het geld van zijn neef Gent mede te geven aan brenger dezes. Oorspr. (inv. nr. 70).
16 Ida van Plettenb(er)g verzoekt haar oom Mertin van Rossem, heer tot Prohen en Hulsze, pandheer tot Brevorth en maarschalk van Gelren, om advies in een geschil tussen haar en haar man met haar zwager heer Hinrich (van Plettenberch), domscholaster te Munster. Oorspr. (inv. nr. 67).
17 M. de Rossem verzoekt aan (Johan) Langraigne joffer Haigens ten behoeve van de jofferen Van Batenborch 500 philipsgulden uit te betalen wegens de aankoop van de gruit en accijnsen te Elborch. Oorspr. (inv. nr. 70).
18 Ida van Plettenb(er)g verzoekt haar oom Mertin van Rossem, heer tot Prohin en Hulszem, pandheer tot Brevorth en maarschalk van Gelrenn, om advies en inlichtingen inzake een heersend oproer. Oorspr. (inv. nr. 67).
19 Dietherich van Plettenberch schrijft aan zijn broeder (Hendrik) van Plettenberch, domscholaster te (Munster) te Keizerswerde over onregelmatigheden van een akte, waarbij ook Marten van Rossem is betrokken. Oorspr. (inv. nr. 237).
20 Kanselier en raden in Gelderlandt bevelen Marten van Rossum, heer tot Puderoyen, ambtman te Breder- fort, het maken van kribben voor de Praest te staken wegens klachten van die van Arnhem, totdat de plaats bezichtigd en naar billijkheid daarin gehandeld is. Oorspr. (inv. nr. 67).
21 Philippe de Lalaing (graaf van Hoochstraten, stadhouder van Gelderland) schrijft aan Martin van Rossem, maarschalk, over de vrijlating van een gevangene (te Bredevoort?). Oorspr. (inv. nr. 700).
22 N. Muylickom deelt aan Marten van Rossem, heer tot Puderoyen, Laethem en Hullezen, maarschalk en drost tot Bredefoort, mede, dat de in een akte te insereren volmacht in het Frans is geschreven, waarover Hynckart eveneens zal schrijven. Oorspr. (inv. nr. 67).
23 Kanselier en raden in Gelderlandt bevelen Marten van Rossum, heer tot Puderoyen, pandheer tot Bredeffort, enige hofhorige lieden van zijn ambt Bredeffort wegens houtdiefstal gevangen te nemen. Oorspr. (inv. nr. 700).
24 Everhardus Herckinck biedt Marten van Rossem, heer tot Puderoien, aan zijn rekening te verantwoorden, waarvoor hij uitstel had gehad, en verzoekt om uitbetaling van zijn beloning. Oorspr. (inv. nr. 67).
25 Engebert Holsten alias Overhoff doet aan Martin van Rossem, heer tot Puderoien, pandheer en maarschalk, mededelingen omtrent een geschil met mr. Alphart Thill en Voirthues over het recht van lossing, omtrent de waarde van oude philips Borgonschen witte stuivers en olden Vleems, omtrent de uitspraak in een geschil tussen Johan Drosten en Evert van Lintelo en omtrent de instructie in "Hovelix zaak". Oorspr. (inv. nr. 700).
26 Marie, koningin-douairière d'Hongrie, de Boheme etc., regentes, meldt aan Martin van Rossem, heer van Puderoye, maarschalk van Geldres, dat zij hem hierbij geld stuurt, en beveelt hem wegens het gerucht van het opbreken van hertog Mauriz van Saxen, de "coursse", waarmede hij is belast, met zo gering mogelijke kosten te volbrengen. Oorspr. (inv. nr. 67).
27 Philips van Lalaing (stadhouder van Gelderland) deelt Martin van Ross(um), maarschalk van Gueld(res), mede, dat hij brieven ontvangen heeft van de landvoogdes en schrijft over het aanwerven van soldaten. Oorspr. (inv. nr. 67).
28 Johan Steyff schrijft aan Sophien van Stommel, weduwe van Groesbeeck, over de voortgang van een proces tegen de drost en schepenen van Balen. Afschrift in inv. nr. 809.
29 M. de Rossem geeft zijn neef Johan d'Isendoren aanwijzingen aangaande het beheer van zijn goederen. Oorspr. (inv. nr. 90).
30 Maria (koningin-douairière van Hongarije, landvoogdes) schrijft aan de maarschalk de Geldres, gouverneur van het land van Luxembourg over politieke en krijgszaken. Oorspr. (inv. nr. 67).
laatste wijziging 13-01-2023
1.162 beschreven archiefstukken
636 gedigitaliseerd
totaal 26.130 bestanden

Kenmerken

Datering:
1406-1881
Auteur:
R. Wartena
Categorie:
laatste wijziging 13-01-2023
1.162 beschreven archiefstukken
636 gedigitaliseerd
totaal 26.130 bestanden
 
 
 

Contact

location Westervoortsedijk 67-D
     6827 AT Arnhem
     (parkeerplaats aan de
     Mercatorweg)

E-mail Contactformulier
Telefoon  Telefoon
calender2 Openingstijden studiezaal

Handige links

Disclaimer
Klachten
Privacy statement
Toegankelijkheid
Wet open overheid (WOO)