453 Comparuerunt heer Joryen van Pruymen, pastoor te Kesselyng, en Gysbert van Wysch met recht besat om een getuig der waarheid te geven en hebben door dwang des rechten getuigd, zo zij geweest zijn bij Derick Moer van Waltto Dung en hem voorgehouden woe dat zijn zuster Joffer Catharina Moer van Walt vermits een transport door Derick Dobbelsteyn, heer tot Haeren, vordert met leenrecht op Henrick die Groiff, erfvoogd tot Ercklenss, heer tot Lathem, des goeds halve Lathem en of hij des een weten gehad en woe de zaken staan en wat recht zijn vader en moeder tot het goed Lathem gehad en woe zij daaraan gekomen waren, waarop Derick voorzegd goedlijk geantwoord woe dat hem bevreemdt dat zijn zuster voorzegd, vermits het transport voorzegd vordert op Henrick die Groiff, erfvoogd tot Ercklenss, heer tot Lathem, en dat hij daarvan geen weten gehad had en zei woe dat zijner zal. moeders oom Jan Dobbelsteyn zijn moeder ettelijke penningen in zijn lesten besat, gegeven en verschreven heeft op zijn goed, in Holland gelegen, zodat Wilhem Dobbelsteyn zal. een verdrag en gescheid gemaakt heeft met Henrick Moer van Walt zal., Derickx voorzegd vader, dat Wilhem voorzegd de goederen in Holland en Henrick Moer van Walt het huis Lathem met zijn toebehoren hebben en behouden zou; in kraft des zijn vader en moeder de goederen te Lathem aangevangen, bezeten en gebruikt hebben; en tuigen verder dat Derick voorzegd gezegd dat zijn zuster duck om zijn gerechtigdheid van Lathem te hebben hem aangezocht en geschreven heeft met "erbiedonge" van een verering van penningen; - zei ook mede dat hij niewerlts anders gedacht dan, wanneer de erfvoogd voorzegd zich geboerlick met hem schikken wilde,

316 Comparuit Joest van Sweten met recht besat om een getuig der waarheid te geven en tuigt dat, als hij ambtman van Nederbetuwe werd Anno 1527, hij Lysbet Spruyten binnen Tiel gevankelijk zitten bevonden en heeft binnen Tiel gevraagd wat de oorzake waar waarom Lysbeth voorzegd gevankelijk gezet waar; is hem gezegd dat de ambtman Ariaen van Bueren "lyffsettynge" te Kesteren tegen haar gedaan had en borgen gepresenteerd en, zo Lysbeth voorzegd geen borgen tegen de ambtman voorzegd krijgen kon naar sententie der Ridderschap, is zij gevankelijk gezet geworden naar vermogen des signaats van Nederbetuwe; en dat hij in hetzelfde jaar voorzegd Lysbeth voorzegd haar gevangenschap ontslagen heeft vanwege ons genedige lieve heer en dat in het jaar van 1529 Lysbeth voorzegd aan de bank te Kesteren gekomen is en landrecht gesonnen tegen Jan Spruyten, des hij Lysbeth voorzegd niet "wederfaeren" kon laten, want hij bevelschrift van ons genedige lieve heer ontvangen had dat hij Lysbeth voorzegd geen landrecht "gestaeden" noch "wederfaeren" zou laten, alles naar wijder inhoud deszelven schrift, gegeven op de 19e dag juni 1529, en dat daarna in het jaar van 1530 op dele dag juli onze genedige lieve heer Doctor Huybert van Rossem, Jelyss van Rymsdyck, Goltsteyn en Joest voorzegd geschickt heeft te Nijmegen en commissie gegeven om de zaak van Jan Spruyt en Lysbeth Spruyten eens ten einde te maken, waartoe Jan Spruyt nog 4 genomen van zijnentwege en Lysbeth voorzegd 4 van harentwege, dewelke bescheid en bewijs van beide partijen gezien, gelezen en gehoord hebben en een compromis gemaakt en ondertekend met hun hand, hetwelk het compromis op behagen des vorsten inhoudende is, en dat Doctor Huybert van Rossem datzelvP compromis zijn vorstelijke genade presenteren heeft willen, des zijn vorstelijke genade van hem niet ontvangen wilde en hem bevel laten doen dat hij dat compromis Joest van Sweten verhandreiken zou, gelijk geschiedt is, die dat verwaard heeft bis dat de land dagvaart

750 Item Steven die Beeler heeft geklaagd de burgemeester Ghiesbert van Wy als stadhouder des richters in presentie van Wynandt Hackfordt, burgemeester, dat hem Jacob Becker voor een dief gescholden heeft, hetwelk men hem nimmermeer bewijzen zal of wil dat met de hals te bewaren, waarvoor hij te borg gesteld heeft Derick van Biess en Henrick Loeff; en Jacob Becker voorzegd, bij zijn voorgesproken scheldwoorden blijvende en die waar te maken, heeft daarvoor tot borgen gesteld Wyer Zegerss en Johan van Eep, waarop hen een dag van rechten gezegd is tegen naastkomende dingdag over 14 dagen;

749 Item zo twisting en schelding geschied van Reyner van Broickhuysen aan Hinckardt en Johan gemene schepenen, heeft daarvoor Reyner van Broeckhuysen to borg gesteld en zijn borgen geworden Ghiesbert ter Hoeven en Henricus van Amstell, die zo ver borg geworden is dat dat ging en recht waar, gemerkt zo hij van zijn kinderen nog ongescheiden is; en voor Wilhelm Hinckardt Haeck van Ruyten borch en voor Johan Sluysken Johan van den Bergh en Johan Huegen;