126 Jorien, graaf van Lymborch, heer tot Styrum on Wyssch etc., ver klaart, dat zijn zwager Joachim, heer tot Wyssch, een stuk land in het kerspel Doetinchem, buurschap Langeraick, het Jonckerenslach geheeten, heeft verpand aan Rycke Ryckers en zijn vrouw Heyle en dat de pandrechten op dat goed thans toekomen aan de laatstgenoemde, weduwe van Rycke voornoemd, en aan Derick van Huessen. Gegeven in den jairen onss Heren dusent viiffhundert viiff und viertich, op avent Simonis et Juden apostolorum.
Oorspr. (Inv. no. 124). Met de handteekening van den graaf en zijn zegel in groene was. Met een transfix d.d, 1546 April 15 (zie no. 130).

125 Georgien, graaf tot Lymborch, en Armgarth van Wisch, gravin tot Lymborch, heer en vrouwe tot Styromb en Wysch etc. verklaren op bepaalde voorwaarden verpand te hebben aan hunnen natuurlijken zwager en broeder Johan van Wisch, drost van hun huis te Wildenborch, en zijn vrouw Mette het goed Esselinck in het ambt van Lochem, buurschap Barchum, waarvan vrouwe Walburch van den Barge het vruchtgebruik heeft.
Gegeven in den jair ons lieren viifftiinhondert viiff ind viertich, up sunct Michaels avont archangeli.
Oorspr. (Inv. no. 151). Het zegel van den graaf verloren.

124 Georgien, graaf tot Lymborch, en Armgairt van Wisch, gravin tot Lymborch, heer en vrouwe tot Styromb en Wisch etc., verklaren, dat zij aan Johan van Wisch, hunnen natuurlijken broeder en zwager, en zijn vrouw Mette verkocht hebben het Hoeyslach in de heerlijkheid Wysch, een hof en visscherij aldaar, alsmede een stuk land in het land van den Barghe, den Gansebrinck genaamd.
Gegeven in den jair onss Heren viifftiinhondert viiff ind viertich, up sunct Michiels avont archangeli.
Oorspr. (Inv. no. 170). Het zegel van den graaf verloren.

123 Henrich van Scarpenseel, richter in het ambt Dosborch, oorkondt, dat Loeff Keyen als gevolmachtigde van Walborch, geboren gravin van den Berghe, vrouwe tot Wys, voor hem en gerichtslieden aan Willem van Baer en zijn huisvrouw juffer Elysabet het goed ten Groeten Brynck, gelegen in het kerspel van Olden Keppel, in de buurschap Eldrick, haar aangeerfd van haren zoon jonker Joachim, heer tot Wys, op bepaalde voorwaarden heeft verpand.
Gegeven in den jaer onses Heeren duisent viiffhondert vieff und viertich, opten darden dach des mantz Augusti. Afschrift op papier in Inv. no. 107.