118 Walburgh van den Bergh, vrouwe tot Wysch, verpandt als erfgename van haren zoon Joachym, heer tot Wysch, aan diens schuldeischers Johan Cockman en Dirick van den Keldonck hare renten en goederen in het kerspel Dotinchem.
Upten IX dagh Februarii anno etc. XLIII.
Concept op papier in Inv. no. 117.

117 Georgien, graaf van Lymborch, heer tot Stirhem en Wyssch etc. verklaart verkocht te hebben aan Jan Brouwer en zijn vrouw Lumme het Konynckxgoed in het kerspel Voirden, buurschap Mosscll, onder de voorwaarde, dat de koopers jaarlijks ter Wildenborch zullen leveren een pachtvarken, een pond peper en drie paar hoenders, te Zuytphen 3 molder rogge, terwijl hij, verkooper, zich het recht van weder inkoop voorbehoudt.
Gegeven op sinte Willibrodus' dach, anno XVc twe ind viertich.
Oorspr. (Inv. no. 188). Met de handteekening van den graaf van Limburg en diens zeer geschonden zegel in groene was. Door dezen brief is gestoken die d.d, 1542 September 9 (1543 September 15?) (zie no. 115).

116 Georgien, graaf van Lymborch, heer tot Stirhem en Wyssch etc. oorkondt, dat Jan van Hovell hem den 6den Juni van het loopende jaar in het leengericht te Vreden het goed Wenckynck in het kerspel Vreden, buurschap Dodinckweerde, zijnde een leen der heeren van Wyssch, heeft opgedragen en dat hij daarmede thans weder beleend heeft Joost van Voirden, die tegelijk "mitte leghe handt" te leen ontvangen heeft de goederen then Cranendicke in het kerspel Vreden.
Geschiet ter Wildenborch den darden dach. Novembris int jaer onss Heren duysent viiffhondert twe ind viertich.
Oorspr. (Inv. no. 70). Het zegel van den leenheer verloren.

115 Ermgart, gravin van Lymborch, vrouwe tot Stirhem en Wyssch, verklaart, dat zij toegestemd heeft in den verkoop, bedoeld in den brief (d.d, 1542 November 7 of 1541 November 7?), waardoor deze is gestoken (zie no. 117).
Op Saterdach na nativitatis Marie virginis, anno XVc twe und viertich.
Oorspr. (Inv. no. 188). Met de handteekening der gravin, wier zegel is verloren.